GRACILE-syndroom: Dodelijke aandoening met groeiachterstand
Het GRACILE-syndroom is een ernstige genetische aandoening die vóór de geboorte begint. GRACILE staat voor de karakteristieke kenmerken van de aandoening met name een groeiachterstand, aminoacidurie (aminozuren in de urine), cholestase (galstuwing), ijzerstapeling, lactaatacidose en een vroegtijdig overlijden. Door de ernstige complicaties veroorzaakt door het GRACILE-syndroom, overleven baby's met deze aandoening niet langer dan een paar dagen of maanden. Een behandeling is anno september 2024 niet voorhanden voor de dodelijke ziekte. De ziekte werd tot slot voor het eerst gerapporteerd in de medische literatuur door Fellman et al. in 1998.
Synoniemen GRACILE-syndroom
Voor het GRACILE-syndroom zijn enkele synoniemen bekend:
- Fellman disease
- Fellman syndrome
- Finnish lactic acidosis with hepatic hemosiderosis
- Finnish lethal neonatal metabolic syndrome
- Finse lactaatacidose met hemosiderose in de lever
- GRACILE syndrome
- groeivertraging, aminozuururie, cholestase, ijzerstapeling, lactaatacidose en vroegtijdig overlijden
- het Fellman-syndroom
- het Fins dodelijk neonataal metabool syndroom
Epidemiologie
Ongeveer 1 op de 50.000 levendgeborenen Finse mensen komt ter wereld met het GRACILE-syndroom. Ook in het Verenigd Koninkrijk en Zweden zijn patiënten met de erfelijke aandoening aanwezig, maar lang niet zo veel als in Finland. Anno september 2024 zijn in totaal enkele tientallen patiënten gerapporteerd in de medische literatuur sinds de beschrijving van de ziekte in de medische literatuur (1998).
Oorzaken
Het GRACILE-syndroom resulteert uit een puntmutatie (wijziging) in het BCS1L-gen op chromosoom 2. Het BCS1L-gen is verantwoordelijk voor de productie van het BCS1L-eiwit in de mitochondriën (energieproducerende cellen). Door schade aan de mitochondriën maakt het lichaam te weinig energie aan, waardoor diverse lichaamsfuncties aangetast worden (vooral de lever en de nieren bij het GRACILE-syndroom). Het GRACILE-syndroom kent een autosomaal recessief overervingspatroon.
Risicofactoren
De risicofactoren voor het GRACILE-syndroom zijn vooral genetisch van aard. Het syndroom wordt veroorzaakt door een erfelijke puntmutatie in het BCS1L-gen, en het kent een autosomaal recessief overervingspatroon. Dit betekent dat beide ouders drager moeten zijn van de mutatie om een kind met het syndroom te krijgen. Er zijn geen specifieke externe risicofactoren die het risico op het ontwikkelen van het syndroom verhogen.
Symptomen
GRACILE is een acroniem dat staat voor groeiachterstand, aminozuuracidurie (aminozuren in de urine), cholestase, ijzerstapeling, lactaatacidose en vroegtijdig overlijden (early death). Vóór de geboorte is de groei van de foetus abnormaal traag. Deze langzame groei leidt tot een kleinere dan gemiddelde pasgeborene die moeite heeft om normaal te groeien. Patiënten met het GRACILE-syndroom hebben mogelijk een breed scala aan symptomen die bij alle patiënten variëren in ernst en hoeveelheid.
80% - 99% van de patiënten met het GRACILE-syndroom heeft ten minste één van volgende tekenen
- aminoacidurie: Baby’s ervaren nierproblemen die leiden tot een teveel aan aminozuren (bepaalde moleculen).
- cholestase (galstuwing door een vernauwing van de galwegen): Patiënten hebben een verminderd vermogen om gal te produceren en af te scheiden.
- de dood in de vroege volwassenheid
- een verhoogd serumferritine
- een verhoogd serumijzer
- een verhoogd serumpyruvaat
- een verhoogde ijzerconcentratie in de lever
- een verminderde transferrine-verzadiging
- gehoorstoornissen
- het renale Fanconi-syndroom (aandoening aan de nierbuisjes)
- intra-uteriene (in de baarmoeder) groeivertraging
- lactaatacidose (opbouw van lactaat = melkzuur in het bloed): Tijdens de eerste levensdag hebben zuigelingen met het GRACILE-syndroom een ophoping van melkzuur in het lichaam.
- levercirrose
- leversteatose
- neonatale hypotonie (verlaagde spierspanning die ontstaat rond de geboorte)
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen voor het GRACILE-syndroom kunnen optreden bij pasgeborenen en omvatten:
- extreme groeiachterstand
- ernstige lactaatacidose
- symptomen van cholestase zoals geelzucht
- symptomen van ijzerstapeling zoals verhoogd ferritine en ijzerconcentraties
- neonatale hypotonie
- verhoogde serum- en leverwaarden van aminozuren
Diagnose en onderzoeken
Een
bloedonderzoek onthult diverse afwijkingen. Voor de geboorte is een prenataal genetisch onderzoek mogelijk om het GRACILE-syndroom te diagnosticeren. Ook na de geboorte is een genetisch onderzoek mogelijk.
Behandeling
Voor patiënten met deze aandoening is er geen behandeling of genezing mogelijk anno september 2024. De arts kan de symptomen wel verlichten, al verlengt dit de levensduur niet. Zo is de arts bijvoorbeeld in staat om de hoeveelheid ijzer in het lichaam en de hoeveelheid aminozuren in de urine te verlagen. Lactaatacidose verbetert hierdoor ook een beetje.
Prognose
De vooruitzichten voor baby’s met het GRACILE-syndroom zijn uiterst slecht. Een deel van de patiënten overlijdt binnen een paar dagen, maar de meerderheid van de pasgeborenen met het GRACILE-syndroom overlijdt binnen de eerste paar maanden van het leven.
Complicaties
Complicaties van het GRACILE-syndroom kunnen omvatten:
- ernstige leverbeschadiging zoals levercirrose
- nieraandoeningen zoals het renale Fanconi-syndroom
- chronische lactaatacidose
- gehoorstoornissen
- langdurige groei- en ontwikkelingsproblemen
Preventie
Aangezien het GRACILE-syndroom een genetische aandoening is, is preventie gericht op genetische expertise en testen. Voor paren met een familiegeschiedenis van het syndroom kan prenataal genetisch onderzoek worden aangeboden om de aandoening in een vroeg stadium te diagnosticeren. Dragerschapstests kunnen ook nuttig zijn voor stellen die een familie willen plannen.
Praktische tips voor het omgaan met GRACILE-syndroom
Het GRACILE-syndroom is een zeldzame genetische aandoening die gekarakteriseerd wordt door groeiachterstand en verschillende andere ernstige gezondheidsproblemen. Dit syndroom heeft vaak een ernstige prognose en vereist zorgvuldige medische en emotionele begeleiding.
Behandeling van groeiachterstand en voedingszorg
Patiënten met GRACILE-syndroom hebben vaak te maken met groeiachterstand, wat aangepaste voedingszorg vereist. Het kan nuttig zijn om samen te werken met een diëtist die gespecialiseerd is in genetische aandoeningen om een evenwichtig voedingspatroon te ontwikkelen dat de groei ondersteunt. Het toedienen van supplementen kan nodig zijn, afhankelijk van de specifieke tekorten.
Palliatieve zorg en emotionele steun
Gezien de dodelijke aard van het syndroom is het belangrijk om palliatieve zorg in overweging te nemen om het comfort van de patiënt te waarborgen. Het bieden van emotionele steun voor familieleden en zorgverleners is van groot belang, en psychologische begeleiding kan helpen bij het omgaan met het verlies en het verdriet dat gepaard gaat met deze aandoening.
Misvattingen rond GRACILE-syndroom
Het GRACILE-syndroom is een zeldzame, erfelijke aandoening die ernstige gevolgen heeft voor pasgeborenen. Er bestaan veel misvattingen over deze ziekte, wat kan leiden tot verwarring bij ouders en zorgverleners. Hieronder worden enkele veelvoorkomende misvattingen besproken en verduidelijkt.
Het GRACILE-syndroom is eenvoudig te diagnosticeren
De diagnose van het GRACILE-syndroom is uiterst complex en vereist geavanceerde
beeldvormende onderzoeken en genetische tests. Omdat de symptomen overlappen met andere mitochondriale ziekten, is een foutieve diagnose mogelijk. Vaak wordt aanvullend
bloedonderzoek uitgevoerd om afwijkingen in ijzerstofwisseling en melkzuurwaarden op te sporen. Dit onderstreept het belang van gespecialiseerde medische expertise bij het stellen van de juiste diagnose.
Baby's met het GRACILE-syndroom kunnen herstellen met de juiste behandeling
Helaas is het GRACILE-syndroom een progressieve en fatale aandoening. Hoewel ondersteunende zorg, zoals voedingsondersteuning en zuurstoftherapie, de symptomen tijdelijk kan verlichten, is er momenteel geen genezing mogelijk. De meeste
baby's met deze aandoening overlijden in de eerste levensweken of -maanden als gevolg van meervoudig orgaanfalen.
Het syndroom tast alleen de energieproductie aan
Hoewel het GRACILE-syndroom een mitochondriale ziekte is en dus de cellulaire energieproductie beïnvloedt, heeft het ook ernstige gevolgen voor andere organen. De
alvleesklier,
bijnieren en
nieren kunnen ernstige schade oplopen, wat leidt tot hormonale en metabole ontregelingen. Daarnaast hebben de getroffen baby's vaak ernstige bloedarmoede en ijzerstapeling, wat verder bijdraagt aan hun kwetsbare gezondheid.
Voeding kan het ziekteverloop aanzienlijk verbeteren
Hoewel een
evenwichtig voedingspatroon belangrijk is voor de algemene gezondheid, kan het de progressie van het GRACILE-syndroom niet stoppen. Baby’s met deze aandoening hebben vaak moeite met voedselopname en kunnen afhankelijk zijn van sondevoeding. Bovendien kunnen metabole afwijkingen, zoals een verstoorde ijzerstofwisseling, niet worden opgelost door enkel voedingsaanpassingen.
Het syndroom veroorzaakt geen pijn of ongemak
Baby’s met het GRACILE-syndroom ervaren vaak aanzienlijk ongemak door spierslapte, ademhalingsproblemen en metabole crises. Dit kan leiden tot periodes van ernstige
pijn en ademhalingsnood. Palliatieve zorg speelt een cruciale rol in het verlichten van deze symptomen en het bieden van comfort aan de baby en de familie.
Het syndroom is altijd erfelijk en dus voorspelbaar
Hoewel het GRACILE-syndroom wordt veroorzaakt door een mutatie in het BCS1L-gen en autosomaal recessief overerft, is genetische screening niet standaard. Hierdoor kan de aandoening onverwacht optreden in families zonder eerdere gevallen. Prenatale diagnostiek kan in sommige gevallen worden aangeboden aan ouders die een verhoogd risico lopen, maar dit wordt niet altijd routinematig gedaan.
Het GRACILE-syndroom is vergelijkbaar met andere mitochondriale aandoeningen
Hoewel het GRACILE-syndroom tot de mitochondriale ziekten behoort, heeft het unieke kenmerken die het onderscheiden van andere aandoeningen in deze groep. De combinatie van ernstige bloedarmoede, groeiachterstand en ijzerstapeling in vitale organen maakt het een specifieke ziekte met een eigen klinisch verloop. Vergelijkingen met andere mitochondriale aandoeningen kunnen misleidend zijn en leiden tot verkeerde verwachtingen over de prognose en behandeling.