Lichte cognitieve stoornis: symptomen, oorzaak & behandeling

- Wat is een lichte cognitieve stoornis?
- "De mist in haar hoofd" – het verhaal van Maria
- Wat is het eigenlijk?
- Symptomen
- Vergeetachtigheid
- Terugtrekken en depressie
- Verschijnselen
- Vóórkomen
- Beloop
- Oorzaak van een lichte cognitieve stoornis
- Risicofactoren en beschermende factoren
- Veranderbare en onveranderbare risicofactoren
- Cognitieve reserve
- Onderzoek en diagnose
- Behandeling
- Alzheimer medicijnen
- Onderliggende aandoeningen
Wat is een lichte cognitieve stoornis?
"De mist in haar hoofd" – het verhaal van Maria
Maria is 74 en woont nog zelfstandig in een klein huisje aan de rand van het dorp. Vroeger was ze altijd die vrouw die alles regelde: voor haar kinderen, haar vrijwilligerswerk, en zelfs de administratie van de buurtvereniging. Maar de laatste tijd merkte haar dochter dat ze steeds vaker dezelfde vragen stelde. Waar de suiker stond. Of de afspraak bij de kapper nu op dinsdag of donderdag was. Maria zelf merkte vooral dat dingen ‘vager’ werden. Namen glipten weg, en ze voelde zich soms alsof ze door een lichte mist liep.Na een gesprek met de huisarts en een geheugenpoli-onderzoek kwam de diagnose: lichte cognitieve stoornis. Geen dementie, maar ook niet ‘gewoon ouderdom’. Maria vond het verwarrend. Ze schaamde zich in het begin, want ze wilde niet als “vergeetachtig oudje” gezien worden. Inmiddels heeft ze structuur aangebracht in haar dagen, met briefjes, een agenda en hulp van haar dochter. Ze weet dat het achteruit kan gaan, maar zolang ze zichzelf nog herkent in de spiegel én in haar kleinkinderen, zegt ze: “Dan is er nog genoeg van mij over.”
Wat is het eigenlijk?
Een lichte cognitieve stoornis is een aandoening waarbij je cognitieve tekorten ervaart die verder gaan dan het normale verouderingsproces, maar niet zo ernstig is als de ziekte van Alzheimer of een andere vorm van dementie. De meest voorkomende symptomen van een lichte cognitieve stoornis zijn vergeetachtigheid, moeite met concentreren en een slecht beoordelingsvermogen. Een lichte cognitieve stoornis wordt beschouwd als een primaire risicofactor voor dementie. Risicofactoren voor zijn ouderdom en genetische factoren. Er is anno 2025 geen specifieke behandeling voor een lichte cognitieve stoornis. De behandeling is dan ook vaak gericht op:- het verlichten van de symptomen
- het verbeteren van de kwaliteit van leven
- het vertragen van de achteruitgang van het geheugen
Symptomen
Vergeetachtigheid
Naarmate je ouder wordt, hebben je hersenen steeds meer te lijden onder oxidatieve stress, ofwel schadelijke chemische reacties in het lichaam die veroorzaakt worden door vrije radicalen. Oxidatieve stress kan het verouderingsproces in de hersenen versnellen, waardoor je mentaal sneller achteruitgaat. Vaak begint het met klachten van vergeetachtigheid; je vergeet namen van personen die je net hebt ontmoet of je vergeet recente gebeurtenissen, hoewel deze vergeetachtigheid nauwelijks meer dan hinderlijk is. Er kan echter een moment komen dat je meer ervaart dan alleen wat vergeetachtigheid; een soort kantelmoment. Je vergeet dan vaker dingen, zelfs afspraken of belangrijke toezeggingen die je hebt gedaan of rekeningen die je vergeet te betalen, of je verliest het vermogen om je te concentreren op een taak en je bent snel afgeleid in je denkproces. Dit kunnen vroege tekenen zijn van een lichte cognitieve stoornis, en ook familie en vrienden kunnen deze veranderingen bij je opmerken.Terugtrekken en depressie
Als je een lichte cognitieve stoornis hebt, dan kun je overweldigd worden door klusjes of taken waar je eerder je hand niet voor omdraaide maar waar je nu als een berg tegenop ziet. Het plannen van een activiteit waar meerdere stappen voor nodig zijn, wordt ook te zwaar en je kan zelfs moeilijkheden ondervinden bij het vinden van de weg in vertrouwd gebied. Je oordeelsvermogen kan ook verminderd zijn, waardoor sociale verlegenheid, frustratie en een verlies van zelfvertrouwen ontstaat, wat soms kan leiden tot prikkelbaarheid (agitatie), jezelf terugtrekken, apathie en depressie.Verschijnselen
De klachten en symptomen van een milde cognitieve stoornis kunnen behoorlijk wat angst en stress teweegbrengen, niet alleen bij jezelf, maar ook voor bij je familie en vrienden. Symptomen van een lichte cognitieve stoornis zijn onder meer:- vaker dingen vergeten
- belangrijke gebeurtenissen vergeten, zoals afspraken of verjaardagen
- je eigen gedachtegang kwijtraken of de draad verliezen van gesprekken, boeken of films
- je voelt je overweldigend om beslissingen te nemen, activiteiten te plannen (zoals een vakantie of een uitstapje), om een taak te volbrengen of instructies te interpreteren en op te volgen
- je begint problemen te ervaren met het vinden van de weg in vertrouwde omgevingen
- je wordt impulsiever of toont minder goed oordeelsvermogen
- je familie en vrienden merken deze veranderingen op
Minder voorkomende symptomen van een lichte cognitieve stoornis op het gebied van taal en communicatie, zijn:
- worstelen om de juiste woorden te vinden of volledige en samenhangende zinnen samen te stellen
- gebrek aan focus en concentratie, bijvoorbeeld bij het vasthouden van een lijn van denken of het volgen van een gesprek
Vóórkomen
Mensen met een lichte cognitieve stoornis hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van dementie. Het kán een voorstadium zijn van dementie, maar dit is lang niet altijd het geval. Voor de bevolking als geheel ontwikkelt jaarlijks tot 2% van de ouderen dementie. Onder ouderen met een lichte cognitieve stoornis ontwikkelt tot 15% elk jaar dementie.[1] Een lichte cognitieve stoornis wordt derhalve beschouwd als een belangrijke risicofactor voor dementie.Beloop
Personen met een lichte cognitieve stoornis zijn grofweg onder te verdelen in drie categorieën. Een deel blijft stabiel en vertoont geen verandering na verloop van tijd, dat wil zeggen noch herstel, noch achteruitgang richting dementie. Ongeveer 40% herstelt zich naar normaal cognitief functioneren. En een deel ontwikkelt na een paar jaar dementie, meestal binnen 5 jaar nadat de diagnose is gesteld.Oorzaak van een lichte cognitieve stoornis
De oorzaken van een lichte cognitieve stoornis wordt anno 2025 nog niet volledig begrepen. Er zijn deskundigen die suggereren dat dat veel gevallen, maar lang niet alle, het gevolg zijn van veranderingen in de hersenen die zich voordoen in de zeer vroege stadia van de ziekte van Alzheimer of andere vormen van dementie. Als de lichte cognitieve stoornis een voorstadium is van de ziekte van Alzheimer, dan is er sprake van een abnormale eiwitophoping in de hersenen. Een lichte cognitieve stoornis kan evenwel ook worden veroorzaakt door psychosociale factoren zoals een langdurige sombere stemming, depressiviteit, aanhoudende stress, overspannenheid of burn-out. Voorts kan er sprake zijn van een (tijdelijke) vermindering van de hersenfunctie door bijvoorbeeld een vitaminetekort, verlaagde schildklierfunctie of bijwerking van medicijnen.Risicofactoren en beschermende factoren
Veranderbare en onveranderbare risicofactoren
Leeftijd, leefstijl en genetische invloeden lijken allemaal risicofactoren te zijn voor het ontwikkelen van een lichte cognitieve stoornis. Hoewel je niet veel kan doen aan je leeftijd en de genen die je hebt meegekregen, kan je wel je leefstijl veranderen om daarmee het risico te verkleinen, bijvoorbeeld door mentaal en fysiek actief te blijven, niet te roken of een plantaardig dieet te volgen, en depressie te behandelen.Risicofactoren voor een lichte cognitieve stoornis zijn:
- leeftijd (65 jaar of ouder)
- genen (APOE-ε4 is de belangrijkste bekende genetische risicofactor voor de ziekte van Alzheimer) of familiair voorkomen van een lichte cognitieve stoornis of dementie
- diabetes
- roken
- hoge bloeddruk
- hoog cholesterolgehalte
- depressie
- te weinig lichamelijke beweging
- te weinig mentale stimulatie
Slaapapneu of het obstructief slaapapneu syndroom (OSAS), veroorzaakt door een afsluiting (obstructie) van de ademwegen, wordt ook beschouwd als mogelijke risicofactor. Aangenomen wordt dat de onderbreking van de ademhaling tijdens de slaap het zuurstofgehalte in het bloed kan verlagen en aldus een risicofactor vormt voor cognitieve achteruitgang.
Cognitieve reserve
Het is bekend dat een hoog cognitieve reserve de symptomen van de ziekte van Alzheimer vertraagt. Evenzo zorgt een hoge cognitieve reserve ervoor dat je minder snel last krijgt van een lichte cognitieve stoornis. Meerdere factoren in je leven, zoals onderwijsniveau, intellectualiteit, beroep en leesvaardigheid, hangen samen met hoe hoog je cognitieve reserve is. Als je bijvoorbeeld veel leest kun je door de bank genomen meer beschadiging van hersencellen verdragen voordat je er last van krijgt.
Onderzoek en diagnose
Lichte cognitieve stoornissen zijn een 'klinische diagnose', wat wil zeggen dat de diagnose vooral gesteld wordt op basis van de klachten en verschijnselen van de patiënt, zonder grote rol daarbij van laboratoriumonderzoek. Als het voor een arts moeilijk is om de diagnose te stellen of de oorzaak te achterhalen, kunnen hersenscans of cerebrospinale vloeistoftesten of bloedtesten helpen de diagnose te stellen, bijvoorbeeld om te achterhalen of de lichte cognitieve stoornis het gevolg is van de ziekte van Alzheimer.De volgende onderzoeken kunnen ingezet worden om de diagnose te stellen:
- Medische voorgeschiedenis, waarbij de arts de huidige symptomen, eerdere ziekten en medische aandoeningen en eventuele familiegeschiedenis van geheugenproblemen of dementie registreert.
- Beoordeling van onafhankelijke functies en dagelijkse activiteiten, waarbij de nadruk ligt op eventuele veranderingen van je gebruikelijke functieniveau.
- Informatie van een familielid of partner over welke veranderingen zij waarnemen.
- Beoordeling van je mentale status met behulp van tests om het geheugen, de planning, het beoordelingsvermogen, het vermogen om visuele informatie en andere belangrijke denkvaardigheden te begrijpen te onderzoeken.
- Neurologisch onderzoek teneinde de functie van zenuwen en reflexen, beweging, coördinatie, evenwicht en zintuigen te beoordelen.
- Onderzoek van stemming en stemmingsklachten om depressie te achterhalen; een depressie kan problemen met het geheugen geven of brainfog (hersenmist) veroorzaken. Depressie komt veel voor, ook onder ouderen.
- Laboratoriumtests inclusief bloedonderzoek en beeldvormend onderzoek van de structuur van de hersenen.
- Neuropsychologische tests, waarbij een reeks schriftelijke of computertests wordt gebruikt om specifieke denkvaardigheden te onderzoeken.

Behandeling
Alzheimer medicijnen
Artsen schrijven soms cholinesteraseremmers voor bij mensen met een lichte cognitieve stoornis. Dit zijn geneesmiddelen die symptomen van de ziekte van Alzheimer zoals geheugenverlies en cognitieve stoornissen kunnen vertragen. Cholinesteraseremmers worden echter niet aanbevolen voor de routinematige behandeling van een lichte cognitieve stoornis.Onderliggende aandoeningen
Behandeling van andere aandoeningen die je cognitieve functies kunnen schaden:- Hoge bloeddruk. Mensen met een lichte cognitieve stoornis hebben meer kans op problemen met de bloedvaten in hun hersenen. Hoge bloeddruk kan deze problemen verergeren en geheugenproblemen veroorzaken. Je arts zal op gezette tijden je bloeddruk controleren en medicijnen voorschrijven en leefstijladviezen aanbevelen om de bloeddruk te verlagen als deze te hoog is.
- Depressie. Als je depressief bent, voel je je vaak vergeetachtig en kan je last hebben van hersenmist. Depressie komt vaak voor bij mensen met een lichte cognitieve stoornis. Behandeling van depressie kan het geheugen verbeteren, terwijl het gemakkelijker wordt om om te gaan met veranderingen in je leven.
- Slaapapneu. Hierbij stopt je ademhaling herhaaldelijk als je slaapt, wat een goede nachtrust niet ten goede komt. Slaapapneu kan ervoor zorgen dat je overdag overmatig vermoeid bent, vergeetachtig en niet in staat om je te concentreren. Behandeling kan deze symptomen verbeteren en je geestelijk fitter maken.
Noten:
[OLIST]Julie Hugo, MD and Mary Ganguli, MD, MPH. Dementia and Cognitive Impairment: Epidemiology, Diagnosis, and Treatment. Clin Geriatr Med. 2014 Aug; 30(3): 421–442.[/OLIST]