Crosne of Japanse Andoorn; delicatesse uit de moestuin
Crosne is een ondergronds groeiende groente in de vorm van kleine mini michelinmannetjes. Ze zien er wit en spiraalvormig uit. Oorspronkelijk komt crosne uit Noord-China maar gek genoeg heet deze plant Japanse andoorn. In Nederland is deze groente vrij onbekend maar in delen van Frankrijk is het een bekende delicatesse. Crosne kan eenvoudig zelf in de moestuin worden gekweekt. Kwa smaak zou je crosne kunnen omschrijven als een combinatie van bloemkool, schorseneer en artisjok.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
Naamgeving crosne
De Latijnse naam voor crosne is
Stachys sieboldi. De Duits-Nederlandse botanicus en Japankenner Philip Franz von Siebold is verantwoordelijk voor het tweede deel in de Latijnse naam. De plant wordt van oorsprong Japanse andoorn genoemd. Crosne is een naam die vernoemd is naar de Franse plaats Crosne. In Frankrijk is dit kleine grappig gevormde knolletje een populaire delicatesse en werd hij voor het eerst op grote schaal geteeld rond de plaats Crosne, een plaatsje dat 18 kilometer onder Parijs ligt. Crosne heeft veel bijnamen. Hij wordt Chinese artisjok, Japanse aardappel, knolaardappel, Chinese aardpeer en stachy genoemd.
Geschiedenis crosne
In Duitsland wordt de plant Knollen-Ziest genoemd. Hij is familie van Sumpf-Ziest en Heide-Ziest (bergandoorn in
het Nederlands) die door de Germanen al werden gegeten. Daarnaast is deze bergandoorn een geneesplant die vroeger in gedroogde vorm in apotheken lag. In 1882 voerde de Fransman M. Pailleux crosne in Europa in. Hij werd vlak onder Parijs verbouwd; bij het plaatsje Crosne. Crosne behoort net als de bergandoorn tot de lipbloemenfamilie.
Crosne zelf kweken
Crosne groeit zowel in de zon als in de halfschaduw. Je kunt ze het beste 10 centimeter uiteen planten. Hij doet het goed in zanderige
bodem. De crosneplant of Japanse andoorn wordt 50 centimeter hoog. De knolletjes zijn vorstbestendig. Crosne kan gaan woekeren, oftewel de plant vermeerdert zichzelf goed. Je kunt om deze reden kiezen om crosne in een pot te kweken.
Crosne eten
Crosne hoef je niet te schillen. Je borstelt de spiraalvormige knolletjes goed schoon zodat er geen zand meer aan zit. Wat overblijft zijn cremekleurige langwerpige knollen die opgebold zijn als ware het michelinmannetjes. Crosne kun je op dezelfde manier als aardappelen bereiden. Je kunt ze aldus frituren, bakken, koken en roosteren. Daarnaast kun je crosneknolletjes rauw eten in een salade. Voor dat doel zou je ze eerst kunnen raspen of gewoon in kleine stukjes snijden. Je kunt ook crosne
blancheren om ze beetgaar te eten.
Crosne verkrijgen: naar de toko of zelf kweken?
Ze smaken een beetje nootachtig. Crosne zijn in China te koop, zowel vers als ingemaakt in een potje. In Nederland is crosne steeds vaker vers te koop bij een toko. Voor mensen die het leuk vinden met een moestuin te experimenteren is crosne een ideale plant. Je vindt hem niet vaak in de winkels en als je hem vindt is hij niet goedkoop. Met crosne heb je een leuke, originele moestuingroente in de tuin of op het balkon.
Twee Recepten crosne
Crosne kun je prima bakken met
uitjes,
knoflook, paprikapoeder en een mix van groene kruiden zoals
salie,
tijm en
rozemarijn. Bak eerst de uitjes en de knoflook twee minuutjes en voeg de crosne daarna eraan toe. Zo heb je een lekkere basis voor een maaltijd. Een andere manier om crosne te eten is om het te roosteren of te gratineren in de oven. Roosteren kan ook in de koekenpan zonder boter of olie, met een deksel erop. Hij hoeft maar heel even verwarmd te worden, zeg drie tot vijf minuutjes want hij is rauw ook eetbaar. Als ze warm uit de oven komen kun je er een klontje roomboter op doen.
Lees verder