Leber congenitale amaurose: Aangeboren netvliesblindheid
Leber congenitale amaurose is een ernstige erfelijke netvliesaandoening waarbij kinderen blind of zeer zwaar slechtziend ter wereld komen. Ze ontwikkelen geen zicht en hebben ook nystagmus (oogbolstuipen) en een vertraagde of geen pupilreactie. Soms ziet het netvlies er normaal uit, soms niet. Wetenschappers buigen zich nog over een behandeling die wellicht zal bestaan uit gentherapie. De ziekte werd voor het eerst beschreven door Karl Theodor Gustav von Leber in 1869.
Verwarring
Leber congenitale amaurose (LCA) is niet hetzelfde als
Leber erfelijke optische neuropathie (LHON), wat wel door dezelfde arts beschreven is, maar een geheel andere oogaandoening is. LHON is een erfelijke oogaandoening waarbij een jongvolwassen patiënt meestal plots het gezichtsvermogen in beide ogen verliest.
Synoniemen Leber congenitale amaurose
Leber congenitale amaurosis is gekend onder een hele resem synoniemen:
- aangeboren retinale blindheid
- amaurosis, Leber congenitaal
- congenitale amaurosis van retinale oorsprong
- CRB
- dysgenesie neuroepithelialis retinae
- erfelijke epitheliale dysplasie van het netvlies
- erfelijke retinale aplasie
- heredoretinopathia congenitalis
- LCA
- Leber aangeboren netvliesblindheid
- Leber abiotrofie
- Leber congenitale tapetoretinale degeneratie
- Leber’s amaurosis
Epidemiologie
Leber congenitale amaurose treedt op bij 2-3 per 100.000 pasgeborenen. Het is één van de meest voorkomende oorzaken van blindheid bij kinderen.
Oorzaken
Genmutatie
De oorzaak van Leber congenitale amaurose is een genmutatie (wijziging in een gen). Anno september 2024 zijn minstens achttien genen bekend waarin een mutatie mogelijk is die leidt tot LCA, maar wellicht zijn er nog meer genen betrokken daar bij 30% van de patiënten de oorzaak van LCA onbekend blijft. Deze genen spelen een verschillende rol bij de ontwikkeling en functie van de retina, de
medische term voor "netvlies". Mutaties in één van de genen geassocieerd met LCA verstoren de ontwikkeling en functie van het netvlies (
netvliesaandoening), waardoor de patiënt reeds op vroege leeftijd lijdt aan het verlies van het gezichtsvermogen. Mutaties in het CEP290-, CRB1-, GUCY2D- en RPE65-gen zijn de meest voorkomende oorzaken van de aandoening.
Erfelijkheid
De overerving van LCA kent meestal een autosomaal recessief patroon. De ouders van een patiënt met een autosomaal recessieve aandoening dragen elk één kopie van het gemuteerde gen, maar vertonen meestal zelf geen symptomen van de aandoening. Wanneer de oorzaak van LCA een mutatie in het CRX- of IMPDH1-gen is, gebeurt de overervingswijze wel via een autosomaal dominant patroon. Een kopie van het gewijzigde gen in elke cel is dan voldoende om de aandoening te veroorzaken. Meestal erft een getroffen patiënt een genmutatie van een getroffen ouder. Soms treden er spontane mutaties op bij patiënten waarbij geen familiale geschiedenis van de aandoening bekend is.
Risicofactoren
De belangrijkste risicofactoren voor Leber congenitale amaurose zijn:
- Familiale geschiedenis van netvliesaandoeningen
- Aanwezigheid van genmutaties die geassocieerd zijn met LCA
- Ouders die drager zijn van een autosomaal recessief gen dat geassocieerd is met de aandoening
Symptomen
Visuele beperking
LCA is een oogziekte die vooral het netvlies aantast. Meestal hebben patiënten met deze aandoening een ernstige visuele beperking die al start in de kindertijd. De visuele beperking is veelal stabiel, hoewel het gezichtsvermogen in de loop der tijd mogelijk achteruitgaat. Normaliter zijn enkel de ogen aangetast; slechts bij een minderheid van de patiënten zijn neurologische of andere gezondheidsproblemen gemeld. De meeste patiënten hebben dan ook een normale intelligentie.
Vaak met andere oogaandoeningen
Wel gaat LCA vaak gepaard met andere oogaandoeningen zoals
fotofobie (verhoogde gevoeligheid voor licht),
nystagmus (onwillekeurige oogbewegingen) en hypermetropie (extreme
verziendheid). De pupillen die meestal verwijden en samentrekken in reactie op de hoeveelheid licht, werken niet normaal. De pupilreactie verloopt namelijk aanzienlijk trager. Cataract (staar),
glaucoom en
keratoconus presenteren zich soms ook in combinatie met LCA. Bij keratoconus heeft het hoornvlies een kegelvormig en abnormaal dun uiterlijk. Soms
wrijven of drukken kinderen vaak in de ogen met de
vingers (gekend als de oculodigitale reflex), wat zou kunnen verklaren waarom sommige patiënten keratoconus of
diepliggende ogen hebben. Verder onderzoek is hiernaar nog nodig.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van Leber congenitale amaurose kunnen zijn:
- Ernstige visuele beperking direct na de geboorte
- Nystagmus (onwillekeurige oogbewegingen)
- Vertraagde of geen pupilreactie
- Aanwezigheid van andere oogaandoeningen zoals cataract of glaucoom
Diagnose en onderzoeken
Als de oogarts LCA vermoedt, moet hij eerst allerlei andere ziektes uitsluiten. Dit is vrij intensief en vraagt soms ook overleg of een doorverwijzing naar andere specialisten. De oogarts voert eerst een ERG-onderzoek (
elektroretinografie) onder narcose uit waarbij hij de elektrische functie van het netvlies onderzoekt. Dit is nodig omdat een
baby nog niet in staat is mee te werken aan een leesonderzoek via een letterkaart of een
gezichtsveldonderzoek. Omwille van de nystagmus, kan de oogarts ook geen elektrode op het oog leggen. Door de bewegingen schuurt het oog namelijk mogelijk open. Onder (gedeeltelijke) narcose brengt de oogarts lichtflitsen (
fotopsie) van uiteenlopende intensiteit in het oog, om dan telkens de opgewekte elektriciteit in het netvlies te meten. Het netvlies ziet er verder meestal normaal uit. Tot slot gebeurt de diagnose soms door een
bloedonderzoek.
Behandeling
LCA valt niet te genezen. De behandeling is vooral ondersteunend gericht waarbij de patiënt uitgebreide hulp krijgt om om te gaan met zijn
visuele handicap. Hij leert zich te integreren in de maatschappij dankzij heel wat hulp(middelen), aanpassingen, begeleidingsvormen en andere tips. Blindennazorgwerken en hulpmiddelenleveranciers geven de zwaar slechtziende of blinde persoon hierbij ondersteuning. Verder is het aanbevolen om op regelmatige basis naar een oogarts te gaan voor een
uitgebreid oogonderzoek zodat hij in staat is de aandoening op te volgen.
Prognose
De ernst van de visuele handicap is voor elke patiënt anders. Meestal varieert dit tussen geen lichtperceptie en een gezichtsvermogen van 20/200. Heel af en toe verbetert de aandoening zich een klein beetje gedurende de eerste levensjaren maar meestal blijft dit stabiel of verslechtert het gezichtsvermogen. Wellicht is de patiënt later het beste geholpen met hulpmiddelen voor blinden zoals een
brailleleesregel, een
brailleprinter, een
kleurendetector, een iPhone of een ander Apple-product dat toegankelijk is voor blinden en slechtzienden, een
witte stok, een computer met spraaksynthese en andere hulpmiddelen.
Complicaties
De complicaties van Leber congenitale amaurose zijn onder meer:
- Visuele beperkingen
- Cataract
- Glaucoom
- Keratoconus
- Diepliggende ogen
- Ooginfecties
Preventie
LCA wordt door een genmutatie veroorzaakt en is erfelijk, waardoor preventie op basis van levensstijl niet mogelijk is. Wel kan genetische expertise en testen nuttig zijn voor mensen die een familiale geschiedenis van LCA hebben of voor paren die een kind wensen te krijgen. Dit kan helpen bij het inschatten van het risico en bij het maken van geïnformeerde keuzes omtrent zwangerschap en kinderwens.