Hypotonie: Verlaagde spierspanning bij baby's en volwassenen
Gezonde spieren zijn nooit volledig ontspannen. Zij behouden een zekere spanning en stijfheid (spiertonus) die te voelen zijn als weerstand tegen beweging. Bij hypotonie treedt een verminderde spierspanning op bij een patiënt. Dit symptoom is soms goedaardig waarbij geen andere symptomen aanwezig zijn. Mogelijk is dit echter onderdeel van een aandoening of een ander medisch probleem. De arts ontdekt hypotonie meestal bij of vlak na de geboorte. De aandoening tast zowel kinderen als volwassenen aan.
Synoniemen hypotonie
Hypotonie, het tegenovergestelde van
hypertonie, is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- Floppy infant
- Slapte
- Spierzwakte
- Verlaagde spierspanning
- Verlaagde spiertonus
- Verlaagde toniciteit
- Verminderde spierspanning
- Verminderde spiertonus
- Verminderde toniciteit
- Verslapping
- Zwakke spierspanning
- Zwakke spiertonus
Oorzaken symptoom bij baby's of volwassenen
De oorzaak van hypotonie is een aandoening van of probleem met het zenuwstelsel en spierstelsel. Soms is deze het gevolg van een blessure, ziekte of erfelijke aandoening. Af en toe is de oorzaak onbekend en is hypotonie het enige symptoom bij de
baby. Op latere leeftijd treedt dit heel af en toe ook op, bijvoorbeeld bij
multiple sclerose (chronische neurologische auto-immuunaandoening) of de motor neuron ziekte, een zeldzame aandoening die de motorische zenuwen aantast waardoor de spieren geleidelijk aan afsterven.
Hersenen en spieren
Door een beschadiging van de
hersenen treedt hypotonie mogelijk op. Dit geldt eveneens bij een
hersenaandoening door gebrek aan zuurstof voor of direct na de geboorte, bij een
hersenverlamming of bij problemen met de vorming van de hersenen. Daarnaast is de verlaagde spierspanning mogelijk bij zenuwaandoeningen en
spieraandoeningen, zoals
spierdystrofie, myasthenia gravis (chronische auto-immuunziekte met
gezichtszwakte en zwakte aan de ledematen en ogen),
spinale musculaire atrofie,
de ziekte van Charcot-Marie-Tooth, …
Aandoeningen
Genetische of chromosomale afwijkingen of andere aandoeningen die hypotonie veroorzaken omvatten aangeboren cerebellaire
ataxie,
achondroplasie, bepaalde toxines, bepaalde bindweefselaandoeningen, congenitale
hypothyreoïdie (aangeboren te trage werking van de schildklier), de
Tay-Sachs ziekte, het
Prader-Willi-syndroom, het
syndroom van Down, het
Marfan-syndroom, het
Ehlers-Danlos syndroom (symptomen aan huid en gewrichten),
ruggenmergletsels die zich presenteren rond de geboorte en trisomie 13. Tot slot resulteren bepaalde infecties zoals
botulisme (ernstige infectieziekte door toxine van bacterie) of
sepsis (bloedvergiftiging: overdreven reactie van het immuunsysteem op ziektekiemen) eveneens in hypotonie.
Symptomen verlaagde spierspanning
Een baby met hypotonie voelt slap aan wanneer de ouder deze vasthoudt. De baby heeft over het algemeen een verzwakte houding. Het is voor de baby namelijk vaak moeilijk om het hoofd rechtop te houden, waardoor het hoofd naar één zijde of vooruit of achteruit kantelt. Het optillen van een baby met een abnormale spierspanning gaat niet goed omdat hierbij geen weerstand optreedt. De armen en benen van de baby hangen bovendien recht naar beneden, in plaats van dat de baby de ellebogen, heupen en knieën buigt. Baby’s zijn ook stiller en hebben een zwakkere kreet dan normale baby’s. Verder hebben sommige baby’s met hypotonie voedingsproblemen, omdat ze niet in staat zijn om te zuigen, slikken of kauwen voor lange periodes. Daarnaast treedt een ontwikkelingsachterstand op wat de fijne motoriek (iets vastgrijpen) en grove motoriek (kruipen) betreft. Een kind met hypotonie heeft later mogelijk eveneens spraak- of
ademhalingsproblemen. Tot slot heeft een patiënt met hypotonie slechte reflexen.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts voert een grondig
neurologisch onderzoek uit en daarnaast test hij de spierfunctie. Indien andere medische problemen optreden, onderzoeken meerdere specialisten de baby.
Diagnostisch onderzoek
Hypotonie gebeurt vaak in combinatie met andere symptomen. De arts bepaalt aan de hand van deze symptomen welke mogelijke diagnostische onderzoeken nog moeten gebeuren. Een
spierbiopsie, zenuwgeleidingsonderzoek,
elektromyografie (EMG) (=
radiografisch onderzoek dat de elektrische spieractiviteit meet),
elektro-encefalografie (EEG: hersenfilmpje), en
CT-scan zijn enkele mogelijke onderzoeken.
Behandeling
Zelfzorg
De ouder of verzorger is voorzichtig bij het tillen of dragen van een patiënt met hypotonie om mogelijke letsels te voorkomen.
dislocaties (ontwrichtingen) aan de heup, kaak en nek treden namelijk makkelijker op bij patiënten met hypotonie.
Professionele medische zorg
De behandeling is afhankelijk van de eventuele aandoening die de patiënt heeft, welke symptomen aanwezig zijn en hoe ernstig de hypotonie is. Voor sommige patiënten is fysiotherapie een goede behandelvorm. Op deze manier leert het kind rechtop zitten, lopen, of deel te nemen in de sport. De houding en coördinatie van het kind verbeteren, en de spieren rond de gewrichten van de armen en benen versterken. Daarnaast helpt ergotherapie kinderen met de fijne motoriek zodat alledaagse activiteiten zoals kleden en eten beter verlopen. Een logopedist is soms ook nuttig bij slik- voedings- en spraakproblemen. Bij ernstige afwijkingen zijn mobiliteits- en orthopedische hulpmiddelen nodig zoals een rolstoel, orthesen of spalken.
Prognose van het symptoom
De vooruitzichten van hypotonie zijn afhankelijk van de uitgebreidheid, de leeftijd van de patiënt, welke spieren aangetast zijn en ook de onderliggende oorzaak van dit symptoom. Bij sommige patiënten blijft de hypotonie stabiel, terwijl deze bij anderen progressief is. Mogelijk vraagt hypotonie levenslange zorgen en therapie. Normaal gezien is hypotonie niet levensbedreigend tenzij soms bij hersenaandoeningen.