Uitstrijkje bij vrouwen: Doel, indicatie en resultaten
Een uitstrijkje is een betrouwbare en eenvoudige manier om baarmoederhalskanker op te sporen of te voorkomen, zodat de vrouw een snelle behandeling kan krijgen. Bij dit onderzoek verzamelt de gynaecoloog cellen uit de baarmoederhals. Dit is het onderste, smalle uiteinde van de baarmoeder dat uitmondt in de vagina. Vervolgens test een laboratorium de cellen op de aanwezigheid van kanker of een voorstadium van kanker (precancereuze cellen). Het opsporen van deze precancereuze cellen is nuttig om baarmoederhalskanker te voorkomen.
Synoniemen
Andere namen voor een uitstrijkje zijn:
- cervicale cytologie
- Papanicolaou-test
- Pap-test
- Pap-uitstrijkje
- vaginale uitstrijktechniek
Doel: Baarmoederhalskanker opsporen
Een uitstrijkje is een manier om abnormale baarmoederhalscellen te detecteren voordat ze kwaadaardig worden en dus ontaarden in
baarmoederhalskanker. Soms laat de gynaecoloog de cellen die zijn verzameld met een uitstrijkje ook controleren op de aanwezigheid van HPV. HPV staat voor het
humaan papillomavirus, een
seksueel overdraagbare aandoening die celveranderingen veroorzaakt die mogelijk leiden tot
kanker. Pap-uitstrijkjes, en HPV-testen zijn betrouwbare testen voor het opsporen van baarmoederhalskanker. Door een screening op baarmoederhalskanker vermindert het aantal nieuwe gevallen van baarmoederhalskanker en sterfgevallen door de ziekte aanzienlijk.
Indicatie van uitstrijkje
Leeftijd
De meeste vrouwen tussen de leeftijd van 21 tot 65 jaar moeten regelmatig uitstrijkjes laten nemen. Vrouwen tussen de 21 en 29 jaar laten het best om de drie jaar een uitstrijkje nemen. Bij vrouwen tussen de 30-65 jaar is om de vijf jaar een test nodig als de test wordt gecombineerd met een HPV-test. Als er geen HPV-test is, is er om de drie jaar een uitstrijkje nodig.
Risicofactoren
De gynaecoloog besluit in een aantal situaties om een uitstrijkje te laten uitvoeren bij een vrouw die een abnormaal uitstrijkje in het verleden heeft gehad, lijdt aan hiv, een
verzwakt immuunsysteem heeft en/of voor de geboorte blootgesteld aan het medicijn DES (Diethylstilbestrol). Tussen de jaren 1940-1971 werd DES voorgeschreven aan zwangere vrouwen om miskramen te voorkomen. Het werd later in verband gebracht met een verhoogd risico op bepaalde kankers bij kinderen van vrouwen die eraan werden blootgesteld tijdens de zwangerschap.
Bij vrouwen ouder dan 65 jaar die al een aantal jaar een normaal uitstrijkje hebben gehad of een operatie hebben ondergaan om de
baarmoeder en de
baarmoederhals te verwijderen (
hysterectomie), is geen uitstrijkje meer nodig.
Voor de test
De vrouw laat het best geen uitstrijkje nemen tijdens de menstruatieperiode. Een goed moment om de test te laten uitvoeren is ongeveer vijf dagen na de laatste dag van de menstruatie. Twee tot drie dagen voor het onderzoek mag de vrouw geen vaginale douches of crèmes of tampons gebruiken en geslachtsgemeenschap beoefenen.
Tijdens het onderzoek
Het nemen van een uitstrijkje gebeurt vaak tijdens een gynaecologisch onderzoek. De vrouw ligt dan op een onderzoekstafel met de knieën gebogen. De hielen rusten in speciale steunen (beugels). Vervolgens onderzoekt de gynaecoloog de vulva, de vagina, de baarmoederhals, het rectum (endeldarm) en het bekkengebied op eventuele afwijkingen. Voor het nemen van een uitstrijkje gebruikt de gynaecoloog een speculum (plastic of metalen instrument) om de vagina te openen, zodat de baarmoederhals goed te zien is. Het inbrengen van het speculum veroorzaakt mogelijk een beetje druk in het bekkengebied. De gynaecoloog gebruikt vervolgens een zachte borstel of plastic spatel (vaginale wisser) om cellen uit de baarmoederhals te verzamelen.
Risico’s van het nemen van uitstrijkje
Het onderzoek is soms wel wat vervelend, maar er zijn geen risico's bekend voor het nemen van een uitstrijkje.
Resultaten
De resultaten van een uitstrijkje onthullen normale of afwijkende baarmoederhalscellen. Soms zijn de resultaten onduidelijk.
Normale uitstrijkjes
Als de cellen in de baarmoederhals normaal zijn, moet een vrouw maar om de drie tot vijf jaar terugkeren voor een nieuwe screening. Dit hangt af van de leeftijd en de
medische geschiedenis.
Onduidelijke of onbevredigende resultaten
Soms heeft de gynaecoloog onvoldoende cellen genomen, of anders was er een ander probleem waardoor het voor het laboratorium moeilijk was om een nauwkeurige meting te krijgen. De vrouw moet zich mogelijk opnieuw laten testen.
Abnormaal uitstrijkje
Bij sommige vrouwen zijn de cellen uit de baarmoederhals afwijkend. Dit hoeft echter niet te betekenen dat een vrouw dan lijdt aan baarmoederhalskanker. De meeste vrouwen met afwijkende resultaten hebben namelijk geen kanker in de baarmoederhals. De gynaecoloog beveelt echter wel bijkomende onderzoeken aan om de cellen te bewaken, zoals een colposcopie (inwendig kijkonderzoek van de vagina en baarmoederhals). Bij een
colposcopie, een inwendig kijkonderzoek van de vagina en baarmoederhals, kleurt de arts afwijkende gebieden met een speciale vloeistof en daarna neemt hij een biopsie (stukje weefsel) weg om dit dan in een laboratorium te laten onderzoeken. De verdere opvolging of behandeling hangt af van de resultaten van dit onderzoek. Veel cellen zullen uiteindelijk vanzelf weer normaal worden. Andere cellen ontaarden in kankercellen zonder behandeling. Het vroeg vinden en behandelen van deze cellen voorkomt dat de kanker zich ontwikkelt.
Lees verder