Botletsels: Goedaardige en kwaadaardige letsels aan bot
Door een infectie, een breuk of een goedaardige of kwaadaardige tumor ontstaan mogelijk overal in het lichaam botletsels. Dit zijn botgebieden waarin veranderingen hebben plaatsgevonden of waarin schade is opgetreden. De botletsels zijn het gevolg van cellen in het bot die zich ongecontroleerd beginnen te delen en zich ongecontroleerd vermenigvuldigen. Hierdoor ontstaat een bultje of knobbeltje van abnormaal weefsel. Wanneer het letsel groeit, vernietigt dit soms gezond weefsel en verzwakt dit het bot, waardoor patiënten makkelijker te maken krijgen met botbreuken.
Goedaardige botletsels
De meeste botletsels zijn goedaardig (benigne). De gewijzigde of beschadigde botgebieden zijn dan geen teken van
kanker of van een andere levensbedreigende ziekte.
Oorzaken van benigne (goedaardige) botletsels zijn onder meer:
Normaal gesproken volgt de arts goedaardige botletsels op. Hiervoor is het nodig om op regelmatige basis röntgenfoto’s te laten maken. Sommige botletsels verdwijnen na verloop van tijd, hetgeen vooral plaatsvindt bij kinderen. Bij andere botletsels gebeurt dit niet spontaan, en moet de arts medicatie inzetten. Bij een aantal patiënten is een operatieve ingreep nodig om het botletsel te verwijderen, omdat anders het risico op een
botbreuk verhoogt. Goedaardige botletsels komen mogelijk terug na de behandeling. Tot slot ontaarden sommige goedaardige botletsels zich in kwaadaardige letsels.
Kwaadaardige botletsels: Botkanker
Kwaadaardige botletsels zijn ook gekend als maligne
bottumoren. Ze zijn verdeeld in twee soorten:
- primaire botkanker: Deze vorm van kanker start in het bot.
- secundaire botkanker: Bij secundaire botkanker ontstaat de kanker elders en zijn uitzaaiingen in het bot (botmetastasen) tot stand gekomen.
Primaire botkankerletsels
Chondrosarcoom
Een
chondrosarcoom is een kwaadaardige bottumor die gevormd is uit cellen die kraakbeen produceren. Dit type botkanker presenteert zich vooral bij patiënten tussen de veertig en zeventig jaar. Deze tumoren zijn vooral aanwezig in het heup-, bekken- of schoudergebied. Een chondrosarcoom is een langzaam groeiende vorm van kanker en meestal bevindt de kanker zich in een beginstadium wanneer de arts de diagnose stelt. De arts behandelt een chondrosarcoom meestal via een operatie. Diverse operatietypes zijn mogelijk; hiervoor kijkt de arts naar het stadium en de ernst van de kanker. De arts probeert steeds om een chirurgische ingreep uit te voeren waarbij hij de ledematen spaart. Hij verwijdert dan enkel het aangetaste deel van het bot, en vervangt dit vervolgens door een metalen vervanging of een bottransplantaat. In enkele gevallen is het niet mogelijk om de ledematen te sparen omdat de kankercellen zich vanuit het bot in zenuwen en bloedvaten hebben verspreid. Een
amputatie is in deze gevallen onvermijdbaar om het leven van de patiënt te redden.
Ewing-sarcoom
Een
Ewing-sarcoom is een vorm van botkanker die vooral kinderen en jongeren tussen de vijf en twintig jaar treft. De kanker tast vooral het boven- en onderbeen, het bekken, de bovenarm of de ribben aan. De bottumor ontwikkelt zich eveneens mogelijk in het zachte weefsel rondom een bot. Chemotherapie, chirurgie en/of radiotherapie zijn inzetbaar voor het behandeling van een Ewing-
sarcoom. Wanneer geen metastasen (uitzaaiingen) van de kankercellen aanwezig zijn, bedraagt de totale vijfjaarsoverlevingspercentage voor kinderen en jongeren met het Ewing-sarcoom ongeveer zeventig procent. Reeds uitgezaaide bottumoren hebben een slechtere prognose.
Multipel myeloom
Een multipel myeloom, ook gekend als de
ziekte van Kahler, is de vaakst voorkomende vorm van primaire botkanker. Jaarlijks treft deze aandoening 6 per 100.000 personen. Meestal zijn mensen tussen het vijfde en zevende decennium aangetast. Bij circa zestig procent van de patiënten komen botletsels tot uiting. De arts behandelt een multipel myeloom, een vorm van
beenmergkanker, met
chemotherapie,
radiotherapie en/of soms een operatie. Ongeveer de helft van de patiënten is vijf jaar na de diagnose van de ziekte van Kahler nog in leven.
Osteosarcoom
Een
osteosarcoom is de op één na meest voorkomende primaire botkanker. De jaarlijkse incidentie bedraagt 2-5 op 1 miljoen mensen. Vooral tieners en jongvolwassenen zijn aangetast door dit type botkanker. Meestal krijgen patiënten een osteosarcoom aan een zijde van de knie in het dijbeen of het scheenbeen. Af en toe is de tumor ook aanwezig in de heup of schouder. De arts behandelt osteosarcomen meestal met chemotherapie, radiotherapie en/of chirurgie. De vijfjaarsoverleving bedraagt zeventig procent voor kinderen en jongeren met een osteosarcoom.
Secundaire botkankerletsels
Enkele soorten kanker starten elders in het lichaam en verspreiden zich vervolgens naar het bot zijn:
De behandeling en ook prognose van secundaire botkanker is afhankelijk van het type en de ernst van de primaire kanker.
Symptomen
Zwakte,
koorts en
nachtzweten zijn enkele symptomen die mogelijk optreden bij kwaadaardige botgezwellen. Naast deze algemene tekenen, veroorzaken kankerachtige botletsels
pijn, stijfheid, zwelling of gevoeligheid in het getroffen gebied. De
botpijn heeft de neiging om te verergeren bij inspanning. De pijn is constant of komt en gaat. De pijn verergert of verbetert juist tijdens de nacht. Niet alle patiënten ervaren deze symptomen. Sommige patiënten merken bijvoorbeeld soms een pijnloze zwelling op het lichaam. Botletsels verzwakken het botweefsel, waardoor het bot meer kwetsbaar is voor botbreuken. Deze botfracturen ontstaan dan ook vaak zonder enige reden.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Een arts bevraagt de patiënt over de algemene gezondheidstoestand, het medicatiegebruik en de aanwezige symptomen. Daarnaast wenst de arts informatie over de eventuele familiale geschiedenis van botletsels of kanker. Een arts voert vervolgens een volledig lichamelijk onderzoek en verschillende testen uit om de oorzaak van een botletsel te diagnosticeren. Tijdens het lichamelijk onderzoek zoekt de arts naar een zwelling of een gevoelig gebied, eventuele veranderingen in de huid en de aanwezigheid van een knobbeltje. Hij bekijkt ook de functie van de nabijgelegen gewrichten.
Diagnostisch onderzoek
Beeldvormende onderzoeken zijn nodig zoals een
röntgenfoto, een
MRI-scan, een
CT-scan, een
PET-scan en een
botscan. Bovendien is een
biopsie nuttig voor het stellen van de diagnose. Tot slot voert de arts mogelijk een
bloedonderzoek en
urineonderzoek uit.
Prognose
De vooruitzichten voor patiënten met een botletsel zijn afhankelijk van het soort botletsel. Goedaardige letsels vereisen mogelijk alleen een afwachtend beleid of een medicamenteuze of chirurgische behandeling. Soms keren deze letsels wel terug. Wanneer botkanker aanwezig is, zijn de vooruitzichten variabel.
Lees verder