Baarmoederhalskanker: Symptomen van vaginale bloedingen
Bij baarmoederhalskanker (cervixcarcinoom) begint kanker in de cervix, de medische term voor baarmoederhals. De baarmoederhals is de ingang van de baarmoeder vanuit de vagina. Vaak is deze vorm van kanker veroorzaakt door het humaan papillomavirus. Baarmoederhalskanker heeft vaak geen symptomen in een vroeg stadium. Pijn tijdens de geslachtsgemeenschap en ongewone vaginale bloedingen na het vrijen, tussen de maandstonden of na de menopauze zijn de meest voorkomende symptomen. De arts behandelt deze vorm van kanker met chirurgie, chemotherapie en/of radiotherapie. Bij een vroege opsporing van de ziekte, wat mogelijk is dankzij een regelmatig preventief uitstrijkje, zijn de vooruitzichten voor patiënten met baarmoederhalskanker goed. In een later stadium van de ziekte heeft de kanker zich vaak uitgezaaid wat leidt tot een slechtere prognose. Veilig vrijen en een vaccin tegen het virus zijn tot slot enkele preventieve maatregelen.
Epidemiologie kanker van de baarmoederhals
Wereldwijd is baarmoederhalskanker de derde meest voorkomende vorm van
kanker bij vrouwen. Vrouwen van alle leeftijden zijn aangetast, maar de aandoening treft vooral seksueel actieve vrouwen tussen de dertig en vijfenveertig jaar. Baarmoederhalskanker komt zeer zelden voor bij vrouwen die jonger zijn dan de vijfentwintig jaar.
Oorzaken: Humaan papillomavirus
Overdracht virus
Bijna altijd is baarmoederhalskanker het gevolg van HPV (
humaan papillomavirus). HPV is een veelvoorkomend virus dat zich verspreid (
verspreidingsvorm) door middel van geslachtsgemeenschap. Sommige stammen van het virus leiden tot baarmoederhalskanker. Andere stammen veroorzaken
genitale wratten. Anderen hebben geen problemen met de aanwezigheid van het virus. Baarmoederhalskanker begint in de cellen op het oppervlak van de baarmoederhals. Op het oppervlak van de
baarmoederhals bevinden zowel plaveiselcellen als endocervicale cellen (of cilindercellen). De meeste vormen van baarmoederhalskanker zijn veroorzaakt door plaveiselcellen.
Traag verloop
Baarmoederhalskanker ontwikkelt zich meestal langzaam. Meestal ontstaat eerst dysplasie (misvorming van de baarmoederhals). Deze met een
uitstrijkje detecteerbare aandoening is behandelbaar. Vaak duurt het meerdere jaren alvorens dysplasie zich ontwikkelt naar baarmoederhalskanker. De meeste vrouwen die zijn gediagnosticeerd met baarmoederhalskanker hebben niet regelmatig uitstrijkjes gehad of ze hebben geen gevolg gegeven aan abnormale resultaten die uit een uitstrijkje kwamen.

Roken verhoogt de kans op baarmoederhalskanker /
Bron: Geralt, PixabayRisicofactoren baarmoederhalskanker
Riskante seksuele praktijken zijn onder meer seks op jonge leeftijd, het hebben van meerdere sekspartners, het hebben van een partner of een groot aantal partners die deelnemen aan risicovolle seksuele activiteiten. Andere risicofactoren voor baarmoederhalskanker omvatten economisch achtergesteld zijn, een
verzwakt immuunsysteem hebben, geen HPV-vaccin gekregen hebben,
roken, het al meer dan vijf jaar nemen van de
anticonceptiepil, het hebben van kinderen (des te meer kinderen, des te hoger het risico) en al op jonge leeftijd seks gehad hebben. Ook ontwikkelt een patiënte sneller baarmoederhalskanker wanneer een moeder het medicijn diethylstilbestrol (DES) tijdens de zwangerschap heeft ingenomen in de vroege jaren 1960 om een miskraam te voorkomen.
Symptomen: Vaginale bloedingen en een vaginale afscheiding
Beginstadium
Meestal ontstaan bij vroege baarmoederhalskanker geen symptomen. In een iets later stadium van de
kanker ontwikkelen zich volgende symptomen:
Gevorderd stadium
Baarmoederhalskanker zaait zich mogelijk uit naar de blaas, de darmen, de longen en de lever. Vaak merkt de patiënte geen problemen totdat de kanker gevorderd en
uitgezaaid is. Symptomen van gevorderde baarmoederhalskanker bestaan uit:
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek met colposcopie en biopsie
Precancereuze veranderingen van de baarmoederhals en baarmoederhalskanker zijn niet met het blote oog te identificeren. Speciale testen en instrumenten nodig zijn om dergelijke aandoeningen op te sporen. De arts voert eerst een uitstrijkje uit met afwijkende resultaten. De arts voert daarna een inwendig kijkonderzoek van de baarmoederhals uit (
colposcopie). Tijdens dit onderzoek verwijdert hij stukjes weefsel (
biopsie) wat dan naar het laboratorium gaat voor verder onderzoek. Mogelijk bemerkt hij tijdens het inwendig kijkonderzoek een
gezwollen baarmoeder. Ook een kegelbiopsie is mogelijk.
Hond
Uit een wetenschappelijk onderzoek dat eind januari 2017 in BMC Cancer verscheen, blijkt dat een beagle (een hondenras) bepaalde stoffen in een uitstrijkje kan opsporen die gelinkt zijn aan baarmoederhalskanker. Het slagingspercentage hiervan is hoger dan 90%. Deze getrainde
honden vormen een levensvatbare, betaalbare, niet-invasieve en daarom zeer relevante alternatieve detectiemethode voor afwijkingen aan de baarmoederhals. Bijkomende voordelen van deze methode zijn onder meer de snelle doorlooptijd, het gebruiksgemak en de nauwkeurigheid.
Stadium van kanker bepalen
Als baarmoederhalskanker gediagnosticeerd is, zijn verdere onderzoeken nodig om te kijken hoe ver de kanker is uitgezaaid:
Behandeling
De behandeling van baarmoederhalskanker is afhankelijk van vele factoren zoals de grootte en vorm van de tumor, de leeftijd en algemene gezondheid van de vrouw, de mogelijke kinderwens en het stadium van de kanker.
Vroeg stadium
Wanneer de arts baarmoederhalskanker in een vroeg stadium identificeert, verwijdert hij het afwijkende of kankerachtige weefsel via een chirurgische ingreep. In een vroeg stadium zijn enkele soorten ingrepen mogelijk:
- cryotherapie: Bevriest abnormale cellen
- lasertherapie: Maakt gebruik van licht om abnormaal weefsel weg te branden
- lus elektrochirurgische excisie procedure (LEEP): Maakt gebruik van elektriciteit om abnormaal weefsel te verwijderen
- een hysterectomie: Een hysterectomie is een operatie om de baarmoeder maar niet de eierstokken te verwijderen; voert de arts niet vaak uit bij baarmoederhalskanker die zich nog niet uitgezaaid heeft, maar is wel mogelijk bij vrouwen die al meerdere LEEP-behandelingen hebben gehad.
Gevorderd stadium
Ook in een meer gevorderd stadium van baarmoederhalskanker zijn behandelingen mogelijk.
- een radicale hysterectomie: Hierbij verwijdert de arts de baarmoeder en veel van de omgevende weefsels, zoals lymfeknopen en het bovenste gedeelte van de vagina.
- exenteratie bekken: Dit is een extreme vorm van chirurgie waarbij de arts alle organen van het bekken verwijdert, zoals de blaas en rectum.
- radiotherapie: Behandeling via bestraling is nuttig bij kanker die zich voorbij de baarmoederhals heeft uitgezaaid of kanker die is teruggekeerd.
- chemotherapie: De arts zet medicatie in om kankercellen te doden. Dit gebeurt alleen of in combinatie met chirurgie of bestraling.
Prognose is afhankelijk van stadium en type kanker
De prognose is variabel en hangt af van vele factoren zoals:
- de eventuele terugkeer van de kanker na de behandeling
- de leeftijd en de algemene gezondheid van de patiënt
- het stadium van kanker
- het type baarmoederhalskanker
Patiënten met een voorstadium van baarmoederhalskanker hebben een vrij goede prognose indien de arts het afwijkende weefsel volledig verwijdert en wanneer de patiënte zich nadien ook goed laat opvolgen. De vijfjaarsoverleving voor de meeste vrouwen is goed wanneer kanker zich enkel uitgezaaid heeft naar de binnenkant van de wanden van de baarmoederhals. Wel daalt de vijfjaarsoverleving wanneer de kanker zich verspreid heeft buiten de wanden van de baarmoederhals naar andere gebieden.
Complicaties
Soms komt de kanker terug bij vrouwen die een behandeling hebben gekregen om de baarmoeder te redden. Daarnaast treden bij sommige vrouwen problemen op met de seksuele functie, de darmfunctie en de blaasfunctie na een operatie of na bestraling. Zo ontstaan kleine bloedingen uit de vagina of moet de patiënte vaker plassen (
pollakisurie). Levensbedreigende bloedingen of nierfalen zijn ook mogelijk. Langdurige bijwerkingen van de behandelingen bij baarmoederhalskanker omvatten een vroege
menopauze,
stemmingswisselingen,
opvliegers en
onvruchtbaarheid (
vrouwelijke onvruchtbaarheid).
Preventie via uitstrijkje en HPV-vaccin
Baarmoederhalskanker valt te voorkomen met het HPV-vaccin dat meisjes op twaalfjarige leeftijd in twee tot drie doses krijgen. Veilig vrijen door middel van het gebruik van een condoom tijdens de seks vermindert het risico voor HPV en andere
seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's). Bovendien is het nodig om het aantal sekspartners te beperken. Een preventief en regelmatig uitstrijkje is essentieel in het voorkomen van baarmoederhalskanker. Hiermee spoort de arts vroege veranderingen die dankzij een behandeling niet uitgroeien tot kanker. Roken verhoogt de kans op het krijgen van baarmoederhalskanker dus stoppen met roken is aanbevolen.
Lees verder