Ademoefeningen – vasthouden van de adem (kumbhaka pranayama)
In de Indiase yogaleer is kumbhaka – het vasthouden van de adem – zeer belangrijk. Het doel ervan is het beheersen van de levenskracht, die zich uit als vitaliteit in het dagelijks leven. Bovendien wekt kumbhaka de slangenkracht (kundalini) op en activeert deze alles doordringende energie de chakra's. Kumbhaka is een belangrijk aspect van ademoefeningen, ook in de westerse yogascholen. Voor de orthodoxe Indiase yogi heeft het vasthouden van de adem één specifiek doel: het vrijmaken en beheersen van prana in het lichaam en deze psychofysiologische energie richten en leiden zoals het hem goeddunkt. De verkregen siddhi's, of vermeende bovennatuurlijke krachten, beschouwt hij als een bijkomstigheid. Aan kumbhaka zijn echter gevaren verbonden die geen enkele beginnende yogi mag onderschatten.
Inhoud
Kumbhaka – het manipuleren van de ademhaling
Pranayama, ofwel beheersing van prana (levenskracht), maakt deel uit van het
achtvoudige yogapad van Patanjali. De eerste fase van pranayama bestaat uit diep in- en uitademen en het normaliseren van de
gewone ademhaling. Het lichaam neemt dan meer zuurstof op in het bloed en geeft de kooldioxide op optimale wijze af aan de
longen. De longgaswisseling staat geheel in het teken van de intracellulaire stofwisseling.
Volledige yoga-ademhaling
Naast dat er sprake is van een optimale longgaswisseling en intracellulaire ademhaling stroomt er tijdens de
volledige yoga-ademhaling in toenemende mate prana door de 72.000 nadi's van het lichaam. Volgens de yogafilosofie worden deze pranastromen nog intenser beïnvloed als er beurtelings door het linker- en rechterneusgat – de uitmondingen van de hoofdkanalen
ida en
pingala – wordt in- en uitgeademd. Deze ontwikkelingsgang zuivert de nadi's, of pranakanalen, en is in die zin een voorbereidende oefening. De echte pranayama neemt een aanvang als de adem tussen de in- en uitademing wordt vastgehouden. Dit noemt men
kumbhaka, waarbij de nadi's onderwijl grondig worden gereinigd.
Prana
Volgens de yogaleer beïnvloedt kumbhaka ook de pranastromen van en naar alle
lichaamscellen van de verschillende organen. Energie die door middel van concentratieoefeningen op specifieke wijze kan worden gericht. Als gevolg daarvan verwerft de
yogi beheersing over deze pranastromen en kan hij deze levensenergie naar believen richten op elk orgaan of lichaamsdeel. Pranayama betekent letterlijk 'beteugeling van prana'. Het maakt integraal deel uit van de orthodoxe beoefening van
hatha-yoga, een onderdeel van
raja-yoga ofwel het pad van Patanjali. In technisch opzicht begint de échte pranayama met de beoefening van kumbhaka, de rest wordt als voorbereiding erop beschouwd.
Siddhasana (voltooide houding) met jnana mudra /
Bron: Jemasty, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Doel van pranayama
Bij het inhouden van de adem komt energie (prana) vrij in het lichaam. Het belangrijkste doel van pranayama is om de prana met behulp van diverse
ademoefeningen te leren beheersen. In dat opzicht is het belangrijk om te weten dat er in het lichaam twee soorten van gaswisseling (ademhaling) plaatsvinden:
Longademhaling (uitwendig)
In de
longen vindt de uitwisseling plaats van zuurstof en kooldioxide. Dankzij de werking van de
spieren en zenuwen, hun interactie en tal van andere fysiologische processen (waaronder osmose en colloïd-osmotische druk), wordt in de
longblaasjes zuurstof uit de ingeademde lucht opgenomen in het
bloed en koolzuur – een afvalstof van de celstofwisseling – afgegeven aan de lucht.
Intracellulaire ademhaling (inwendig)
Het lichaam bestaat uit verschillende soorten cellen, zoals
huidcellen, bot-,
lever- en hersencellen. Aangezien het lichaam is opgebouwd uit cellen moet de longademhaling gericht zijn op de intracellulaire ademhaling, ofwel de celgaswisseling. Op de keeper beschouwd hebben alle fysiologische processen tot doel deze
celstofwisseling vlekkeloos te laten verlopen, omdat anders onherroepelijk de
dood volgt.
Psychofysiologisch
Conform de
yogafilosofie is de celademhaling niet alleen nodig voor de levensprocessen, maar dankzij kumbhaka worden de biologische processen als gevolg van de intracellulaire verbranding intens gestimuleerd, waardoor het lichaam aldus wordt gemagnetiseerd. De yogi gebruikt de vrijgekomen energie (prana) voor tal van doeleinden, waaronder bepaalde psychofysiologische processen die als bovennatuurlijk worden beschouwd, zoals dagenlang begraven kunnen worden, het stimuleren van de duikreflex, telepathie en telekinese. In de westerse yogascholen is kumbhaka erop gericht de vitaliteit te vergroten ten behoeve van de dagelijkse levenskwaliteit.
De vier geledingen van pranayama
Een andere betekenis van pranayama is 'beteugeling of onderdrukking van de ademhaling'. Uiteraard met als doel om de pranastromen in het lichaam te beheersen en te leiden. Veel commentaren op de
Yoga-Sutras van Patanjali gaan in op de wijze waarop dat wordt bewerkstelligd. Het wordt als 'hogere yoga' beschouwd. Alle ademoefeningen bestaan uit vier aspecten of componenten, waarbij kumbhaka de belangrijkste fase is en direct te maken heeft met het 'opladen en geleiden van energie of prana':
- Puraka, ofwel de inademing.
- Antara kumbhaka, ofwel het vasthouden van de adem als de longen gevuld zijn.
- Recaka, ofwel de uitademing
- Bahya kumbhaka, ofwel het inhouden van de adem na de uitademing ('lege' longen).
OM-symbool /
Bron: Brenkee, PixabayFysiologische uitwerking van kumbhaka
Een kumbhaka van pakweg vijf tot tien seconden is voor iedereen uitvoerbaar. De ingeademde lucht wordt dan beter verbruikt, gelet ook op het feit dat bij een gewone inademing slechts ongeveer 10 procent van de 21 procent zuurstof via de
longblaasjes wordt afgegeven aan het bloed. Bij een geringe kumbhaka gaat de zuurstofopname met procenten omhoog. Gekoppeld daaraan is de uitwisseling van kooldioxide eveneens optimaal. In de westerse yogascholen zal men doorgaans niet verder gaan dan de genoemde
eerste fase van kumbhaka, die tevens als voorbereiding dient op de meer complexe kumbhaka's, die tot wel 30 minuten kunnen duren.
Ademoefeningen voor gevorderden
Gevorderde kumbhaka's en andere oefeningen stimuleren onder andere de duikreflex en veroorzaken allerlei fysiologische reacties. Ze staan aan de basis van de
siddhi's, ofwel de
occulte vermogens waarvan de
Yoga-Sutra's van Patanjali er een hele reeks opsomt. Deze complexere vormen van kumbhaka vallen echter buiten het bestek van dit artikel. Voor de gewone yogabeoefenaar, die vol in het maatschappelijke leven staat en voor zijn werk en sociale leven het maximale uit de
yogapraktijk wil halen, geldt de volgende belangrijke regel als het de beoefening van kumbhaka betreft:
Houd de adem alleen zolang vast tot het reflexmechanisme gaat concurreren met het doorzettingsvermogen. De kumbhaka moet draaglijk blijven, dus zonder op overdreven wijze de wilskracht aan te spreken en zonder dat het lichaam onaangename reacties vertoont.
Ervaren yogaleraren
De voorbereidende fase van kumbhaka, feitelijk een inleiding op de gevorderde technieken, vergroot de
vitaliteit omdat deze ademoefening een betere gaswisseling in de longen en uiteindelijk ook een betere
cellulaire stofwisseling waarborgt. Zoals boven aangeduid zijn andere vormen van kumbhaka alleen geschikt als ze onder leiding van een ervaren
yogaleraar worden beoefend. Te ver en te intens doorgevoerde kumbhaka's kunnen uitmonden in fysiologische stunts die ronduit gevaarlijk zijn.
Lees verder