Incarnaties van Vishnu – Kurma, de mythische schildpad
In de hindoeïstische geloofsleer is Vishnu een van de drie belangrijkste godheden (drie-eenheid). In dit goddelijk 'driemanschap', waarop het universum en al het geschapene steunt en zich geborgen weet, is Vishnu voortdurend waakzaam en de beschermer van het aardse leven. Door middel van vele incarnaties (avatars) heeft Vishnu ingegrepen in de loop der dingen om de wereld te behoeden voor de teloorgang. In de mythologie is Kurma, de mythische oerschildpad, in vervlogen tijden de tweede incarnatie van Vishnu geweest. Als torser van de wereld aanschouwde Vishnu het universum in een duistere periode waarin de wereld in een crisis verkeerde en de goden en demonen hun onsterfelijkheid hadden verloren.
Inhoud
De tien belangrijkste incarnaties (avatars) van Vishnu
Van de drie belangrijkste goden in de hindoeïstische geloofsleer en
mythologie is Vishnu de onderhouder en beschermer, ofwel het zorgzame aspect van God. De twee andere goden zijn Brahma de schepper en Shiva de vernietiger. Shiva mag men beschouwen als de transformerende hoedanigheid van de schepping of evolutie. Hij zorgt ervoor dat er telkens ruimte ontstaat voor nieuwe creaties.
De ruiter op het witte paard
Conform de hindoemythologie verschijnt Vishnu, de instandhouder, zo nu en dan op aarde als avatar of incarnatie in era's dat de wereld gered moet worden van een wisse ondergang door negativiteit en geweld. Van deze
incarnaties zal Kalki de laatste avatar zijn in de huidige scheppingscyclus. Deze laatste – toekomstige – incarnatie zal aan het einde van dit Kali-yuga als een ruiter op een wit,
gevleugeld paard opdoemen. Inmiddels is Vishnu negen keer verschenen (belangrijkste avatars):
- Matsya, de mythische vis die ervoor zorgde dat Manu, stamvader van de mensheid, gered werd tijdens de zondvloed.
- Kurma, de schildpad. Op zijn rug (schild) plaatsten de goden de berg Mandara. Tijdens het karnen van de Kosmische Oceaan brouwden ze aldus het onsterfelijkheidsnectar.
- Varaha, het wilde zwijn. Hij redde de aarde uit de Kosmische Oceaan, waarin een demon de planeet deed verdwijnen.
- Narasimha, de leeuwenman. De fiere strijder die de demon Hiranyakashipu vernietigde.
- Vamana, de dwerg die de demon Bali tegemoet trad.
- Parasurama, de indrukwekkende krijger die niet schroomde om het op te nemen tegen de kshatria's, die de macht wilden grijpen.
- Rama, koning van Ayodhya, held uit het Ramayana-epos.
- Krishna, de fluitspelende herdersjongen en wagenmenner van Arjuna.
- Boeddha. Hij vond zelf de weg naar verlossing en stichtte het boeddhisme.
- Kalki. In de huidige scheppingscyclus zal hij de laatste avatar of incarnatie van Vishnu zijn. In metaforische zin is hij een imposante ruiter op een wit paard. Een held die een wereld van vrede en voorspoed zal inluiden
Het innerlijk aspect van de mens
In het huidige tijdsgewricht beschouwt men de incarnaties van Vishnu als een mythecyclus, een soort biologisch-genetische herinnering aan de evolutionaire ontwikkeling van de mensheid en inherent daaraan de verruiming van het bewustzijn. Volgens een interpretatie hebben de
incarnaties van Vishnu een symbolische waarde. In mythologisch opzicht schetst deze mythecyclus de wereldgeschiedenis, de voortdurende teloorgang en het herstel van een uit evenwicht geraakte goddelijke wereldorde.
Hulp van Vishnu
In veel gevallen wordt dat tot uitdrukking gebracht als een gevecht tussen
goden en demonen en in een latere fase in de vorm van verwikkelingen tussen Vishnu en de hoogmoedige mens. Waar het om gaat is dat ontaarding op elk bewustzijnsniveau dankzij de helpende hand van Vishnu toch uiteindelijk weer de juiste kant op wordt gedirigeerd, wat vervolgens plaats biedt aan een nieuw bewustzijn (
bewustzijnsverruiming) en de mogelijkheden en kansen die daar inherent aan zijn. In dat opzicht verzinnebeeldt Vishnu in het hindoeïsme de spirituele ontwikkeling of het innerlijk aspect van de mens.
De mythologie van Kurma, de mythische schildpad
De eerste belichaming van Vishnu was Matsya, die tijdens de zondvloed het voortbestaan van de mensheid waarborgde. Zijn volgende incarnatie was Kurma, de oerschildpad. Kurma verscheen in een era dat de goden (
deva's) en demonen (
asura's) hun
onsterfelijkheid hadden verloren, conform een legende waarin ze vervloekt waren doordat ze een wijsgeer onheus hadden bejegend. Vele goden lieten als gevolg van deze vloek het leven in de daaropvolgende oorlog tegen de demonen.
De slang Vasuki
De (half)goden die het overleefd hadden, konden hun mystieke krachten niet meer gebruiken om hun gesneuvelde kameraden weer tot leven te wekken. Beide groepen hunkerden naar de nectar der onsterfelijkheid (
amrita), een brouwsel dat gemaakt kon worden door de Kosmische Oceaan te karnen tijdens een wapenstilstand. Een wapenstilstand waaraan Vishnu had meegewerkt opdat beide groepen al samenwerkend de
amrita konden maken. Vishnu incarneerde als schildpad en droeg de kosmische berg
Mandara op zijn schild. Om de berg heen en weer te bewegen werd de hulp van de slang Vasuki ingeroepen. De goden en demonen bonden de slang om de berg. Door de berg heen en weer te bewegen – de goden aan de kop van de slang en de demonen aan de staart – karnden ze de Kosmische Oceaan en verkregen het onsterfelijkheidsnectar.
De melkzee der mogelijkheden
Het karnen van de Komische Oceaan bracht ook vele andere hemelse en aardse zaken voort. Stenen van de berg Mandara vielen in de kolkende oceaan, waaruit zich de huidige gebergten vormden. Uit de haren die de
schildpad tijdens het karnproces verloor en die naar de oevers dreven, ontwikkelden zich bomen en planten. Ook de 'koe des overvloeds' verscheen ten tonele, nodig voor de komende tijdperken. En de paradijsboom en Lakshmi, godin van het fortuin en het geluk, tevens gemalin van Vishnu... en natuurlijk
amrita, de onsterfelijkheidsdrank.
Nectar der onsterfelijkheid
Toen de demonen zich niet meer aan de afspraak hielden en de
onsterfelijkheidsnectar voor zichzelf wilden houden, schoot Vishnu de goden te hulp in de gedaante van een verblindend mooie vrouw, om wie de demonen zich schaarden terwijl de goden de nectar opdronken tot er niets meer van over was.
De symboliek van de schildpad – reis door het innerlijk
Naast het feit dat de schildpad een amfibie is, en om die reden van belang als tweede
incarnatie van Vishnu, kan hij ook stokoud worden. De schildpad symboliseert aldus de vele opeenvolgende tijdperken (die hij overleeft) en heeft als perspectief de eeuwigheid. In het verlengde daarvan verzinnebeeldt de schildpad
duurzaamheid en blijft 'onaangedaan' als een
lotusbloem in een uiterst veranderlijke wereld waarin beschavingen tot bloei komen en onvermijdelijk weer teloorgaan.
Yogahouding kurmasana (schildpad)
De yogahouding
kurmasana is gewijd aan Kurma en herinnert de
yogi er telkens opnieuw aan dat yoga, en in het bijzonder de
yogahoudingen, kracht en mentale sterkte bieden, nodig om de uitdagingen van het leven aan te kunnen. Kurma representeert onder andere de vitale,
fysieke mens bij wie het spirituele verlangen verzinnebeeld wordt door de karnende oeroceaan (onbewuste) waaruit het 'spirituele juweel' (onsterfelijkheidsnectar) tevoorschijn komt.
Goed en kwaad
De mythologie aangaande Kurma vindt ook een parallel in de natuurhistorische ontwikkeling, waarbij de goden de
cultuur en de goddelijke wetten voorstaan en de demonen de scheppende krachten (van de chaos), uitgedrukt als een oorlog of veldslag tussen het goede en het kwade. In de mythologische oeroceaan trekken ze aan hetzelfde koord (de slang
Vasuki). Dit symboliseert het gegeven dat de twee machten verwant zijn aan elkaar, als twee polen die bij elkaar horen.
Lees verder