Tracheostomie: Nieuwe opening door hals naar luchtpijp
Een tracheostomie is een chirurgische ingreep waarbij de chirurg een nieuwe uitmonding (opening) maakt door de hals naar de trachea (luchtpijp). Hij voert deze ingreep uit om afscheidingen uit de longen te verwijderen, om zuurstof te geven aan de longen, om de patiënt te helpen met ademen en ook om het risico van aspiratie van voedsel of vocht te verminderen bij patiënten die niet in staat zijn om te hoesten. De chirurg gebruikt hiervoor een zogenaamde tracheostomiebuis of tracheacanule. Normaalgezien gaat deze operatie door in het ziekenhuis, maar soms gebeurt dit ook in noodsituaties op de plaats van een ongeval.
Terminologie tracheotomie, tracheostomie en tracheostoma
Vaak gebruiken mensen de termen tracheostomie en tracheotomie door elkaar. Een tracheotomie is letterlijk vertaald een chirurgische insnede van de luchtpijp. Bij een tracheostomie maakt de chirurg vervolgens een nieuwe blijvende uitmonding van de luchtpijp. Een tracheostoma is bijgevolg een chirurgisch gemaakte blijvende uitmonding van de luchtpijp. Er gebeurt met andere woorden eerst een tracheotomie alvorens een tracheostomie plaatsvindt waarvan een tracheostoma het resultaat is.
Indicatie tracheostomie
Een chirurg voert een tracheostomie uit bij chirurgie rond het strottenhoofd om normaal ademen en slikken te voorkomen. Wanneer de patiënt ter wereld komt met een erfelijke afwijking van het strottenhoofd en de luchtpijp, is een tracheostomie ook aanbevolen. Het
Treacher Collins-syndroom en
Pierre Robin-syndroom zijn hiervan enkele voorbeelden. Verder is een operatie nodig bij een groot object dat de luchtwegen blokkeert, bij een onvermogen om zelfstandig te ademen, bij het
obstructief slaapapneusyndroom (slaapstoornis met tijdelijk gestopte ademhaling), bij
anafylaxie (ernstige allergische reactie), bij ernstige verwondingen aan het hoofd, de nek of de mond, bij tracheomalacie (verweking van de luchtpijp), bij
epiglottitis (
medische term voor "
ontsteking van het strotklepje"), bij
kroep (virale infectie met blaffende
hoest bij kinderen), en bij
verlamming van de slikspieren. Daarnaast is een tracheostomie nodig bij
halskanker. Hierbij is het ademen bemoeilijkt door druk op de luchtwegen. Af en toe is bepaald ingeademd materiaal zoals rook, stoom of andere giftige gassen schadelijk voor de luchtwegen. De luchtwegen zwellen op en verstoppen (blokkeren) waardoor ademen niet meer lukt. Ook dan is een tracheostomie vereist.
Tegenindicatie tracheostomie
Bij patiënten met slechte nekoriëntatiepunten, een nekmassa (bijvoorbeeld een
struma = kropgezwel), en ernstige coagulopathie gaat de chirurgie niet door. Ook wanneer de patiënt reeds halschirurgie ondergaan heeft, is een tracheostomie soms een te groot risico.
Voor de ingreep
De patiënt meldt de chirurg op voorhand of hij bepaalde
medicijnen neemt; hij moet namelijk mogelijk in overleg de dosis aanpassen. De patiënt komt verder indien mogelijk nuchter naar het ziekenhuis.
Tijdens de ingreep: Chirurg maakt nieuwe opening door de hals naar de luchtpijp
Zowel een chirurgische tracheostomie als een minimaal invasieve tracheostomie zijn mogelijk. De keuze van het soort ingreep is afhankelijk van de reden van de tracheostomie en ook of dit gepland was of niet. De patiënt krijgt een algemene
anesthesie. Hij is bijgevolg tijdens de tracheostomie in slaap en voelt geen pijn. Enkel in noodsituaties is soms een
plaatselijke verdoving nodig, maar de patiënt voelt dan evenmin pijn.
Chirurgische tracheostomie
De arts reinigt de hals en legt hierover een steriel laken. Hij maakt vooreerst een horizontale chirurgische snede door de huid aan de onderkant van de voorzijde van de hals. De chirurg trekt daarna voorzichtig de omliggende spieren terug en snijdt een klein deel van de schildklier weg, waardoor de luchtpijp zichtbaar is. Vervolgens maakt de chirurg een opening in de luchtpijp en plaatst hij een tracheostomiebuis.
Minimaal invasieve tracheostomie
De arts reinigt de hals en legt hierover een steriel laken. De arts maakt vooreerst een kleine incisie nabij de basis van de voorzijde van de hals. Hij brengt via de mond een speciale lens in zodat hij in staat is om de binnenzijde van de keel te inspecteren. Op deze manier geleidt de chirurg een naald in de luchtpijp om het tracheostomiegat te maken.
Na de ingreep
De patiënt blijft na de ingreep in principe nog enkele dagen tot weken in het ziekenhuis, afhankelijk van de reden van de tracheostomie. Als de tracheostomie tijdelijk is, verwijdert de arts wanneer het mogelijk is de tracheostomiebuis. De patiënt herstelt snel en houdt hieraan een klein
litteken over. Soms is een operatie nodig om de plaats (stoma) dicht te maken. Af en toe treedt een vernauwing of verstrakking van de luchtpijp op, waardoor het ademen bemoeilijkt is. Als de tracheacanule permanent is, blijft het gat open.
Risico’s en bijwerkingen
Anesthesie
Anesthesie brengt steeds risico’s met zich mee met name
ademhalingsproblemen en reacties op medicijnen, waaronder een
hartaanval en een
beroerte (onvoldoende bloedtoevoer naar de
hersenen met mentale en lichamelijke symptomen), of een
allergische reactie (
huiduitslag, zwelling, ademhalingsmoeilijkheden).
Tracheostomie
De risico's voor een eventuele chirurgische ingreep zijn een abnormale verbinding tussen de luchtpijp en de grote bloedvaten, bloedingen, een infectie, erosie van de luchtpijp (zeldzaam), littekens, littekenweefsel in de luchtpijp waardoor de patiënt pijn heeft of moeite heeft met ademhalen, een punctie van de longen en longcollaps, een
pneumothorax (klaplong) en schade aan de schildklier, zenuwletsels (waaronder een verlamming). Wel is deze ingreep relatief veilig alsook effectief.
Prognose
Bij de meeste patiënten ligt de aanpassingsduur voor een tracheostomiebuis rond de één à drie dagen. Communiceren met de geïntubeerde patiënt is soms moeilijk; hij is namelijk zeker in het begin niet in staat om geluiden te maken of te praten. Dit lukt de meeste patiënten echter na wat oefenen en begeleiding toch. De patiënt mag zijn normale activiteiten weer hervatten. Wel plaatst hij best een sjaal of andere bescherming over de stoma.
Epidemiologie
Tracheostomie wordt vaak uitgevoerd in verschillende medische omstandigheden, maar specifieke epidemiologische gegevens over het aantal ingrepen per jaar zijn moeilijk te vinden. De frequentie van tracheostomie kan variëren op basis van factoren zoals de prevalentie van aandoeningen die de luchtwegen beïnvloeden, de beschikbaarheid van medische zorg en de specifieke medische praktijken van ziekenhuizen en klinieken. In het algemeen is tracheostomie een relatief zeldzame procedure, uitgevoerd wanneer andere methoden van ademsteun niet effectief zijn.
Oorzaken
De oorzaken voor het uitvoeren van een tracheostomie zijn veelzijdig en omvatten zowel acute als chronische aandoeningen die de ademhaling beïnvloeden. Vaak is de ingreep een noodzakelijke oplossing voor ernstige ademhalingsproblemen die niet met andere behandelingen kunnen worden verholpen. Enkele veelvoorkomende oorzaken zijn obstructie van de luchtwegen door vreemde voorwerpen, tumoren, ernstige verwondingen, en aandoeningen zoals tracheomalacie of epiglottitis.
Risicofactoren
Risicofactoren voor het nodig hebben van een tracheostomie omvatten zowel medische als omgevingsfactoren. Medische aandoeningen zoals aangeboren afwijkingen, ernstige allergische reacties, en obstructieve slaapapneu verhogen de kans op het vereisen van een tracheostomie. Bovendien kunnen factoren zoals eerder ondergane halschirurgie en ernstige luchtweginfecties bijdragen aan de noodzaak voor de procedure.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen die kunnen duiden op de noodzaak van een tracheostomie zijn onder andere ernstige ademhalingsmoeilijkheden, moeite met slikken, en symptomen van luchtwegobstructie zoals blaffende hoest bij kinderen. Bij acute situaties zoals ernstige verwondingen aan de luchtwegen of een ernstige allergische reactie kan onmiddellijke interventie noodzakelijk zijn.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose die kan leiden tot een tracheostomie vereist vaak een combinatie van klinisch onderzoek en beeldvorming. Onderzoeken zoals laryngoscopie, bronchoscopie, en beeldvormingstechnieken zoals CT-scans kunnen helpen bij het vaststellen van de oorzaak van ademhalingsproblemen en het bepalen van de noodzaak voor een tracheostomie.
Behandeling
De behandeling na een tracheostomie omvat het regelmatig controleren en onderhouden van de tracheostomiebuis en het stoma, evenals het beheren van eventuele complicaties zoals infecties of vernauwingen. Patiënten krijgen vaak instructies over hoe ze hun tracheostomie moeten verzorgen en hoe ze mogelijke problemen kunnen herkennen en melden.
Prognose
De prognose na een tracheostomie is over het algemeen goed, vooral als de ingreep is uitgevoerd om een acute aandoening te behandelen en de onderliggende oorzaak kan worden aangepakt. Veel patiënten kunnen zich aanpassen aan het leven met een tracheostomie en hun normale activiteiten hervatten. De lange termijn prognose hangt echter af van de onderliggende aandoening en de aanwezigheid van eventuele complicaties.
Complicaties
Complicaties van een tracheostomie kunnen onder andere infecties van de luchtwegen, verstopte tracheostomiebuis, en problemen met het stoma omvatten. Andere mogelijke complicaties zijn bloedingen, littekenweefselvorming, en problemen met het ademhalingssysteem zoals pneumothorax.
Preventie
Preventie van complicaties bij een tracheostomie richt zich op goede hygiëne en zorg van de tracheostomiebuis en het stoma, evenals op het vermijden van infecties door het volgen van medische richtlijnen en het tijdig behandelen van eventuele problemen. Genetische expertise en medische opvolging zijn belangrijk om mogelijke problemen vroegtijdig te identificeren en te behandelen.