Saul-Wilson-syndroom: Skeletafwijking
Het Saul-Wilson-syndroom is een zeldzame vorm van primordiale dwerggroei, veroorzaakt door een genetische afwijking. Dit syndroom wordt gekenmerkt door een aanzienlijk kort gestalte, een kleiner dan normaal hoofd en mogelijke andere skeletafwijkingen. Daarnaast kunnen er afwijkingen optreden aan de oren, ogen en/of het gezicht, hoewel andere symptomen ook mogelijk zijn. De behandeling is ondersteunend en gericht op symptoombestrijding.
Synoniemen van Saul-Wilson-syndroom
Andere benamingen voor het Saul-Wilson-syndroom zijn:
- microcefale osteodysplastische dysplasie microcefale osteodysplastische dysplasie type Saul Wilson
Epidemiologie van het Saul-Wilson-syndroom
Het Saul-Wilson-syndroom is een uiterst zeldzame aandoening. In de wetenschappelijke literatuur zijn anno augustus 2024 slechts enkele tientallen gevallen gerapporteerd.
Oorzaken van het Saul-Wilson-syndroom
Genmutatie
Het Saul-Wilson-syndroom wordt veroorzaakt door mutaties in het COG4-gen. Dit gen is essentieel voor de productie van een onderdeel van het geconserveerde oligomere Golgi (COG)-complex, een groep eiwitten die functioneert in het Golgi-apparaat. Het Golgi-apparaat speelt een cruciale rol bij de modificatie van nieuw geproduceerde eiwitten, zodat deze hun functies kunnen uitvoeren. Het COG-complex is betrokken bij het retrograde transport van eiwitten van het Golgi-apparaat naar het endoplasmatisch reticulum, een celstructuur die eiwitten verwerkt en sorteert. Mutaties in het COG4-gen leiden tot de productie van een abnormaal COG4-eiwit, dat mogelijk nog steeds deel uitmaakt van het COG-complex. Deze verandering in retrograde transport kan de botgroei beïnvloeden en bijdragen aan de kenmerken van het Saul-Wilson-syndroom. De exacte mechanismen blijven echter deels onduidelijk.
Overervingspatroon
Het Saul-Wilson-syndroom wordt overgeërfd volgens een autosomaal dominante manier. Dit betekent dat één kopie van het gewijzigde gen in elke cel voldoende is om de aandoening te veroorzaken. De meeste gevallen ontstaan sporadisch, zonder familiale voorgeschiedenis.
Symptomen
Gezicht
Patiënten met het Saul-Wilson-syndroom vertonen vaak specifieke gezichtskenmerken zoals een prominent voorhoofd, dun hoofdhaar en
dunne wenkbrauwen. Ze kunnen ook zichtbare hoofdhuidaderen, een smalle neusbrug, een spitse
neus, een brede columella (het gebied tussen de neusgaten), een dunne
bovenlip en een
kleine onderkaak (micrognathie) hebben. Deze gelaatstrekken doen denken aan een vroege veroudering, vooral merkbaar in de kindertijd. De kenmerken worden soms beschreven als "progeroïde" gelaatstrekken, vergelijkbaar met
progeria, een aandoening die gekenmerkt wordt door vroegtijdige veroudering.
Groei
Patiënten met het Saul-Wilson-syndroom hebben een aanzienlijk kort gestalte, met een gemiddelde volwassen lengte van ongeveer 107 centimeter. De groeiproblemen beginnen al voor de geboorte, met intra-uteriene groeiachterstand. Na de geboorte blijven patiënten in een zeer traag tempo groeien.
Ontwikkeling
Kinderen met het Saul-Wilson-syndroom kunnen een vroege vertraging in spraak- en motorische ontwikkeling ervaren, hoewel hun intelligentie meestal normaal is.
Skelet
Naast dwerggroei vertonen patiënten vaak andere skeletafwijkingen, zoals afwijkingen in de lange botten,
korte vingers en tenen (brachydactylie), een naar binnen en naar beneden draaiende voet (
klompvoet), een afwijking van het heupgewricht met een verminderde hoek tussen het hoofd en de schacht van de bovenbeenbotten (coxa vara), en afgeplatte botten in de wervelkolom (platyspondylie). Sommige patiënten hebben broze botten, wat leidt tot frequente
botbreuken met weinig of geen trauma. Volwassenen met het Saul-Wilson-syndroom kunnen ook
gewrichtspijn ervaren als gevolg van degeneratie van de gewrichten (
artrose).
Terugkerende infecties
Bij patiënten met het Saul-Wilson-syndroom zijn de niveaus van witte bloedcellen vaak normaal tot laag, wat bekend staat als intermitterende
neutropenie. Neutropenie vermindert het vermogen van het lichaam om infecties te bestrijden, wat kan leiden tot frequente luchtweginfecties, vooral bij kinderen.
Zintuigen
Kinderen met het Saul-Wilson-syndroom kunnen
gehoorverlies hebben, vertroebeling van de ooglenzen (
cataract), of een blauwe tint aan de sclerae (witte gedeelte van de ogen). Ze kunnen ook
retinitis pigmentosa ontwikkelen, een aandoening waarbij de lichtgevoelige laag van het netvlies degeneratie ondergaat, wat leidt tot verlies van gezichtsvermogen.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van het Saul-Wilson-syndroom wordt vermoed op basis van de typische lichamelijke kenmerken en bevestigd door genetisch onderzoek. Dit onderzoek identificeert mutaties in het COG4-gen die kenmerkend zijn voor het syndroom.
Behandeling
De behandeling van het Saul-Wilson-syndroom is ondersteunend en richt zich op het verlichten van symptomen en het verbeteren van de levenskwaliteit. Dit omvat doorgaans een combinatie van fysiotherapie, revalidatietherapie, chirurgie en/of logopedie om de functionele capaciteiten van de patiënt te maximaliseren en complicaties te voorkomen.
Prognose
De prognose voor patiënten met het Saul-Wilson-syndroom varieert afhankelijk van de ernst van de symptomen en de effectiviteit van de behandelingen. Met passende ondersteuning en therapie kunnen veel patiënten een redelijke kwaliteit van leven behouden, hoewel de lichamelijke beperkingen en complicaties blijvend kunnen zijn.
Complicaties
Mogelijke complicaties van het Saul-Wilson-syndroom omvatten frequente botbreuken, gewrichtspijn, en terugkerende infecties. Langdurige gewrichts- en skeletproblemen kunnen leiden tot aanzienlijke beperkingen in mobiliteit en dagelijkse activiteiten.
Preventie
Omdat het Saul-Wilson-syndroom een genetische aandoening is, zijn er geen specifieke preventieve maatregelen die kunnen worden genomen om het te voorkomen. Genetische expertise kan echter nuttig zijn voor families met een voorgeschiedenis van de aandoening om de risico's van overdracht aan toekomstige generaties te beoordelen.