Ademhalingsstoornissen – Cheyne Stokes-ademhaling
Ademen gaat vanzelf, zo lijkt het. Toch is elke in- en uitademing het resultaat van een ingewikkeld fysiologisch en chemisch proces. Het ademhalingscentrum in de hersenen en de zuurgraad (pH) van het bloed spelen daarbij een grote rol. Gezonde mensen ademen vrijwel zonder dat ze dat merken. Er kunnen echter stoornissen optreden, waardoor de ademhaling minder makkelijk verloopt. Veel ziekten zijn bovendien herkenbaar aan een typische vorm van ademen. De Cheyne Stokes-ademhaling is een symptoom dat er in de hersenen bepaalde processen verkeerd gaan. Een van de karakteristieke kenmerken is de apneu (ademstilstand). Het stervensproces (ziekbed) gaat vrijwel altijd gepaard met een Cheyne Stokes-ademhaling.
Inhoud
‘Vanzelf’ ademen
Tot op zekere hoogte is de
ademhaling beïnvloedbaar. Een voorbeeld daarvan is het vasthouden van de adem en het feit dat de frequentie ervan zelf te bepalen is, hoewel er dan eveneens al snel problemen optreden. Het gevoel ‘vanzelf’ te ademen is op zich dan ook een weldadige lichaamservaring, die erop duidt dat de ademhaling op dat moment is aangepast aan de behoefte van de lichaamsprocessen, ofwel de
stofwisseling.
Ademcentrum
Bij het vasthouden van de adem ontstaat na langere of kortere tijd
ademdrang, waarbij het zuurstofgehalte in het bloed is gedaald en het koolzuurgehalte (kooldioxidespiegel) gestegen. Zodra het koolzuurgehalte een bepaalde grenswaarde heeft overschreden, prikkelt het ademcentrum via bepaalde zenuwen de ademhalingsspieren en volgt er een inademing. De
cellen in het cerebrale ademhalingscentrum reageren op chemische stoffen, zoals kooldioxide, en worden
chemoreceptoren genoemd.
Het verloop van de Cheyne Stokes-ademhaling
Kort gezegd is de Cheyne Stokes-ademhaling een afwisseling van diepe en oppervlakkige ademteugen. De stoornis is genoemd naar de Britse arts en chirurg
John Cheyne (1777-1836) en de Ierse arts
William Stokes (1804-1878), verbonden aan de Universiteit van Dublin. Beiden hebben onderzoek gedaan naar dit ademtype. Het karakteristieke adempatroon is makkelijk te herkennen.
Apneu
Typisch is dat de ademhaling steeds dieper wordt, vaak gevolgd door een nog diepere zucht, waarna het ademteugvolume weer langzaam afneemt en uiteindelijk zeer oppervlakkig wordt. Daarna treedt er een
ademstilstand (apneu) op, waarbij de ademhaling vrijwel onmerkbaar is. Vervolgens ademt de patiënt weer oppervlakkig, maar na elke ademteug dieper.
Ademfrequentie
De frequentie is soms regelmatig en langzaam, dan weer onregelmatig en snel. Hetzelfde geldt voor de gelijkmatigheid van de ademteugen en uitademingen. Het algemene karakteristieke
ademhalingspatroon schemert er echter altijd doorheen. De
apneu kan soms tot een minuut duren.
De rol van koolzuurgas
Niet het
gebrek aan zuurstof, maar de toename van kooldioxide in het
bloed vormt de belangrijkste ademprikkel. De chemoreceptoren in het ademhalingscentrum zijn gevoelig voor kooldioxide – en andere zuren – en de toename ervan in het
vaatstelsel. Door de onderliggende
oorzaak van de Cheyne Stokes-ademhaling reageert het ademhalingscentrum daar onvoldoende op.
CO²-gehalte in het bloed en de Cheyne Stokes-ademhaling
De oorzaak van deze ademhalingsstoornis is altijd gelegen in het ademcentrum, in het verlengde merg, dat zich bevindt in de hersenstam. Meestal betreft het aandoeningen waarbij de
bloedcirculatie in de hersenstam niet adequaat meer is en dit hersengedeelte slecht reageert op gewone prikkels. Het ademhalingscentrum is dan minder gevoelig voor de koolzuurspanning in het bloed. Wanneer de
kooldioxidespiegel in het arteriële vaatstelsel langzaam binnen de normwaarden stijgt, wordt de ademhaling minder diep en neemt de frequentie af.
Bloedgaswaarden
Door snel en diep te ademen probeert het lichaam de bloedgaswaarden te normaliseren nadat het CO²-gehalte vervolgens een bepaalde bloedwaarde heeft overschreden. Dit ademhalingstype is doorgaans waarneembaar bij patiënten met bijvoorbeeld een hersenbloeding, maar het kan ook het gevolg zijn van onder andere een overdosis
slaapmiddelen, opiaten of
alcohol. In elk geval is bij deze stoornis steevast het ademhalingscentrum (ademcentrum) betrokken.
Bron: FotoshopTofs, Pixabay Oorzaken van de Cheyne Stokes-ademhaling
Er zijn veel factoren die een negatieve invloed hebben op het ademhalingscentrum en een Cheyne Stokes-ademhaling opwekken. Een kleine greep hieruit:
Slaapmiddelen en pijnstillers
In klinische situaties is het belangrijk dat de verzorgende/verpleegkundige ademhalingsstoornissen opmerkt, zoals de Cheyne Stokes-ademhaling. Deze
stoornis vormt immers een indicatie omtrent het voortschrijden van een aandoening, of het ontstaan ervan. Ook moet er bij dit ademhalingstype een afweging worden gemaakt aangaande de toediening van slaapmiddelen en opiaten (
pijnstillers), omdat ze het functioneren van het ademhalingscentrum (nog meer) belemmeren.
Lees verder