Ziekte van Buchem en sclerosteose: Overmatige botgroei
De ziekte van Buchem is een uiterst zeldzame erfelijke botaandoening, met een vergroting van de onderkaak en een verdikking van de schedel als primaire symptomen. Deze progressieve botziekte heeft nog tal van bijkomende symptomen. Ook bij sclerosteose is sprake van een voortdurende botgroei, al is deze ziekte nog wat ernstiger. De arts F.S.P. van Buchem. beschreef voor het eerst deze aandoening.
Synoniemen van de ziekte van Buchem
De ziekte van Buchem staat bekend onder verschillende synoniemen:
- Hyperostose corticalis generalisata
- Hyperostosis corticalis generalisata familiaris
- Hyperfosfatasemie tarda
- Sclerosteose
- SOST sclerosing botdysplasie
- SOST-gerelateerde scleroserende botdysplasie
In medische literatuur wordt vaak de afkorting VDB gebruikt om naar de ziekte van Buchem te verwijzen.
Soorten overmatige botgroei
Overmatige botgroei kan voorkomen bij zowel de ziekte van Buchem als sclerosteose.
Ziekte van Buchem
Bij de ziekte van Buchem is er sprake van een milde vorm van overmatige botgroei. Patiënten hebben meestal een gemiddelde lengte en vertonen geen typische
vingerproblemen of
nagelafwijkingen. Hersendrukproblemen komen minder vaak voor, waardoor de neurologische symptomen doorgaans milder zijn. De symptomen van overmatige botgroei ontwikkelen zich vaak in de kindertijd of adolescentie.
Sclerosteose
Sclerosteose is een ernstigere vorm van overmatige botgroei. Patiënten met sclerosteose zijn vaak langer dan gemiddeld, en de aandoening manifesteert zich al op jonge leeftijd. Bij deze patiënten zijn vingerafwijkingen aanwezig, zoals "zwemvliezen" of samengesmolten vingers, een aandoening die bekend staat als
syndactylie. De nagels kunnen misvormd zijn of zelfs volledig ontbreken.
Epidemiologie van de aandoening
Zeldzaamheid van de aandoeningen
De ziekte van Buchem en sclerosteose zijn zeldzame genetische aandoeningen die zich manifesteren door overmatige botgroei. De prevalentie van deze aandoeningen is moeilijk precies vast te stellen vanwege hun zeldzaamheid. De ziekte van Buchem komt wereldwijd voor bij minder dan 1 op de 1 miljoen mensen. Sclerosteose is iets zeldzamer en wordt geschat bij minder dan 1 op de 2 miljoen geboorten. Deze aandoeningen komen voor bij zowel mannen als vrouwen, met een licht hogere frequentie van de ziekte van Buchem bij mannen.
Genetische prevalentie
Beide aandoeningen worden geërfd via een autosomaal recessief patroon. Dit betekent dat beide ouders drager moeten zijn van het defecte gen voor een kind om de aandoening te ontwikkelen. De aandoeningen komen wereldwijd voor, maar er zijn gevallen gerapporteerd in specifieke geografische en etnische groepen, waarbij bepaalde mutaties vaker voorkomen in sommige bevolkingsgroepen.
Sclerosteose versus ziekte van Buchem
Hoewel de ziekte van Buchem en sclerosteose beide worden gekarakteriseerd door abnormale botgroei, verschillen ze op genetisch niveau. Sclerosteose wordt veroorzaakt door mutaties in het SOST-gen, terwijl de ziekte van Buchem een specifiekere genetische mutatie in hetzelfde gen heeft, maar leidt tot een milder klinisch beeld. Dit verklaart de variabiliteit in de prevalentie en ernst van de aandoeningen.
Mechanisme
Genetische mutaties en hun gevolgen
De ziekte van Buchem en sclerosteose worden veroorzaakt door genetische mutaties in het SOST-gen, dat codeert voor sclerostine, een eiwit dat een belangrijke rol speelt in de regulatie van de botgroei. Mutaties in dit gen leiden tot een vermindering van sclerostine-activiteit, wat resulteert in verhoogde botvorming door een overmatige activiteit van osteoblasten (botvormende cellen) en een verminderde activiteit van osteoclasten (botafbrekende cellen).
Verhoogde botgroei
Zowel de ziekte van Buchem als sclerosteose leiden tot overmatige botgroei, vooral in de schedel, de botten van de ledematen, en de wervelkolom. Dit kan leiden tot het verdrukken van zenuwen en bloedvaten, wat resulteert in neurologische en cardiovasculaire symptomen. De botstructuren worden abnormaal dik en onregelmatig, wat kan leiden tot pijn en verlies van functie in de aangetaste botten.
Botafwijkingen en andere systemische effecten
Naast overmatige botgroei kunnen er ook andere systemische effecten optreden, zoals gehoorverlies door beknelling van de gehoorzenuw, problemen met de luchtwegen door belemmering van de ademhalingswegen, en visusproblemen door druk op de oogzenuw. In zeldzame gevallen kunnen er ook cardiovasculaire complicaties optreden door de afdrukken van abnormale botgroei op bloedvaten.
Oorzaken en erfelijkheid van de aandoening
Genmutatie
De ziekte van Buchem wordt veroorzaakt door mutaties in of nabij het SOST-gen. Dit gen geeft instructies voor de productie van het eiwit sclerostine, dat normaal gesproken de botvorming remt. Door de mutatie in het SOST-gen is de productie van sclerostine verminderd of gestopt, waardoor de remming van de botgroei ontbreekt en er sprake is van overmatige botvorming. Bij sclerosteose is de productie van sclerostine volledig uitgeschakeld, wat leidt tot nog ernstigere overmatige botgroei.
Erfelijkheid
De ziekte van Buchem wordt overgeërfd volgens een autosomaal recessief patroon. Dit betekent dat beide kopieën van het gen in elke cel mutaties vertonen. De ouders van een patiënt met een autosomaal recessieve aandoening dragen elk één kopie van het gemuteerde gen, maar vertonen meestal geen symptomen van de aandoening zelf.
Risicofactoren
Genetische risicofactoren
De primaire risicofactor voor zowel de ziekte van Buchem als sclerosteose is het hebben van een ouder die drager is van een mutatie in het SOST-gen. Omdat deze aandoeningen autosomaal recessief zijn, moeten beide ouders drager zijn van het defecte gen om het risico op het ontwikkelen van de ziekte te verhogen. Zonder dragerschap is er geen risico op de aandoening.
Leeftijd en geslacht
De aandoeningen komen bij zowel mannen als vrouwen voor, hoewel de ziekte van Buchem iets vaker voorkomt bij mannen. De ziekte kan zich op elke leeftijd manifesteren, maar symptomen worden vaak opgemerkt in de kindertijd of vroege volwassenheid. Bij sclerosteose kunnen de symptomen op jongere leeftijd ernstiger zijn, hoewel ze zich langzaam kunnen ontwikkelen.
Risicogroepen
Families met een geschiedenis van genetische mutaties
De belangrijkste risicogroep voor zowel de ziekte van Buchem als sclerosteose zijn gezinnen waar eerder gevallen van de aandoening zijn gemeld. Aangezien beide aandoeningen autosomaal recessief zijn, hebben kinderen van twee dragers van de mutatie een 25% kans om de aandoening te erven. Genetisch advies is essentieel voor familieleden van patiënten om hun risico te begrijpen.
Populaties met een verhoogd risico op genetische aandoeningen
In sommige geografische en etnische groepen komen genetische aandoeningen zoals de ziekte van Buchem en sclerosteose vaker voor. Dit is vaak te wijten aan consanguïniteit (trouwen binnen de familie), wat de kans vergroot dat beide ouders drager zijn van dezelfde genetische mutatie. Specifieke gevallen van de aandoening zijn gerapporteerd in bepaalde populaties, waaronder de Scandinavische en Midden-Oosterse landen.
Symptomen: Overmatige botgroei
Bij de ziekte van Buchem wordt de botontwikkeling gedurende het hele leven van de patiënt aangetast. De botten, vooral die van de schedel, worden dikker en breder dan normaal. Dit resulteert in een prominent voorhoofd en een vergrote onderkaak. Het midden van het
gezicht kan enigszins "verzonken" lijken, en patiënten kunnen last hebben van
uitpuilende ogen (exoftalmie) door ondiepe oogkassen. Tandafwijkingen komen ook voor. De vergrote schedel kan druk uitoefenen op de
hersenen, wat leidt tot verhoogde intracraniële druk en frequente
hoofdpijn. Deze abnormale botgroei kan de
hersenzenuwen naar het hoofd en de nek aantasten, wat kan resulteren in
verlamde gezichtsspieren, slechthorendheid, verlies van gezichtsvermogen, en een verminderd (hyposmie) of afwezig reukvermogen (
anosmie).
Alarmsymptomen
Neurologische symptomen
Patiënten met de ziekte van Buchem of sclerosteose kunnen neurologische symptomen ervaren als gevolg van compressie van zenuwen door de overmatige botgroei. Symptomen kunnen zijn: hoofdpijn, gehoorverlies, duizeligheid, en visusproblemen. In ernstige gevallen kan er sprake zijn van verlamming of gevoelloosheid als gevolg van zenuwcompressie.
Gehoorverlies en andere zintuiglijke afwijkingen
Gehoorverlies is een veelvoorkomend symptoom bij zowel de ziekte van Buchem als sclerosteose, vooral door de druk die wordt uitgeoefend door de dikker wordende botten op de gehoorzenuw. Patiënten kunnen progressief gehoorverlies ervaren, wat vaak vroeg in het ziekteproces begint. Visusproblemen kunnen ook optreden door de druk op de oogzenuw.
Bewegingsbeperkingen en pijn
Overmatige botgroei kan leiden tot gewrichtsproblemen, zoals pijn, stijfheid en verminderde beweeglijkheid. Patiënten kunnen moeite hebben met dagelijkse activiteiten als gevolg van botafwijkingen in de ledematen en de wervelkolom. De botten zelf kunnen ook pijnlijk aanvoelen, vooral in gebieden met overmatige botgroei.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van de ziekte van Buchem wordt bevestigd door middel van een
CT-scan en een
MRI-scan, die de ernstige hyperostose zichtbaar maken. Een genetisch onderzoek is noodzakelijk om de diagnose definitief te stellen.
Behandeling van de ziekte
Er is momenteel geen genezing beschikbaar voor de ziekte van Buchem. De behandeling richt zich vooral op het verlichten van symptomen. Een mogelijke chirurgische ingreep kan worden overwogen om de druk op de hersenen te verminderen en zo de symptomen te verlichten.
Prognose
De prognose voor patiënten met de ziekte van Buchem kan variëren. De abnormale botgroei kan leiden tot complicaties, vooral als de botten druk uitoefenen op de hersenstam. Dit kan levensbedreigend zijn en mogelijk resulteren in een plotselinge dood.
Complicaties
De ziekte van Buchem kan verschillende ernstige complicaties met zich meebrengen als gevolg van de progressieve overmatige botgroei. Deze complicaties kunnen de levenskwaliteit aanzienlijk beïnvloeden en vereisen vaak specifieke medische aandacht.
Druk op de hersenen
De vergrote schedel kan druk uitoefenen op de hersenen, wat kan leiden tot verhoogde intracraniële druk. Dit kan resulteren in
frequente hoofdpijn, misselijkheid, braken, en cognitieve problemen. In ernstige gevallen kan de druk de hersenstam beïnvloeden, wat levensbedreigend kan zijn.
Neurologische problemen
Door de abnormale botgroei kunnen de
hersenzenuwen naar het hoofd en de nek worden aangetast. Dit kan leiden tot
verlamde gezichtsspieren,
slechthorendheid, verlies van gezichtsvermogen, en
verstoord reukvermogen (anosmie).
Oogproblemen
Patiënten kunnen last krijgen van
uitpuilende ogen (exoftalmie) door ondiepe oogkassen. Deze aandoening kan het gezichtsvermogen beïnvloeden en leiden tot problemen met het sluiten van de ogen, wat kan resulteren in oogirritatie en -infecties.
Tandafwijkingen
De botgroei kan ook de mondholte beïnvloeden, wat leidt tot
tandafwijkingen. Dit kan problemen veroorzaken bij het kauwen en slikken, en kan een orthodontische behandeling vereisen.
Preventie
Hoewel er geen specifieke manier is om de ziekte van Buchem volledig te voorkomen, kunnen bepaalde maatregelen en het beheer van de aandoening helpen om de symptomen te verlichten en complicaties te minimaliseren.
Vroegtijdige diagnose
Een vroege diagnose is cruciaal om de progressie van de ziekte te volgen en tijdig in te grijpen. Regelmatige
CT- en MRI-scans kunnen helpen om de botgroei te monitoren en mogelijke complicaties vroegtijdig te identificeren.
Symptoombeheer
Behandeling van symptomen kan helpen om de levenskwaliteit te verbeteren. Dit kan onder andere het gebruik van pijnstillers en medicijnen omvatten om de intracraniële druk te verlagen en het verlichten van hoofdpijn en andere ongemakken.
Chirurgische interventie
In sommige gevallen kan een chirurgische ingreep nodig zijn om de druk op de hersenen te verminderen. Dit kan helpen om ernstige complicaties te voorkomen en de symptomen te verlichten.
Oog- en tandheelkundige zorg
Regelmatige controles bij een oogarts en tandarts zijn belangrijk voor patiënten met de ziekte van Buchem. Dit kan helpen om problemen zoals uitpuilende ogen en tandafwijkingen tijdig te identificeren en te behandelen.
Genetisch advies
Voor families met een geschiedenis van de ziekte van Buchem kan genetisch advies nuttig zijn. Dit kan helpen om de kans op erfelijke overdracht te begrijpen en voorbereid te zijn op mogelijke aandoeningen bij toekomstige generaties.
Ondersteuning en revalidatie
Ondersteuning van een multidisciplinair team, waaronder fysiotherapeuten, ergotherapeuten, en revalidatiespecialisten, kan bijdragen aan het beheren van de fysieke en emotionele aspecten van de ziekte.