Spijsvertering onder de loep – de dunne darm
De dunne darm bestaat uit drie delen, waaronder de twaalfvingerige darm, en is ongeveer 6 meter lang. Een van de belangrijkste taken van de dunne darm bestaat uit het onttrekken van voedingsstoffen aan de voedselbrij. Een gigantisch netwerk van haar- en lymfevaten staat garant voor de continue resorptie van nutriënten en talloze andere stoffen. Dat is alleen mogelijk dankzij het grote aantal darmplooien en -vlokken, wat de oppervlakte van de dunne darm en dus het resorptievermogen enorm vergroot. Hierbij is veel arbeidsvermogen en zuurstof nodig. Na een maaltijd staan de bloedvaten in de darm dan ook wijd open. Dat gaat ten koste van de bloedvoorziening van veel andere organen. Het is tevens de voornaamste reden waarom veel mensen na het eten graag een dutje (even achter de pet) zouden willen doen. Eigenlijk best een gezonde gewoonte.
Inhoud
Twaalfvingerige darm (duodenum)
De verteringsreis van het voedsel is lang. In de
maag is de voedselbrij zuur geworden en zijn de meeste
bacteriën gedood door het zoutzuur. Dankzij het zure milieu heeft het enzym pepsine vrij baan gekregen en zijn de eiwitten voor een deel gesplitst in aminozuurcomplexen. De afbraak van zetmeel is tijdelijk gestaakt, behalve wat de
speekselamylase nog heeft kunnen bewerkstelligen vóór de geleidelijke verzuring van de maaginhoud.
Dunne darm en dikke darm /
Bron: Bodymybody, Pixabay Pylorus
De pylorus laat telkens kleine hoeveelheden van de
maaginhoud door naar het eerste gedeelte van de twaalfvingerige darm, die ongeveer 25 centimeter lang is (afgeleid van 12 inch, vandaar de naam). De voedselbrij is nu volop in de verteringsfase.
Alvleesklier en gal
Een belangrijke taak van de
twaalfvingerige darm bestaat uit het neutraliseren van de pH. Dat gebeurt met natriumbicarbonaat, geproduceerd in de
alvleesklier en naar de dunne darm getransporteerd via een afvoerbuisje (
ductus pancreaticus) dat samen met de
galbuis (
ductus choledochus) uitmondt in de twaalfvingerige darm. De uitmonding in de dunne darm wordt de papil van Vater (
papilla Vateri) genoemd. Het is een weefselverhoging voorzien van een kringspier die de toevoer van verteringssappen regelt.
Darmklieren en enzymen
De twaalfvingerige darm staat volledig in het teken van de vertering van de voedselbrij. Dankzij het natriumbicarbonaat gaat de pH omhoog. De darmklieren maken darmsap aan. Naast
water en slijm zijn de belangrijkste
enzymen van het darmsap:
- Erepsine. Voor de splitsing van eiwitten in aminozuren.
- Maltase, lactase en sacharase. Deze enzymen zorgen ervoor dat de disachariden zodanig worden afgebroken dat alleen monosachariden (enkelvoudige suikers, zoals fructose en glucose) overblijven.
Spijsvertering en pancreas
Ook de alvleesklier (pancreas) maakt een groot aantal enzymen aan. Het pancreassap wordt in de twaalfvingerige darm uitgescheiden. Het bevat onder andere:
- Natriumbicarbonaat. Voor het neutraliseren van de zure maaginhoud.
- Trypsine. Een enzymenmengsel voor de eiwitsplitsing.
- Amylase. Splitst het zetmeel dat nog in de inmiddels pH-neutrale voedselbrij zit.
- Lipase. Dit enzym waarborgt de vetsplitsing en wordt geactiveerd door de gal.
Galzure zouten
De
gal heeft een cruciale functie in de vetvertering. De
galzure zouten emulgeren de vetten, waarna lipase kan beginnen aan de afbraak ervan. Ook activeert de gal dit pancreasenzym. Zodra het vet verteerd is, wordt de oplosbare glycerol geresorbeerd. De niet oplosbare vetzuren passeren eveneens de darmwand en worden in de vorm van vetzuur-galzuur-verbindingen opgenomen in de lymfevaten. Na een ingewikkeld chemisch koppelings- en ontkoppelingsproces verenigen glycerol en vetzuren zich weer nadat het galzuur ervan werd losgemaakt, waarna het vet via de
lever (poortader) en de lymfevaten in het
bloed terechtkomt.
Vertering in de dunne darm
De voedselbrij, ofwel de maaginhoud, passeert in kleine hoeveelheden de pylorus. In de dunne darm worden vers aangemaakte verteringssappen toegevoegd, waaronder gal, pancreasenzymen en darmsappen. Langzaam wordt de voedselbrij
alkalisch, dankzij het natriumbicarbonaat maar voornamelijk door gal, die onder andere emulgerende stoffen bevat die ervoor zorgen dat het vet zeer fijn wordt verdeeld.
Voedingsstoffen
De
dunne darm is ongeveer 6 meter lang. Dankzij de peristaltiek – kring- en lengtespieren – wordt de voedselbrij heel traag als op een lopende band naar de
dikke darm getransporteerd. De vertering gaat onderwijl gewoon door. Uiteindelijk is het
voedsel vrijwel helemaal afgebroken en blijven onder andere de volgende nutriënten (voedingsstoffen, bouwstoffen) over en worden opgenomen in het bloed:
- Aminozuren (van eiwitten).
- Vetzuren (van vetten).
- Glucose (van koolhydraten).
Nuchtere darm (jejunum) en kronkeldarm (ileum)
De nuchtere darm is ongeveer 2,5 meter lang. Hier vindt eveneens een groot deel van de
vertering plaats, en vervolgens de opname in het bloed van praktisch alle voedingsstoffen. De kronkeldarm, of ileum, is ongeveer 3 meter lang, en vormt het sluitstuk van de vertering en resorptie. Samenvattend passeert het voedsel eerst de twaalfvingerige darm, daarna de nuchtere darm en als laatste de kronkeldarm, die samen de dunne darm vormen. De dunne darm mondt uit in de dikke darm, waar de volgende fase begint van de fascinerende reis dat het voedsel maakt in het
spijsverteringskanaal.
Lees verder