Saul-Wilson-syndroom: Skeletafwijking
Het Saul-Wilson-syndroom is een zeldzame vorm van primordiale dwerggroei. De skeletaandoening resulteert uit een wijziging in een gen. Een patiënt met dit zeldzaam syndroom heeft naast het aanzienlijk kort gestalte ook een kleiner dan normaal hoofd en mogelijk ook andere skeletafwijkingen. Verder komen vaak afwijkingen tot stand aan de oren, de ogen en/of het gezicht, al zijn ook andere symptomen mogelijk. De behandeling is ondersteunend bedoeld.
Synoniemen van Saul-Wilson-syndroom
Andere namen voor het Saul-Wilson-syndroom zijn: aandoening
- microcefale osteodysplastische dysplasie
- microcefale osteodysplastische dysplasie type Saul Wilson
Epidemiologie van zeldzame aandoening aan skelet
Het Saul-Wilson-syndroom is een zeer zeldzame aandoening. In de wetenschappelijke literatuur zijn anno april 2020 slechts enkele tientallen patiënten gerapporteerd.
Oorzaken van skeletafwijking
Genmutatie
Het Saul-Wilson-syndroom resulteert uit mutaties (wijzigingen) in het COG4-gen. Dit gen is nodig voor het aanmaken van één stuk van het geconserveerde oligomere Golgi (COG) -complex (groep eiwitten). Dit complex functioneert in het Golgi-apparaat, een celstructuur waarin nieuw geproduceerde eiwitten worden gemodificeerd zodat ze hun functies kunnen uitvoeren. Het COG-complex is nodig voor het transport van eiwitten van het Golgi-apparaat naar een andere het endoplasmatisch reticulum (andere celstructuur). Het endoplasmatisch reticulum verwerkt eiwitten en zorgt er voor dat ze naar andere structuren in de cel kunnen gaan. Het transporteren van eiwitten van het Golgi-apparaat naar het endoplasmatisch reticulum (bekend als retrograde transport) is belangrijk voor het recyclen van eiwitten en het verplaatsen van verkeerd geplaatste eiwitten. Door de COG4-genmutaties ontstaat een abnormaal COG4-eiwit. Dit maakt mogelijk nog steeds deel uit van het COG-complex. Wanneer het abnormale COG4-eiwit deel uitmaakt van het COG-complex, wordt het transport van eiwitten tussen het Golgi-apparaat en het endoplasmatisch reticulum verhoogd. Het is anno april 2020 onduidelijk hoe deze verandering in retrograde transport de botgroei belemmert en leidt tot de tekenen van het Saul-Wilson-syndroom.
Overervingspatroon
Het Saul-Wilson-syndroom wordt geërfd in een autosomaal dominant patroon, dus één kopie van het gewijzigde gen in elke cel volstaat om de
skeletaandoening te veroorzaken. Meestal is de ziekte niet aanwezig bij een ouder of familielid en komen de symptomen spontaan tot uiting.
Symptomen
Gezicht
Patiënten met het Saul-Wilson-syndroom hebben karakteristieke gezichtskenmerken zoals vaak een prominent voorhoofd, dun hoofdhaar en
dunne wenkbrauwen, zichtbare hoofdhuidaderen, een smalle neusbrug, een spitse
neus, een groot gebied dat de neusgaten scheidt (brede columella), een dunne
bovenlip, en een
kleine onderkaak (micrognathie). Deze combinatie van gelaatstrekken doet een beetje denken aan het uiterlijk van een vroegtijdige veroudering. Dit is vooral merkbaar in de kinderjaren. De gelaatstrekken worden soms beschreven als ‘progeroïde gelaatstrekken” (
progeria is een aandoening waarbij patiënten vroegtijdig verouderen).
Groei
Patiënten met het Saul-Wilson-syndroom hebben een kort gestalte (dwerggroei) en andere skeletafwijkingen. De groeiproblemen bij het Saul-Wilson-syndroom starten reeds voor de geboorte. De foetussen groeien langzaam (intra-uteriene groeiachterstand). Na de geboorte blijven de patiënten in een zeer traag tempo groeien, met een gemiddelde volwassen lengte van 107 centimeter.
Ontwikkeling
Patiënten met het Saul-Wilson-syndroom hebben mogelijk een vroege vertraging van de spraak- en motorische ontwikkeling, maar ze hebben meestal een normale intelligentie.
Skelet
Bijkomende skeletafwijkingen bij het Saul-Wilson-syndroom omvatten afwijkingen in de structuur van de lange botten,
korte vingers en tenen (brachydactylie), een naar binnen en naar beneden draaiende voet (
klompvoet), een afwijking van het heupgewricht waardoor een verminderde hoek tussen het hoofd en de schacht van de bovenbeenbotten ontstaat (coxa vara) of afgeplatte botten van de wervelkolom (platyspondylie) en andere wervelkolomafwijkingen. Sommige patiënten hebben makkelijk breekbare botten wat resulteert in snel optredende
botbreuken (met weinig of geen trauma). Volwassenen met het Saul-Wilson-syndroom ervaren
gewrichtspijn (
artrose) als gevolg van afbraak (degeneratie) van de gewrichten.
Terugkerende infecties
Bij het Saul-Wilson-syndroom zijn de niveaus van witte bloedcellen normaal tot laag, wat in
medische termen bekendstaat als intermitterende
neutropenie. Neutropenie maakt het voor het lichaam moeilijker om vreemde indringers, zoals bacteriën en virussen, te bestrijden. Daarom lijden sommige patiënten (vooral kinderen) met het Saul-Wilson-syndroom sneller aan terugkerende luchtweginfecties.
Zintuigen
Kinderen met het Saul-Wilson-syndroom hebben vaak
gehoorverlies, een vertroebeling van de ooglenzen (
cataract), of een blauwe tint aan het wit van de
ogen (blauwe sclerae). Ze kampen mogelijk ook
retinitis pigmentosa, waarbij een afbraak van de lichtgevoelige laag (
netvlies) aan de achterkant van het oog ontstaat, hetgeen leidt tot een verlies van het gezichtsvermogen.
Diagnose en onderzoeken
De arts kan de diagnose van het Saul-Wilson-syndroom vermoeden op basis van de typische lichamelijke kenmerken. Omdat de skeletafwijking echter uiterst zeldzaam is, bevestigt een genetisch onderzoek echter de diagnose.
Behandeling
De behandeling van de skeletaandoening gebeurt ondersteunend en bestaat meestal uit (een combinatie van) fysiotherapie, revalidatietherapie, chirurgie en/of logopedie.