Spijsvertering onder de loep de maag
De maag heeft een belangrijke, zo niet cruciale taak in de spijsvertering. Na de mondholte maakt dit zakvormige, gekromde orgaan het voedsel weer wat geschikter om opgenomen te worden in het bloed. Resorptie is immers het doel van de spijsvertering: ervoor zorgen dat het lichaam voldoende voedingsstoffen krijgt aangeboden om alle fysiologische processen adequaat te laten verlopen. De mondholte staat in het teken van het vermalen van voedsel. De maag daarentegen heeft drie kernfuncties: opslag, verdeling en secretie. De voedselbrij moet kortom geschikt worden gemaakt om doorgegeven te worden aan de dunne darm.
Inhoud
De maag en zoutzuur
De maag (
ventriculus) bevindt zich linksboven in de
buikholte en grenst aan de
lever, de milt, de
pancreas (alvleesklier) en het middenrif. Het zakvormige orgaan kan allerlei vormen aannemen, afhankelijk van het volume van de maaginhoud en de verschillende lichaamshoudingen, zoals liggen, staan en zitten. De maagwand is bovendien sterk geplooid en voorzien van klierbuisjes.
Spijsverteringskanaal /
Bron: ClkerFreeVectorImages, Pixabay Buikvlies (peritoneum)
De dikke slijmhuid waarmee de maagwand bekleed is, en waarin de klierbuisjes tevoorschijn komen, voorkomt bovendien dat de maag zichzelf verteert, bijvoorbeeld door het
zoutzuur dat het orgaan zelf produceert en dat deel uitmaakt van het maagzuur. De buitenzijde van de maag is bekleed met buikvlies (
peritoneum). Verder bestaat een groot deel van de maag uit kringspieren (en lengtespieren), die de peristaltische bewegingen naar de
dunne darm waarborgen.
Maagportier (cardia)
De slokdarm mondt uit in de maag. De
cardia is een klep, ook wel maagmond of maagportier genoemd, die ervoor zorgt dat er geen maaginhoud kan terugstromen in de slokdarm (
oesophagus). In de maag wordt de voedselbrij fijngemalen in de mondholte vermengd met maagsap (maagzuur) dat net als
speeksel reflexmatig wordt afgescheiden en volgens dezelfde wetmatigheden functioneert.
Taken en functies van de maag
In de maag wordt het voedsel gedurende een bepaalde periode opgeslagen, afhankelijk van het verteringsproces. Ook kneedt (
peristaltiek) de maag de voedselbrij, wat de spijsvertering bevordert. De maag heeft drie belangrijke functies:
Opslag
In de maag wordt de voedselbrij twee tot vier uur lang opgeslagen. Gedurende die periode wordt de brij gekneed en vermengd met maagsap.
Verdeling
Dankzij de peristaltische bewegingen van de maagspieren wordt de gedeeltelijk verteerde voedselbrij in porties afgegeven aan de twaalfvingerige darm.
Secretie
De maagwand bevat plooien, bedekt met epitheel, ofwel foveolae. Daarin monden de klierbuisjes uit. Afhankelljk van de celsoort scheiden de maagklieren verschillende enzymen en andere stoffen af, waaronder zoutzuur en pepsinogeen voor de splitsing van eiwitten. De speekselamylase, die meervoudige koolhydraten splitst in tweevoudige en enkelvoudige suikers, werkt door zolang de voedselbrij niet zuur is geworden. Sommige cellen van het maagslijmvlies maken een stof aan die de i
ntrinsic factor wordt genoemd. Een van de eerste aanzetten tot maagsapsecretie vindt plaats met behulp van de zintuigen, zoals zien en ruiken. Dit gebeurt onder geleide van de 10de hersenzenuw. De secretie wordt vervolgens op hormonale wijze voortgezet.
Vitamine B12
De
intrinsic factor waarborgt de
resorptie van vitamine B12 (extrinsic factor) uit de darm in de bloedbaan. Een anomalie van dit proces verstoort de aanmaak van
rode bloedcellen en veroorzaakt
pernicieuze anemie.
Maagsap of maagzuur
Maagsap bevat behalve
water en slijm ook zouten, anti-anemische factoren, zoutzuur, pepsine en lebferment, een melkstremmend
enzym. Deze stoffen doen hun werk om de spijsvertering soepel te laten verlopen. Zoutzuur stopt de werking van
speekselamylase. Dankzij de steeds hogere zuurgraad kan het enzym
pepsine aan de eiwitsplitsing beginnen.
Zuurgraad
De afbraak van vetten en (resterende) koolhydraten vindt daarentegen niet in de maag plaats. Door de hoge zuurgraad van het maagsap heeft dit orgaan bovendien een desinfecterende werking. De pH van maagzuur schommelt tussen 1,35 en 3,50. Het remt of stopt de groei van micro-organismen. Daardoor hebben mensen met lage zuurwaarden vaker last van
darminfecties.
Maagsapproductie
De productie van maagsap wordt op drie manieren gestimuleerd:
- Reflectorisch. Door zien, ruiken en proeven worden de maagklieren aangezet om maagsap aan te maken. Dit gebeurt dus reflexmatig, zoals bij de speekselproductie.
- Mechanisch. De reflectorisch aangezette aanmaak van maagsappen wordt in de maag voortgezet, zoals bij uitrekking van de maagwand als er voedselaanbod is.
- Hormonaal. Dankzij bepaalde verteringsstoffen komt in de maagwand het hormoon gastrine vrij, dat via de bloedsomloop terugkeert in de maag en de maagsapproductie stimuleert (hormonale prikkeling) zolang er zich onverteerd voedsel in de maag bevindt.
Pylorus (maaguitgang)
De maaguitgang bestaat uit een
kringspier, de pylorus. Deze spier opent zich op ritmische wijze na elke peristaltische golfbeweging van de maag en laat telkens een zeer kleine hoeveelheid van de voedselbrij door, die inmiddels voor een deel is verteerd en zuur van reactie. In de
dunne darm of twaalfvingerige darm aangekomen begint de volgende fase van het
spijsverteringsproces.
Lees verder