Geleofysieke dysplasie: Afwijkingen botten, gezicht en hart
Geleofysieke dysplasie is een vorm van dwerggroei die zich kenmerkt door korte handen en voeten, contracturen, typische gelaatstrekken, progressieve cardiale hartklepafwijkingen en een verdikte huid. De ziekte bestaat uit twee types; de genmutatie is bij elk type anders. De aandoening werd voor het eerst beschreven door J. Spranger et al in 1971. De benaming is gekozen vanwege de gelukkige lijkende gezichten van de getroffen patiënten (Gelios = gelukkig, physis = de natuur).
Synoniemen aandoening
Geleofysieke dysplasie is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- Geleofysieke dwerggroei
- GPHYSD 1
- GPHYSD 2
Epidemiologie geleofysieke dysplasie
Geleofysieke dysplasie is een zeldzame aandoening waarvan de prevalentie onbekend is. In de medische literatuur zijn sinds het beschrijven van de aandoening enkele tientallen getroffen patiënten gerapporteerd. Verdere informatie over de ziekte ontbreekt.
Oorzaken, erfelijkheid en indeling ziekte
Mutaties (wijzigingen) in het ADAMTSL2-gen (type 1) en FBN1-gen (type 2) veroorzaken de geleofysieke dysplasie. De precieze werking van deze genmutaties zijn onbekend, maar feit is dat deze meerdere weefsels aantast.
De overerving van geleofysieke dysplasie type 1 verloopt op autosomaal recessieve wijze, waardoor beide kopieën van het gen in elke cel mutaties hebben. De ouders van een patiënt met een autosomaal recessieve aandoening dragen elk een exemplaar van het gemuteerde gen, maar vertonen meestal geen symptomen van de aandoening.
Bij geleofysieke dysplasie type 2 verloopt de overerving op autosomaal dominante wijze waardoor één kopie van het gewijzigde gen voldoende is om de aandoening te veroorzaken.
Symptomen: Afwijkingen aan botten (dwerggroei), gezicht en hart (hartkleppen)
Geleofysieke dysplasie is een multisystemische aandoening waarbij de patiënt afwijkingen heeft aan de botten, het
gezicht en het hart. Daarnaast zijn vele andere symptomen mogelijk. De ernst, uitgebreidheid en het optreden van de symptomen variëren per patiënt, zelfs binnen dezelfde familie. De belangrijkste symptomen zijn bij de meeste patiënten aanwezig voor het eerste levensjaar.
Botten
Patiënten met geleofysieke dysplasie hebben een klein gestalte met zeer korte handen en voeten. De meesten ontwikkelen eveneens een verdikte huid en contracturen (samentrekking van spieren), waardoor mobiliteit aanzienlijk beperkt is. De getroffen patiënten hebben bijgevolg bewegingsproblemen met hun vingers, tenen, polsen en ellebogen. Daarnaast lopen veel getroffen patiënten veelal op hun tenen door contracturen in de benen en heupen.
Gezicht
Patiënten vertonen een vrij typisch gezicht waardoor de patiënt er meestal “gelukkig” uitziet. Hij heeft een rond gezicht met volle wangen, een kleine neus met omgekeerde neusgaten, een brede neusbrug, een dunne bovenlip, naar boven gedraaide mondhoeken, een vlak gebied tussen de bovenlip en de neus (filtrum) en
hypertelorisme.
Hart
Een ander primair symptoom van geleofysieke dysplasie zijn
hartafwijkingen (cardiale problemen), met name afwijkingen aan de hartkleppen. Deze kleppen regelen normaliter de bloedstroom door het hart. Bij patiënten met geleofysieke dysplasie zijn de hartkleppen dikker, waardoor de bloedstroom afgeremd is en de bloeddruk in het hart verhoogt. Patiënten met geleofysieke dysplasie presenteren zich eveneens met andere hartafwijkingen zoals een vernauwing van de slagader van het hart naar de longen (pulmonaire stenose) en een gat tussen de twee bovenste hartkamers (atriumseptumdefect).
Bijkomende symptomen
Andere symptomen van geleofysieke dysplasie omvatten
glaucoom, een vergrote lever (
hepatomegalie) en terugkerende ademhalings- en oorontstekingen. In ernstige gevallen veroorzaakt een vernauwing van de luchtpijp (trachea stenose) ernstige
ademhalingsproblemen. Tot slot is het intellect van de patiënt normaal.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De diagnose van het syndroom gebeurt aan de hand van een grondig lichamelijk onderzoek op basis van de zichtbare symptomen. Deze zichtbare symptomen omvatten een ongewoon
kort gestalte, een normale intelligentie, typische gelaatstrekken en een progressieve hartklapafwijking (gediagnosticeerd via een
echocardiografie) progressieve contracturen, een verdikte huid en zeer korte handen en voeten.
Diagnostisch onderzoek
Verder zijn een
radiografisch onderzoek, een meetonderzoek (lengte meten), een orthopedisch onderzoek, een
gehooronderzoek,
een uitgebreid oogonderzoek aangewezen.
Differentiële diagnose
De differentiële diagnoses bestaan uit het
Weill-Marchesani-syndroom, het Myhre-syndroom en
acromicrische dysplasie.
Behandeling
Dit syndroom valt niet te genezen maar een ondersteunende en symptomatische behandelingswijze is wel mogelijk waarbij de artsen trachten de symptomen te verlichten. Regelmatige fysiotherapie helpt bij de contracturen. Chirurgie is mogelijk bij de hartklepafwijking (hartklepvervanging). Ook een
tracheostomie (
medische term voor het maken van een nieuwe blijvende uitmonding van de luchtpijp) is een mogelijke chirurgische ingreep. Daarnaast gaat de patiënt jaarlijks op controle voor zijn gewrichten. Hij krijgt tijdens dit multidisciplinair bezoek tevens een echocardiografie.
Prognose
Als gevolg van hartafwijkingen en ademhalingsproblemen is de ziekte vaak levensbedreigend in de kindertijd. Ongeveer 33% van de patiënten met geleofysieke dysplasie komt te overlijden voor de leeftijd van vijf jaar. De belangrijkste doodsoorzaken zijn hart-, ademhalings- en longaandoeningen. Er zijn echter reeds volwassen patiënten beschreven in de medische literatuur.