De geneeskracht van sporkehout of vuilhout
Vuilhout werd in vroegere tijden, van de 15e tot de 19e eeuw, gebruikt om buskruit mee te maken. Vuurwapens konden kogels beter schieten als er verpulverd houtskoolpoeder van sporkehout in zat. Er zijn geen eetbare delen van deze boom maar de bast van jonge twijgen wordt een jaar gedroogd om er thee van te zetten. Voor deze thee kun je tussen de 0.3 en 3 gram per kopje gebruiken en maximaal 3 koppen per dag drinken teneinde een laxerend effect te bereiken. Vuilhout is een medicinaal kruid in de fytotherapie.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
Naamgeving sporkehout
In het Latijn heet deze plant
Frangula Alnus. Frangula komt van Frangere, wat ´breken´ betekent. Alnus is ontleend aan de zwarte els, een boom die enigszins lijkt op sporkehout. In het
Nederlands wordt vaak vuilboom tegen deze struik gezegd. Dat kan meerdere redenen hebben. Ten eerste is het een logische naam omdat je handen zeer vies worden als je sporkehout sprokkelt. Het vuil zit in je handlijnen en gaat er niet snel uit. Ten tweede moet je van vuilboom erg snel naar de WC; het is een laxerend middel en vuilboom zou kunnen verwijzen naar het vuil wat je kwijt raakt. Tenslotte is er de mogelijkheid dat de naam vuilboom slaat op de slechte geur van het hout. Een combinatie van de drie verklaringen is uiteraard ook mogelijk. In het Nederlands kent sporkehout behalve vuilboom andere volksnamen: hondsboom, pijlboom, stinkeboom, laxeerhout, bloedplant, bloedzijkenhout, hondsknop, peggenknop, hondelaar, poerhout, pinnekenshout, sulferhout en bastjes.
Sporkehout in de geschiedenis
In de tweede eeuw schreef uit
het oude Griekenland afkomstige maar tussen
de antieke Romeinen wonende filosoof, natuurkundige en chirurg Claudius Galenus, ook bekend onder de naam Galen van Pergamon, dat vuilhout beschermde tegen tovenarij, slechte demonen, vergif en hoofdpijn. De Indianen uit Noord Amerika kenden sporkehout als laxeermiddel. Ze gebruikten hiervoor de bast van de stam en dikke takken. In Midden Europa werd sporkehout vanaf de Middeleeuwen gebruikt. Matthiolus, die leefde in de 16e eeuw, raadde aan om de bast eerst te drogen voor gebruik. Sporkehout werd gekweekt omdat het een bruingroene kleurstof oplevert die wordt gebruikt om textiel mee te kleuren, er manden van gevlecht konden worden en omdat het licht ontvlambare houtskool van deze boom een bestanddeel van buskruit was.
Inhoudsstoffen
In sporkehout zitten de volgende stoffen: tientallen verschillende anthraceenderivaten, bitterstoffen, alkaloïden,
flavonoïden, slijmstoffen, gommen en saponinen. Sporkehout is niet eetbaar. De bessen zijn giftig. Er is een hele reeks aan waarschuwingen bij gebruik van de bast van sporkelhout. Deze bast moet een jaar gedroogd zijn voor gebruik. Je mag niet meer dan 3 kopjes thee drinken van de bast waarbij elk kopje van maximaal drie gram sporkehout is getrokken. Een medicijn op basis van sporkehout mag niet langer dan 10 dagen achtereen gebruikt worden. Zwangere en borstvoeding gevende vrouwen mogen het niet gebruiken. Te lang en te veel gebruik kan tot allerlei ernstige en minder ernstige bijwerkingen leiden.
Sporkehout als laxeermiddel
Sprokehout werkt laxerend. Deze werking is minder dan de laxerende werking van
Aloë Vera en Senna. Sporkehout is bovendien bloedzuiverend. Er zijn een tal van chemische processen en stoffen verantwoordelijk voor de laxerende eigenschappen van sporkehout. Het voert te ver door om de chemische processen in detail weer te geven. De werking van dit geneeskruid begint zes tot tien uur na inname en houdt enige dagen aan. Dit geneeskruid is niet alleen tegen constipatie maar ook als een zachte stoelgang is gewenst. De laxerende en bloedzuiverende eigenschappen van sporkehout zorgen ervoor dat het kan worden ingezet bij de volgende indicaties:
- Chronische atone constipatie,
- Aarskloven,
- Aambeien,
- Na een operatie aan de anus,
- Wannneer een lege darm gewenst is, bijvoorbeeld in verband met röntgenonderzoek,
- I.v.m. endoscopische onderzoek,
- Vermoeidheid, voorjaarskuren,
- Adjuvans bij obesitas, als constipatie een mede-oorzaak is.
Sporkehout tegen gal- en leverziekten
Dit geneeskruid heeft een galdrijvende werking. Daarnaast bevordert het de functie van de lever. Het is bovendien een maagtonicum. Deze medicinale werkingen bevorderen de gal en de lever waardoor voedingsstoffen beter verteerd worden. Hierdoor kan het lichaam zichzelf beter herstellen van ziekten. Om deze medicinale eigenschappen kan sporkehout worden ingezet bij:
- Het voorkomen van galstenen,
- Galwegenaandoeningen,
- Galkolieken,
- Constipatie door verzwakte lever,
- Het is een adjuvans bij een leverontsteking of hepatitis,
- Geelzucht,
- Indigestie,
- Opgeblazen gevoel.
Uitwendig gebruik sporkehout
Looistoffen zorgen voor een samentrekkend en daarmee wondhelend effect. De slijmstoffen verminderen huidirritaties. Een aftreksel van bast van sporkehout kan worden gebruikt bij de volgende indicaties:
- Tandvleesontsteking,
- Kleine huidirritaties,
- Schilferende huid,
- Hoofdluis.
Consulteer de fytotherapeut
Wie sporkehout als geneeskrachtig middel wil gebruiken kan het best een consult nemen bij een fytotherapeut. Sporkehoutextracten en medicijnen in de vorm van moedertincturen, poeders, nebulisaat, vloeibaar extract en capsules dienen enkel op voorschrift van bevoegden ingenomen te worden. Een huisarts of fytotherapeut kan je daarover adviseren, net als over de eventuele bijwerkingen en interacties met andere medicijnen of kruiden. Alle in dit artikel genoemde medicinale werkingen van dit geneeskruid zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en komen uit het
Groot Handboek Geneeskrachtige Planten van Geert Verhelst, een standaardwerk op het gebied van genezende planten. Het boek wordt gebruikt in de
fytotherapie.
Lees verder