Spijsvertering onder de loep de lever
De lever heeft een spilfunctie in de spijsvertering. De poortader transporteert immers het zeer voedingsstofrijke bloed van de darmen naar dit orgaan. Bovendien is de lever een voorraadkamer van vitaminen, maar ook van ijzer, koper en talloze andere mineralen en stoffen. Ook speelt dit orgaan een belangrijke rol in het stollingsmechanisme. De aanmaak van gal in de lever is direct van invloed op een goed verloop van de spijsvertering. Afgeleid daarvan is geelzucht (icterus) een ziekte of beter gezegd een symptoom die met het functioneren van de lever en de gal te maken heeft.
Inhoud
De poortader
De
lever bevindt zich rechtsboven in de buikholte, waarbij de bovenzijde tegen het middenrif aanligt. In de groef aan de onderzijde, ofwel de leverhilus, lopen twee bloedvaten de lever in: de poortader (
vena porta) en de
leverslagader (
arteria hepatica). In dezelfde groef verlaat de leverbuis (
ductus hepaticus) de lever en mondt uit in de galblaasbuis (
ductus systicus). De gemeenschappelijke afvoerbuis heet
ductus choledochus, die samen met de
ductus pancreaticus van de
alvleesklier uitmondt in de
twaalfvingerige darm.
Het wondernet
De lever weegt ongeveer anderhalve kilo en is te vergelijken met een chemische verwerkingsfabriek, die zeer veel brandstof (zuurstof) nodig heeft. Dit massieve orgaan ziet er heel homogeen uit. Het leverweefsel bestaat echter uit talloze, veelhoekige
leverkwabjes van ongeveer 1 millimeter doorsnede. De voedingsstofrijke poortader verlaat de darmen, dringt de lever binnen en vertakt zich in haarvaatjes (
capillairen) die in de leverkwabjes als wielspaken weer samenkomen in een centraal adertje. Deze kleine aders monden uit in de leveraders en uiteindelijk in de holle ader.
Uitwisseling van voedingsstoffen
Dankzij dit haarvatenstelsel komt de uitwisseling van (voedings)stoffen tussen het
bloed en de lever tot stand. Men noemt dit ook wel een aderlijk wondernet, zoals in de placenta, waarbij een ader (zuurstofarm) zich vertakt in haarvaten en uiteindelijk weer een ader vormt. Rondom de levercellen bevinden zich zeer fijne
galbuisjes, die in steeds grotere buisjes uitmonden, zoals bij bloed- en lymfevaten.
Functies van de lever
De lever heeft een spilfunctie in de spijsvertering, met name in de
verwerking van de voedingsstoffen en andere stoffen die uit de
darm zijn geresorbeerd. De opsomming hieronder is beslist niet compleet. Alleen de belangrijkste taken/functies van de lever worden vermeld:
Aanmaak van gal
Deze cruciale leverfunctie is direct van invloed op het verloop van de spijsvertering.
Gal is een groene vloeistof en bestaat uit
water, cholesterol, galzure zouten en galkleurstoffen. Gal wordt uitgescheiden in de dunne darm en heeft allerlei taken, zoals het emulgeren van vetten en het activeren van lipase.
Verwerking van aminozuren
Bij een eiwitrijke voeding is er vrijwel altijd een te groot aanbod van aminozuren (bouwstenen van het eiwit). In dat geval splitst de lever de aminozuren die niet gebruikt worden voor de vorming van
lichaamscellen en bloedeiwitten in ammoniak en een restgedeelte, dat geschikt is voor de aanmaak van enkelvoudige suikers (glucose). De ammoniak verlaat als ureum het lichaam via de
urine.
Afbraak en opslag
Hormonen worden in de lever weer afgebroken. Ook slaat dit belangrijke orgaan
vitaminen en
mineralen op, zoals ijzer (nodig voor de aanmaak van
hemoglobine) en koper.
Ontgifting
Veel gifstoffen worden in de lever gebonden aan glucuronzuur (onschadelijk gemaakt).
Koolhydraatstofwisseling
De eilandjes van Langerhans in de alvleesklier (pancreas) produceren insuline en glucagon, die nodig zijn voor het constant houden van het bloedsuikergehalte. De lever is in dat opzicht een buffer en levert een grote bijdrage aan de regulering van de
suikerstofwisseling door bijvoorbeeld het teveel aan glucose om te zetten in glycogeen.
De lever en geelzucht (icterus)
Geelzucht is een aparte vermelding waard. Dit symptoom van een ziekte heeft immers direct of indirect met de lever te maken. Icterus kent door de bank genomen drie oorzaken.
Oorzaken
- Prehepatische geelzucht. Zoals de naam al zegt, moet de oorzaak gezocht worden vóór de lever, zoals bij een te grote afbraak van rode bloedlichaampjes (erytrocyten). Bij die afbraak komt bilirubine vrij. Dit veroorzaakt een gele verkleuring van de huid en het oogwit. Het wordt ook wel hemolytische icterus genoemd.
- Posthepatische geelzucht. De oorzaak ligt achter de lever, zoals bij galsteenlijden. Hierdoor is de bilirubinespiegel in het bloed te hoog.
- Intrahepatische icterus. De oorzaak van de geelzucht bevindt zich in de lever, zoals bij een infectie (hepatitis).
De spijsvertering
De gal wordt uitgescheiden in de dunne darm en levert een substantiële bijdrage aan de spijsvertering, zoals hierboven genoemd. De grotendeels verteerde voedingsbrij reist verder door het
maag-darmstelsel. In de
dikke darm begint de volgende en tevens laatste fase van de fascinerende reis van het
voedsel.
Lees verder