Jong optredend Parkinson: trillend lichaam en sociale impact
Indien ongewenste trillingen, tics en spastische bewegingen de overhand nemen, dan is er sprake van Parkinson. Meestal komt dit pas rond de gepensioneerde leeftijd voor. Het kan echter ook voor het vijftigste levensjaar voordoen. In dat geval gaat het om jonge, vaak genetisch bepaalde Parkinson. Wat houdt de jonge variant in, wat zijn de typerende verschillen met normale Parkinson en wat is het effect van de ziekte op het leven?
Jonge Parkinson
Wat houdt de ziekte in?
Parkinson is een combinatie van klachten, welke in heftigheid met de tijd kunnen toenemen. Denk aan het trillen van de spieren, terwijl men niets doet of onverwachte langdurige stijfheid (na lange behandeling). De
motoriek wordt door het trillen en het hebben van tics aangetast. De spieren kunnen eveneens samentrekken, waarbij spastische bewegingen van toepassing kunnen zijn. Het leidt tot een ongewone houding van het lichaam, waarbij de persoon lastig het evenwicht kan houden. Het komt meestal op latere leeftijd voor, maar als het voor het vijftigste jaar reeds voordoet dan betreft het de jonge genetische variant. Wat houdt jonge Parkinson in en wat zijn de gevolgen?
Tekort dopamine
Een primaire veroorzaker van de ziekte is een tekort aan dopamine, waardoor er relatief teveel acetylcholine aanwezig is.
Acetylcholine is de stof waarmee zenuwuiteinden communiceren met spierreceptoren, zodat spierbewegingen kunnen worden gedaan. Door een te hoge concentratie van deze stof worden de spierreceptoren overmatig gestimuleerd, waardoor trillingen ontstaan. In de beginfase start het met kleine trillingen, echter de invloed en schaal ervan neemt met de tijd toe. Oftewel er is een progressieve verslechtering van de aanmaak van dopamine.
Erfelijke factoren
Bij normale Parkinson is er geen relatie met chromosomale afwijkingen gevonden, echter bij de jonge variant bestaat er mogelijk een genetische afwijking. In vijftig procent van de gevallen kan het liggen aan het LRRK-2 of Parkin-9 gen (lit.1). Ondanks dat het nog niet wetenschappelijk is aangetoond, lijkt het erop dat er een genetische correlatie bestaat. Oftewel door ongewoon werkende genen is de aanmaak van dopamine verstoord, waardoor de ziekte ontstaat. Bij gewone Parkinson lijkt het erop dat omgevingsfactoren meer invloed op de ziekte hebben.
Ontwikkeling ziekte
Indien de ziekte bij jonge personen voorkomt, worden ten opzichte van oudere patiënten de volgende onderscheidende kenmerken herkend:
Trage ontwikkeling
De ziekte ontwikkelt zich langzamer dan de niet erfelijke variant. Dit komt doordat de oudere variant meestal een acuut optredend tekort is, waardoor trillingen sneller tot ontwikkeling komen. De aanmaak van dopamine verslechtert progressief, waardoor bijbehorende klachten ook eerder voordoen. De jongere variant is chromosoom gerelateerd, waardoor de klachten minder snel groeien maar eerder klachten geven. Let wel dit is een algeheel beeld zoals in Amerika (lit.1) is geconstateerd, echter er zijn altijd uitzonderingen.
Ongewone stand ledematen
Er is sprake van eerdere of versnelde abnormale verbuigingen van de handen of voeten (lit.1). Meestal betreft het naar binnen trekken van de tenen of zool vergelijkbaar met
golfstokvoeten bij kleine kinderen. Dit wordt veroorzaakt door overmatige spieractiviteit, waardoor teveel spanning op de
achillespees en zoolpeesplaat komt te staan.
Versnelde ontwikkeling van tic
In reactie op de behandeling met Levodopa medicatie zal de jongere patiënt eerder of versneld tic-verschijnselen hebben. Dit kan zich uiten in abnormale of acute bewegingen, waardoor de motoriek eveneens wordt aangetast.
Dementie
Bijgevolg van Parkinson is meestal het eerder krijgen van
dementie en vergeetachtigheid. Oftewel het kortetermijngeheugen wordt aangetast, waardoor men dingen, omgeving, personen enzovoorts niet meer kan herinneren. Bij de jonge variant is gebleken dat dit minder snel tot ontwikkeling komt.
In hoeverre de jonge patiënt overlast heeft van de ziekte hangt per geval af.
Invloed jonge Parkinson
Het hebben van vroegtijdige
Parkinson heeft grote impact op het leven van de patiënt. Het leidt tot disfunctioneren, doordat de trilling, tics of bewegingen overmatig zijn. De heftigheid daarvan kan zeer intens zijn, waardoor het complete functioneren wordt aangetast. Dit heeft direct gevolgen voor zowel op het werk als in de privésfeer. De omgeving accepteert het minder snel, waardoor de persoon in een isolement terechtkomt. Het kan inhouden verlies van de baan door arbeidsongeschiktheid, maar ook een afnemend aantal vrienden of kennissen. Jonge Parkinson heeft daarmee grote consequenties op het dagelijkse leven en de persoonlijke ervaring daarbij. Soms ervaart men het als te zijn verstoten. Het is eveneens aan de direct omgeving om de patiënt daar waar mogelijk fysiek als emotioneel te helpen.
Hoe kunnen tuinbonen helpen?
Normaal wordt Parkinson behandeld met
Levodopa medicatie. Het is een basisstof voor de aanmaak van dopamine, waarmee acetylcholine-aanmaak wordt getemperd. Deze stof is ook op natuurlijke basis beschikbaar. In tuinbonen zitten relatief hoge concentraties L-dopa, zodat de aanmaak van dopamine in het lichaam extra wordt gestimuleerd. Het eten van 100 gram tuinbonen zou 250 mg L-dopa bevatten. De Indische variant hierop geheten de fluweelboon bevat hogere concentraties van deze stof. Heeft men deze ziekte dan is het aan te bevelen om een tuinboonrijk dieet te volgen, zodat daarmee de aanmaak van dopamine wordt bevorderd. Zo kan mogelijk de invloed van het trillen worden beperkt.
Let wel in sommige gevallen kan er sprake zijn van jeugdige Parkinson. In dat geval kan men reeds als tiener, puber of pas volwassene de ziekte krijgen.
Lees verder