Seksueel overdraagbare aandoeningen bij mannen en vrouwen
Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) zijn wereldwijd één van de meest voorkomende oorzaken van ziektes. De lichamelijke, sociale en economische gevolgen zijn aanzienlijk, zowel voor acute als chronische infecties. Soa’s vertonen niet altijd symptomen, wat vaak leidt tot gemiste diagnoses en uitstel van een juiste en tijdige behandeling. Hierdoor worden soa’s vaak onbewust verspreid naar andere bedpartners en kunnen complicaties sneller optreden. Regelmatig medisch onderzoek is dan ook aanbevolen voor verschillende risicogroepen. Dit onderzoek bestaat uit een vraaggesprek, lichamelijk onderzoek en diagnostisch onderzoek. Op basis van de resultaten beoordeelt de arts welke behandeling nodig is voor de soa of soa’s, aangezien patiënten vaak meer dan één soa hebben.
Synoniemen voor seksueel overdraagbare aandoeningen
Seksueel overdraagbare aandoeningen zijn ook bekend onder andere benamingen zoals:
- geslachtsaandoeningen
- geslachtsziekten
- venerische ziekten
Oorzaken van soa’s
Bacteriën, schimmels, parasieten en virussen kunnen een seksueel overdraagbare aandoening veroorzaken. De
overdracht van de infectie vindt plaats via seksueel contact, waaronder vaginale, anale en orale seks.
Voorbeelden van soa’s
Er zijn meer dan twintig soorten soa’s bekend. De meest bekende voorbeelden zijn:
Risicofactoren
Jongeren, homo- en biseksuele mannen en mensen uit zwarte en andere etnische minderheidsgroepen lopen een hoger risico op het ontwikkelen van een soa. Andere risicofactoren zijn onder andere meer reizen, zowel nationaal als internationaal, recreatief
drugsgebruik, alcoholgebruik en frequente partnerwisselingen. Vaak lijdt een patiënt aan meerdere infecties, waarvan sommige asymptomatisch zijn, wat resulteert in een snelle verspreiding van de ziekteverwekkers.
Symptomen bij mannen en vrouwen: zweren en afscheiding
De symptomen van soa's richten zich vaak op de geslachtsorganen. De meest voorkomende symptomen zijn
vaginale afscheiding, urethrale afscheiding (uit de urinebuis),
afscheiding uit de penis en genitale zweren. Andere symptomen kunnen zijn
koorts, pijn,
vaginale jeuk,
brandend gevoel in de vagina,
vaginaal bloedverlies na de seks, stinkende
vaginale afscheiding, zwelling van de geslachtsorganen,
huiduitslag,
gewrichtspijn en
oogklachten.
Dysurie (pijn bij het plassen), hematurie (
bloed in de urine) en lendenpijn komen ook voor. Soms presenteert een patiënt zich met
stomatitis (ontsteking van het slijmvlies in en rond de mond).
Diagnose en onderzoeken
Vraaggesprek
Patiënten met een mogelijke soa zijn vaak
angstig, beschaamd en bezorgd over de vertrouwelijkheid van hun aandoening. Daarom moeten zorgverleners aandachtig zijn voor deze gevoelens en voorzichtig reageren. De arts begint met een vraaggesprek over de medische, familie- en medicatiegeschiedenis van de patiënt, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan recente antibacteriële of antivirale behandelingen (
antivirale geneesmiddelen),
allergieën en het gebruik van orale anticonceptiva (zoals de
anticonceptiepil). Vrouwen geven daarnaast informatie over hun menstruatiecyclus, anticonceptie en verloskundige geschiedenis. De arts brengt ook een gedetailleerde seksuele geschiedenis in kaart, waaronder het aantal en de soorten seksuele contacten (genitaal/genitaal, oraal/genitaal, anaal/genitaal, oraal/anaal). Hierbij noteert hij de volgende informatie:
- de vaccinatiestatus tegen hepatitis
- vaste of losse partner(s)
- voorgeschiedenis van een soa en eerdere behandelingen
- het gebruik van condooms en andere vormen van anticonceptie
- het geslacht van de partner(s)
- resultaten van eerdere soa-testen
De arts wil ook weten of de patiënt recent naar buitenlandse gebieden heeft gereisd waar antibioticaresistentie bekend is of waar bepaalde pathogenen (ziekteverwekkers) endemisch zijn.
Lichamelijk onderzoek
De arts begint met een algemeen onderzoek van de mond, keel, huid en
lymfeklieren. Vervolgens onderzoekt hij met behulp van goed licht de lies, de geslachtsorganen en het perianale gebied. Ook palpeert (betast) hij de liezen om te controleren op lymfadenopathie (
gezwollen lymfeklieren) en hernia (breuk). Het controleren van het schaamhaar is eveneens nodig om luizen en neten op te sporen. De uitwendige geslachtsorganen worden onderzocht op tekenen van erythema (huiduitslag), kloven, zweren,
sjankers, huidskleurveranderingen, wratten (
genitale wratten) en trauma.
Mannen
Bij mannen onderzoekt de arts de penishuid en voorhuid om balanitis, zweren,
wratten of tumoren te identificeren. De arts lokaliseert de mond van de urinebuis en observeert eventuele afscheiding. Daarnaast palpeert de arts het scrotum (balzak) om de consistentie van de testes en bijbal te beoordelen. Een
digitaal rectaal onderzoek of
proctoscopie (inwendig kijkonderzoek van de endeldarm en anus) is noodzakelijk bij mannen met rectale symptomen, anale geslachtsgemeenschap of prostaatgerelateerde klachten. Het opsporen van rectale wratten is geïndiceerd bij mannen met perianale laesies (letsels rond de anus).
Vrouwen
Bij vrouwen onderzoekt de arts de klieren van Bartholin, die zich in de vaginawand bevinden. Deze klieren produceren slijm als reactie op hormonale en seksuele prikkels, dat dient als glijmiddel. Daarnaast inspecteert de arts de
baarmoederhals (cervix) op de aanwezigheid van zweren, afscheiding, bloedingen en ectopie (aangeboren verkeerde ligging). Ook de vaginawand wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van wratten. De arts voert een inwendig onderzoek uit om de gevoeligheid van de eierstokken en
eileiders te beoordelen, en om de positie, grootte en beweeglijkheid van de
baarmoeder vast te stellen. Tot slot is een rectaal onderzoek en proctoscopie aanbevolen wanneer de patiënte anale geslachtsgemeenschap heeft gehad of andere symptomen vertoont.
Diagnostisch onderzoek
Bij soa's is het mogelijk dat een patiënt meerdere infecties tegelijk heeft, waarvan niet alle infecties symptomen veroorzaken. Een volledig
bloedonderzoek is noodzakelijk bij elke patiënt die in contact is geweest met iemand met een soa. Bij patiënten met symptomen is verder onderzoek van afscheiding of een
weefselbiopt van zweren noodzakelijk.
Behandeling: vaak via medicatie
De behandeling van vooral asymptomatische aandoeningen is cruciaal om verdere overdracht te voorkomen. Het opsporen en behandelen van seksuele partners is van groot belang bij het bestrijden van de verspreiding van soa's. Een passende behandeling met
antibiotica is noodzakelijk voor patiënten die recent contact hebben gehad met een persoon met een actieve infectie. Bij virale soa's zijn antivirale medicijnen noodzakelijk.
Preventie
Het vermijden van meerdere partners, het correct en consequent gebruik van condooms en het vermijden van seks met mensen die symptomen van een infectie hebben, verkleint het risico op een soa. Voor mensen die regelmatig van sekspartner wisselen, is een periodieke controle (ongeveer elke drie maanden) aanbevolen. Zodra patiënten symptomen ontwikkelen, is een professioneel medisch onderzoek noodzakelijk om complicaties te verminderen en verdere verspreiding te voorkomen.
In augustus 2024 zien we een toename van het aantal gemelde gevallen van resistentie tegen antibiotica bij bacteriële soa’s, zoals gonorroe. Dit maakt het vroegtijdig testen en behandelen van groot belang om verdere verspreiding te voorkomen. Daarnaast zijn er ontwikkelingen in de behandeling van virale soa’s, waarbij nieuwe antivirale middelen effectiever zijn gebleken tegen herpes en HPV. Vaccinatieprogramma’s tegen HPV zijn uitgebreid, waardoor de incidentie van baarmoederhalskanker verder is gedaald. Het belang van seksuele gezondheidsonderwijs en -bewustzijn wordt steeds meer erkend als een fundamenteel onderdeel van de volksgezondheid.
Lees verder