De geneeskracht van melganzenvoet
Melganzenvoet is de naam van een plant die je ongetwijfeld hebt gezien in Nederland. Misschien heb je hem wel uit je eigen tuin verwijderd al mompelende, wat doet al dat onkruid hier? Deze plant wordt in Europa als onkruid beschouwd, maar er zijn vele gebieden op de wereld waar de plant met groot plezier wordt opgegeten. Als de mensheid kennis neemt van planten als melganzenvoet, is honger tijdens oorlogen en andere crises voorgoed een verschijnsel uit het verleden.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Botanische tekening melganzenvoet /
Bron: Johann Georg Sturm, Wikimedia Commons (Publiek domein)Inhoud:
Verspreiding
Melganzenvoet is verspreid over vrijwel geheel de wereld. Ook in de tropische gebieden groeit het goed. In bergen groeit het tot 4300 meter hoogte. Hij groeit het liefst op braakliggend land, onbewerkt land en akkers. In verband met dat laatste houden boeren niet zoveel van ganzenvoet. Het ontspringen van ganzenvoet tussen de gecultiveerde gewassen zou je als volgt kunnen uitleggen: De natuur laat de boer zijn hoe overbodig zijn werk in feite is; er zijn genoeg wilde, eetbare planten.
Eetbaarheid melganzenvoet als brood
De zaden van melganzenvoet worden al minstens sinds de prehistorie gegeten. Waarschijnlijk daarvoor ook, maar veel verder kunnen historici niet terug kijken; wat er voor de prehistorie is gebeurd, is onderwerp van speculatie. De zaden van deze plant bevatten zeer veel olie. Na het malen van de zaden verkrijg je een oliehoudende pasta. Hierdoor is het meel zonder al te veel toevoegingen al bruikbaar om ons dagelijks brood te bakken. Het brood van melganzenvoet wordt wel eens smalend ´hongerbrood´ genoemd. Melganzenvoet is familie van de amarant, een plant waarvan ook meel gemaakt kan worden.
Zaden van de melganzenvoet /
Bron: AnRo0002, Wikimedia Commons (CC0)In de magen van Deense veenlijken zoals de Tollund man die dateren van 9000 jaar voor Christus, zitten de zaden van melganzenvoet.
Naamgeving
De
wetenschappelijke, Latijnse naam voor melganzenvoet is
Chenopodium album. Chenopodium betekent letterlijk ´ganzenvoet´ terwijl album het Latijnse woord is voor ´wit´. De plant is zo genoemd omdat de bladeren vaak lijken op de vorm van een ganzenvoet, hoewel de bladeren ook langwerpig ovaal kunnen zijn. In Duitsland heet de plant Weiße Gänsefuß terwijl de plant in Engelstalige landen chicken weed wordt genoemd. Twee andere namen in
het Nederlands zijn melde en witte ganzenvoet.
Melganzenvoet in Duitsland /
Bron: AnRo0002, Wikimedia Commons (CC0)Melganzenvoet als groente
Tegenwoordig beschouwen mensen melganzenvoet als schapen-, varkens- en vogelvoer, maar het blad van melganzenvoet is voor de mens ook gewoon eetbaar. Je kunt het eten als
spinazie. Vooral in de Himalaya is melganzenvoet als groente eten nog gebruikelijk. De jonge zaden kunnen eveneens worden gekookt. Ze krijgen dan een
broccoliachtige smaak.
Behalve een basis voor brood en een prima groente is melganzenvoet een saladegroente, soepgroente en kan het gedroogd worden om als thee te dienen.
Traditionele geneeswijze
Melganzenvoet is niet alleen een gezonde wilde groente maar het behoort ook tot de
geneesplanten. De bladeren zijn effectief tegen worminfecties, ontstekingen, reuma en obstipatie. Uitwendig wordt de plant toegepast doordat de bladeren insectenbeten, zonnesteek, reuma en gezwollen voeten ermee worden. Een afkooksel kan worden gebruikt bij cariës oftewel tandontsteking. De zaden werden gekauwd om urologische problemen zoals urineweginfecties te behandelen. Het sap van de stengel wordt ingezet bij sproeten en zonnebrand. Het sap van de wortel wordt aangewend bij diarree die gepaard gaat met ontsteking van de maag of darmwand. Als voedsel in poedervorm kan de menstruatiecyclus ermee worden onderdrukt
Vitaminen melganzenvoet
Melganzenvoet is een rijke bron van
vitaminen. Sommige sites proberen mensen te waarschuwen tegen het eten van melganzenvoet omdat er oxaalzuur in zit. Deze stof is slechts voor een klein deel van de mensen slecht, namelijk voor hen met nierproblemen. Andere groenten eet je ook niet dagelijks. Melganzenvoet is daarom geheel en al ongevaarlijk. Bovendien hoef je er niet veel van te eten. In 100 gram melganzenvoet zit reeds 96% van de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) aan vitamine C! Melganzenvoet groeit waar het wil, en dat is vaak op voedingsrijke bodem. Hierdoor bevat het eveneens een hoge hoeveelheid vitamine A; in 100 gram zit 73% van de ADH aan vitamine A! Overige vitaminepercentages zijn: B2: 37%ADH, B6: 21%ADH, B1: 14% ADH. Van B9 en B3 zit er in een onsje melganzenvoet 8% van de ADH.
Mineralen melganzenvoet
De percentages voor
mineralen in melganzenvoet zijn iets lager dan die voor vitaminen maar nog steeds relatief hoog in vergelijking met andere groenten. Deze percentages vind je normaal gesproken terug bij noten en
zaden. Ook hier betreffen de percentages gewichten van 100 gram. Melde bevat 37% van de ADH aan
mangaan en 31% van de ADH aan calcium.
Magnesium,
fosfor en
kalium zitten in deze plant met 10% van de ADH.
IJzer volgt deze mineralen op de voet met 9% van de ADH. Verder zit in een ons melde nog 5% van de ADH aan
zink.
Verwerkingsvorm melganzenvoet
Om van de medicinale werking van melganzenvoet te genieten kun je het gewoon eten. Daarnaast kun je er een thee van drinken. Zoals bij alle medicinale theesoorten geldt ook hier dat het nooit verstandig is om langer dan vier weken dezelfde thee te drinken. Wat het eten betreft kun je volstaan met de plant eens per week te eten, als hij in het seizoen is. Eventueel kun je de bladeren drogen om ze in de winter te gebruiken in een stamppot.
Inhoudsstoffen en werkingen
Van deze plant worden met name de bladeren en de bloemen of zaden gebruikt. In melganzenvoet zitten de volgende inhoudsstoffen:
saponinen of zeepstoffen, betalaïne,
flavonoïden, oxaalzuur,
proteïnen, vitaminen en mineralen. Dat maakt dat deze plant beschikt over de volgende medicinale werkzaamheden: bloedzuiverend, ontstekingsremmend bij nier- en blaasinfecties, longondersteunend en wondhelend.