Hormoonstelsel onder de loep de bijnieren
De bijnieren produceren veel hormonen. Een van de bekendste is adrenaline, die de hartslag versnelt en de bloedvaten vernauwt. Dit hormoon wordt ook wel de vloeibare sympathicus genoemd. Het heeft een hele tijd geduurd voordat de bijnierfuncties uit de nevelen der medische onwetendheid tevoorschijn kwamen. Pas in de twintigste eeuw werden belangrijke nieuwe feiten bekend. Een hoge of lage bloeddruk houdt bijvoorbeeld indirect verband met de werking van het hormoon aldosteron, dat in de bijnierschors wordt aangemaakt. De bijnier is al met al een zeer veelzijdige en onmisbare hormoonklier.
Inhoud
Kalium-natriumgehalte en de bijnieren
De bijnieren (
glandulae suprarenales of
renalis) bestaan uit de bijnierschors (
cortex) en het bijniermerg (
medulla). Ze liggen als kapjes op de
nieren met vetweefsel ertussen. Het bestaan van de bijnieren is al eeuwenlang bekend. In vervlogen dagen heerste tuberculose wereldwijd en dus ook in Europa als een soort pest, waarbij naast de
longen en andere organen de bijnieren evenmin gespaard bleven. In 1885 ontdekte
Addison dat tuberculeuze aantasting van de bijnieren de
dood tot gevolg had. Een bijnierziekte is nog steeds naar hem vernoemd.
Keukenzout
In de jaren twintig van de vorige eeuw kon worden aangetoond dat bij Addison-patiënten mineraalspectrumstoornissen (met name het kalium-natriumgehalte in het
bloed) voorkwamen die met toediening van keukenzout in geringe mate konden worden opgeheven. Daarna volgden de medische ontwikkelingen elkaar snel op en realiseerde men zich dat het bijniermerg en de bijnierschors totaal verschillende
functies hebben.
Bijnierschors en corticosteroïden
De bijnierschors maakt veel hormonen aan die
corticosteroïden worden genoemd. Ze zijn van cruciaal belang voor tal van levensfuncties en onder te verdelen in drie groepen:
Mineralocorticoïden
Deze hormonen beïnvloeden het kalium-natriumgehalte in het
bloed door terugresorptie van water en natrium door de nieren. Ook regelen ze mede de uitscheiding van
calcium en fosfor. Een belangrijk hormoon uit deze groep is
aldosteron, dat op indirecte wijze de bloeddruk verhoogt of verlaagt door de natrium-kaliumbalans (water- en zouthuishouding) te beïnvloeden. Deze stof prikkelt met andere woorden de nieren om meer of minder
water vast te houden.
Glucocorticoïden
Deze hormonen zetten de lever aan tot de omzetting van eiwitten in glucose (gluconeogenese). Ook remmen de bijnierschorshormonen
ontstekingsreacties. Via de hersenstam en de
hypofyse prikkelen ze bij
verwondingen of infecties de bijnierschors tot een verhoogde aanmaak van glucocorticoïden. Daarmee wordt een te sterke afweer tegen deze belasting tegengegaan. De bijnierschors maakt hydrocortison aan. Aanverwante stoffen, zoals het chemisch nagemaakte
prednison, worden terughoudend voorgeschreven bij onder andere infecties en allergische reacties.
Androgene hormonen
De bijnierschors produceert testosteron, alsook oestradiol (vrouwelijk geslachtshormoon), hoewel slechts in kleine hoeveelheden. De meningen zijn erover verdeeld of ze karakteristiek gerekend moeten worden tot
bijnierschorshormonen, aangezien ze alleen in grote hoeveelheden in de geslachtsklieren worden aangemaakt.
Bijniermerg
Het bijniermerg maakt adrenaline en de daaraan verwante noradrenaline aan. Adrenaline versnelt de
hartslag, vernauwt de bloedvaten en verhoogt aldus de
bloeddruk. Het hormoon doet echter nog veel meer, zoals het verwijden van de luchtwegvertakkingen (
bronchi) en de omzetting van glycogeen in glucose in de
lever. Kortom, adrenaline zorgt ervoor dat het lichaam klaar is voor actie (vechten of vluchten, zoals bij angst). De aanverwante
noradrenaline is een hormoon (en neurotransmitter) met een opwekkende werking. Te veel of te weinig noradrenaline in het bloed uit zich in respectievelijk euforie of depressiviteit. Ook andere neurotransmitters spelen daarbij een rol, zoals serotonine.
Stoornissen in de bijnierfunctie
Er zijn nogal wat stoornissen in de bijnierfunctie, zoals hoge bloeddruk, die mede veroorzaakt kan worden door een verhoogde aanmaak van bijniermerg- en bijnierschorshormonen. Met name twee aandoeningen zijn van belang.
Bron: FotoshopTofs, Pixabay Ziekte van Addison
Deze aandoening is te wijten aan een verminderde werking van de bijnierschors, zoals lang geleden beschreven door de Britse arts Thomas Addison (1793-1860). Doorgaans is de bijnier aangetast door tuberculose of
metastasen van
tumoren. Het klinische beeld kenmerkt zich vooral door extreme vermoeidheid, gewichtsverlies en abnormale pigmentatie van de
huid die aan druk of licht is blootgesteld. De behandeling van de ziekte van Addison bestaat voornamelijk uit het toedienen van corticosteroïden. Ze vullen het tekort aan mineralocorticoïden en glucocorticoïden als gevolg van de hypofunctie van de bijnieren aan. De
bloeddruk en het bloedsuikergehalte zijn in de regel laag.
Symptomen
De symptomen van de ziekte van Addison zijn onder meer:
- Concentratieverlies.
- Trek in zout voedsel.
- Dorst.
- Chronische diarree.
- Anorexie door verminderde eetlust.
- Lage bloedsuiker.
- Sterke pigmentatie.
- Vermoeidheid.
- Gewichtsverlies.
Syndroom van Cushing
Deze aandoening is chronisch, waarbij de bijnierschors te veel hormonen aanmaakt. De oorzaak kan een tumor zijn of een chronische toename van bijnierweefsel door mogelijk een fors verhoogde productie van
bijnierschors-stimulerende hormonen (A.C.T.H.), uitgaande van de hypofyse. Andere oorzaken van dit syndroom zijn mogelijk te vinden in de hersencentra of in de hypothalamus die te veel CRH (
corticotropin-releasing hormone) aanmaakt.
Symptomen
De symptomen zijn onder andere:
- Vollemaansgezicht, vetzucht.
- Abnormale haargroei.
- Striae op de buik en billen door bindweefselverzwakking.
- Vermoeidheid.
- Impotentie.
- Abnormaal veel acne.
Lees verder