Botcysten: Met vloeistof gevulde gebieden in bot
Botcysten zijn met vloeistof gevulde zakjes die zich vormen in het bot. De cysten treffen vooral kinderen en tieners. Ze veroorzaken geen botpijn, maar als ze groot genoeg zijn, ontstaat botzwakte hetgeen uiteindelijk resulteert in een botbreuk. Via een röntgenfoto is het mogelijk om de botletsels op te sporen, al gebeurt de diagnoses vaak per toeval omdat botletsels meestal geen symptomen veroorzaken. De meeste cysten verdwijnen spontaan na verloop van tijd waardoor een medische behandeling niet nodig is. Af en toe is echter een medische procedure nodig om de botletsels te verkleinen of verwijderen.
Epidemiologie
Botcysten zijn relatief zeldzame aandoeningen die vooral voorkomen bij kinderen en adolescenten. Ze worden vaak toevallig ontdekt tijdens röntgenonderzoeken voor andere medische redenen. De prevalentie en incidentie van botcysten variëren afhankelijk van het type cyste en de leeftijdsgroep.
Aneurysmatische botcysten zijn zeldzaam en treffen vaak jongvolwassenen tussen de tien en twintig jaar. Ze komen vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Eenkamerige botcysten komen vaker voor bij kinderen tussen de vijf en dertien jaar en zijn twee keer zo vaak aanwezig bij jongens als bij meisjes. Fibreuze corticale defecten zijn ook relatief vaak bij jonge kinderen aanwezig en verdwijnen meestal spontaan. Niet-ossificerende fibromen zijn de meest voorkomende goedaardige bottumoren bij kinderen en komen vaak voor in de onderste ledematen bij kinderen tussen de vijf en vijftien jaar.
Het algemene risico op botcysten is dus verhoogd in de kinder- en adolescentieleeftijd, waarbij bepaalde types, zoals de niet-ossificerende fibromen, een hogere prevalentie vertonen binnen deze leeftijdsgroep.
Oorzaken van cyste in bot
De exacte oorzaak van botcysten is onbekend anno september 2024. Deze goedaardige letsels verspreiden zich niet naar andere lichaamsdelen en zijn dus geen vorm van
botkanker. Mogelijk zijn de
cysten het gevolg van schade aan de bloedvaten in het bot, maar deze theorie moet anno september 2024 nog verder onderzocht worden.
Typen botcysten
Botcysten zijn met vloeistof gevulde gebieden binnen groeiend bot die zich niet hebben ontwikkeld tot botweefsel of bot. Er zijn vier hoofdtypen botcysten.
Aneurysmatische botcysten
Aneurysmatische botcysten zijn met vocht of bloed gevulde botgebieden. Deze uiterst zeldzaam optredende
botletsels treffen vaak patiënten tussen de tien en twintig jaar. Aneurysmatische botcysten presenteren zich met
pijn en zwelling in het aangetaste gebied. Meestal is het bot van de dij, het onderbeen of de bovenarm getroffen, maar ook in de wervelbotten ontstaan soms botcysten. De diagnose van deze botcysten gebeurt met behulp van een computertomografie (
CT-scan) en soms ook een biopsie van het gebied, waarbij de arts een beetje weefsel wegneemt om dit in een laboratorium te laten analyseren.
Eenkamerige botcysten
Eenkamerige botcysten ontwikkelen zich overal in het lichaam, hoewel in 90% van de gevallen het bot van de bovenarm of het dijbeen is betrokken. Deze met vloeistof gevulde gebieden komen meestal alleen tot uiting bij patiënten tussen de vijf en dertien jaar. De botcyste verkleint na verloop van tijd en verdwijnt vanzelf. Jongens hebben twee keer zo vaak eenkamerige botcysten dan meisjes.
Fibreuze corticale defecten
Een fibreus corticaal defect is een goedaardige botcyste die zich vormt in de buitenrand (cortex) van het bot. Deze cysten komen meestal tot stand in de onderste ledematen en verdwijnen bij de meeste patiënten spontaan.
Niet ossificerend fibroom
Bij een niet ossificerend fibroom (NOF) is er een centraal deel van het bot dat niet bestaat uit hard bot maar wel uit een vezelige structuur. Deze botcysten zijn niet pijnlijk. De meeste botletsels verdwijnen spontaan zonder behandeling. Een niet-ossificerend fibroom is de meest voorkomende goedaardige
bottumor bij kinderen en komt vaak voor in de onderste ledematen bij kinderen tussen de vijf en vijftien jaar. Sommige onderzoekers schatten dat tot veertig procent van alle kinderen ooit een NOF heeft gehad.
Risicofactoren
De risicofactoren voor het ontwikkelen van botcysten zijn nog niet volledig begrepen, maar enkele factoren kunnen de kans verhogen:
- genetische aanleg
- hormonale veranderingen
- repetitieve belasting van het bot
- bepaalde genetische aandoeningen zoals de ziekte van Paget of het syndroom van Gardner
Symptomen
Een goedaardige botcyste veroorzaakt over het algemeen geen
botpijn, maar als ze groot genoeg zijn, ontstaat botzwakte waardoor het bot mogelijk breekt. Dit type fractuur staat bekend als een pathologische
breuk: een breuk in verzwakt bot veroorzaakt door een kracht die anders geen schade aan normaal bot zou hebben veroorzaakt.
Treden er blauwe plekken op rond een bot of gewricht, dan is medisch advies nodig /
Bron: Dezidor, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)
Alarmsymptomen
Bij een botcyste die symptomen veroorzaakt of een botbreuk heeft veroorzaakt, kunnen de volgende alarmsymptomen optreden waarvoor medische hulp noodzakelijk is:
- blauwe plekken of een verkleurde huid rond het bot of gewricht
- het onvermogen om te bewegen of om gewicht op de geblesseerde ledemaat of het getroffen lichaamsdeel te zetten
- hoekvorming, waarbij de ledemaat of het getroffen lichaamsdeel in een ongebruikelijke hoek wordt gebogen
- aanhoudende pijn die niet afneemt met rust
- toegenomen zwelling of vergroting van de cyste
- pijn
- zwelling
- ontbreken van verbetering na behandelingen
- terugkerende of verergerende symptomen na initiële verbetering
Ook bij een voelbare
knobbel is medisch advies noodzakelijk.
Diagnose en onderzoeken
Goedaardige botcysten of botletsels komen vaak voor bij kinderen en worden meestal bij toeval gedetecteerd met behulp van een
röntgenfoto die wordt gemaakt omwille van andere medische redenen.
Behandeling van botcysten
Geen behandeling
Is de botcyste klein en veroorzaakt deze geen problemen, dan is een behandeling onnodig. Meestal verdwijnen botcysten na verloop van tijd spontaan. De arts volgt de letsels wel op omdat hij zeker wil zijn dat de cysten verkleinen. De patiënt moet daarom op geregelde tijden röntgenfoto’s laten maken van het aangetaste gebied.
Wel een behandeling
Treedt er een pathologische breuk op, of veroorzaakt de cyste toch pijn, zwelling of een ongemakkelijke knobbel, dan is een medische behandeling aanbevolen. Hiervoor bestaan twee verschillende procedures. Mogelijk laat de arts de vloeistof uit de botcyste weglopen. Daarnaast injecteert hij een medicijn (
steroïden) in het bot om de cyste te helpen genezen. Mogelijk moet de arts dit meermaals herhalen gedurende enkele maanden. Een andere procedure bestaat uit het wegsnijden of afschrapen van de cyste. De arts vult het gaatje dan op met kleine stukjes bot die uit een ander lichaamsdeel afkomstig zijn of afkomstig zijn van een persoon die bot heeft geschonken nadat hij overleden is. Deze behandelingen gebeuren onder algemene verdoving.
Prognose van met vloeistof gevulde gebieden in bot
De meeste botcysten merkt de patiënt nooit op en daarom zijn de vooruitzichten uitstekend. Af en toe veroorzaakt de cyste symptomen en dan zijn hiervoor diverse medische behandelingen beschikbaar. Het duurt normaal minimaal een paar maanden voordat het bot is genezen nadat de arts dit behandeld heeft. De patiënt moet soms activiteiten of sporten vermijden die het bot mogelijk beschadigen totdat het is genezen. Een verdere opvolging bij de arts is nodig zodat de arts het herstel van het bot kan opvolgen. Hiervoor moet de patiënt ook regelmatig röntgenfoto’s laten maken van het getroffen gebied.
Complicaties: Botbreuk
Een grote cyste veroorzaakt botzwakte met mogelijk een botbreuk tot gevolg. Verder keren de botletsels vaak terug, vooral in de eerste paar jaar nadat de behandeling voltooid is.
Preventie
Er zijn geen specifieke preventiemethoden voor botcysten. Het risico kan mogelijk verminderd worden door:
- het vermijden van overmatige belasting van de botten
- het opvolgen van een gezonde levensstijl
- regelmatige controle bij een arts indien er een genetische aanleg of andere risicofactoren zijn
Lees verder