Aangeboren rodehond (congenitale rubella) bij baby's
Aangeboren rodehond, ofwel congenitale rubella, is een aandoening die optreedt bij een baby wiens moeder besmet is met het rubellavirus tijdens de zwangerschap. Jaarlijks worden naar schatting 100.000 baby's geboren met deze infectie, vooral in ontwikkelingslanden. In ontwikkelde landen komt de aandoening veel minder vaak voor, omdat de meeste zwangere vrouwen zijn ingeënt tegen rubella. Wanneer een baby vóór de derde zwangerschapsmaand wordt blootgesteld aan het rubellavirus, kunnen symptomen van congenitale rubella optreden, zoals slaperigheid, een kleinere hoofdomtrek en oogproblemen. Omdat er momenteel geen specifieke behandeling voor deze aandoening bestaat, is de zorg gericht op het verlichten van de symptomen. De prognose hangt sterk af van de ernst van de symptomen en eventuele complicaties die zich kunnen voordoen.
Epidemiologie
Aangeboren rodehond (congenitale rubella) is een ernstige aandoening die optreedt wanneer een zwangere vrouw besmet raakt met het rubellavirus, met name tijdens de eerste maanden van de zwangerschap. De epidemiologie van aangeboren rodehond is sterk afhankelijk van de wereldwijde vaccinatieprogramma’s en de mate van rubellabesmetting in de gemeenschap. De prevalentie van aangeboren rodehond is in landen waar vaccinatieprogramma’s effectief zijn, significant lager dan in landen waar rubella-vaccinatie minder wijdverspreid is.
Prevalentie wereldwijd
De wereldwijde prevalentie van aangeboren rodehond is sterk afgenomen sinds de introductie van het rubellavaccin. In ontwikkelde landen, waar vaccinatiecampagnes uitgebreid zijn, komen gevallen van aangeboren rodehond zelden voor. In ontwikkelingslanden, waar vaccinatiegraad lager is, is de prevalentie van aangeboren rodehond nog steeds relatief hoog. Het rubellavirus komt het meest voor in gebieden met lage vaccinatiegraad, zoals bepaalde delen van Afrika en Zuid-Amerika.
Daling van incidentie door vaccinatie
De introductie van rubella-vaccins heeft geleid tot een drastische daling van gevallen van aangeboren rodehond. In landen die rubella vaccineren, is het aantal gevallen van aangeboren rubella sterk afgenomen, en in sommige gevallen volledig geëlimineerd. Vaccinatie heeft niet alleen het aantal infecties bij zwangere vrouwen verminderd, maar ook het risico op infecties bij pasgeborenen.
Ongedekte gebieden en risico’s
In landen waar de vaccinatiegraad niet hoog genoeg is, blijft aangeboren rodehond een risico voor ongeboren kinderen. Er zijn ook gebieden waar rubella-vaccinatieschema’s onvolledig of onvoldoende worden uitgevoerd, wat leidt tot een verhoogd risico op infecties bij zwangere vrouwen. Dit benadrukt het belang van wereldwijde vaccinatie-inspanningen om de ziekte verder te verminderen.
Mechanisme
Aangeboren rodehond ontstaat wanneer een zwangere vrouw het rubellavirus oploopt, wat vervolgens via de placenta op de foetus wordt overgedragen. Het virus kan schadelijk zijn voor de zich ontwikkelende baby, vooral wanneer de infectie in de eerste trimester van de zwangerschap optreedt, wanneer de organen van de baby zich ontwikkelen. Het mechanisme van aangeboren rodehond is complex en wordt gekarakteriseerd door virale vermenigvuldiging in de placenta en foetale weefsels.
Infectie tijdens de zwangerschap
Het rubellavirus wordt vaak overgedragen via druppels in de lucht en kan zich snel verspreiden wanneer een zwangere vrouw in contact komt met een geïnfecteerde persoon. Wanneer een vrouw het virus oploopt, vermenigvuldigt het zich eerst in de bovenste luchtwegen en verspreidt het zich via de bloedbaan naar andere delen van het lichaam, waaronder de placenta. Het virus kan de placenta infecteren en zo de foetus bereiken, wat kan leiden tot ernstige geboorteafwijkingen.
Risico op foetale schade
De ernst van de aandoening hangt sterk af van het moment van de infectie. Hoe vroeger in de zwangerschap de moeder het rubellavirus oploopt, des te groter het risico op aangeboren afwijkingen bij de baby. Het virus kan schade veroorzaken aan verschillende organen van de baby, waaronder het hart, de ogen, het gehoor, en de hersenen. De gevolgen van de infectie kunnen variëren van milde afwijkingen tot ernstige ontwikkelingsstoornissen.
Mechanisme van orgaanschade
De schade die het rubellavirus aanricht, wordt veroorzaakt door de virale replicatie in de weefsels van de foetus. Het virus kan celbeschadiging veroorzaken door direct in te grijpen in de ontwikkeling van het weefsel. De organen die het meest worden beïnvloed, zijn het gehoor (doofheid), het gezichtsvermogen (cataract), het hart (hartafwijkingen), en de hersenen (microcefalie). Het immuunsysteem van de foetus is nog niet volledig ontwikkeld, waardoor het moeilijk is om de infectie te bestrijden.
Soms worden zwangere vrouwen geïnfecteerd met rodehond en geven ze dit door aan hun baby /
Bron: PublicDomainPictures, PixabayOorzaken: Besmetting met Rubellavirus
Congenitale rubella ontstaat wanneer een zwangere vrouw wordt besmet met het rubellavirus en dit virus doorgeeft aan de zich ontwikkelende baby. Deze overdracht heeft vooral ernstige gevolgen wanneer de infectie plaatsvindt tijdens de eerste drie maanden van de zwangerschap. Na de vierde maand van de zwangerschap is de kans op ernstige schade aan de baby aanzienlijk kleiner. Dankzij het rodehondvaccin is het aantal gevallen van congenitale rubella in ontwikkelde landen sterk verminderd, aangezien de meeste zwangere vrouwen zijn ingeënt tegen rodehond. Zwangere vrouwen die niet gevaccineerd zijn en die eerder geen rubella hebben gehad, lopen een verhoogd risico om zowel zichzelf als hun ongeboren baby te besmetten.
Risicofactoren
Er zijn verschillende risicofactoren die de kans vergroten dat een zwangere vrouw besmet raakt met het rubellavirus. Deze risicofactoren omvatten vaccinatiestatus, blootstelling aan besmette mensen, en de locatie van de zwangere vrouw. Risicofactoren voor aangeboren rubella zijn vaak te vinden in gebieden waar vaccinatie niet wijdverspreid is, of waar het rubellavirus circuleert.
Niet-gevaccineerde zwangere vrouwen
De belangrijkste risicofactor voor aangeboren rodehond is het niet-gevaccineerd zijn tegen rubella. Vrouwen die niet zijn gevaccineerd en die tijdens de zwangerschap in contact komen met het rubellavirus lopen een verhoogd risico op het overdragen van de infectie op hun baby. In ontwikkelingslanden, waar vaccinatiecampagnes vaak niet effectief zijn, is het aantal niet-gevaccineerde vrouwen groter, waardoor de risicogroep breder is.
Blootstelling aan rubellavirus
Een andere risicofactor is de blootstelling aan besmette mensen. Vrouwen die werken in zorginstellingen of gemeenschappen waar rubella-cases vaak voorkomen, hebben een hoger risico om besmet te raken met het virus, vooral als ze niet zijn gevaccineerd. Ook internationale reizen naar gebieden waar rubella nog steeds veel voorkomt, kunnen een risicofactor zijn.
Zwangerschap op jonge leeftijd
Jonge vrouwen die zwanger worden, vooral die in een risicogroep vallen, hebben een hoger risico om niet-gevaccineerd te zijn, en daardoor een verhoogd risico op het krijgen van een kind met aangeboren rodehond. In sommige gevallen kunnen vaccinatieprogramma’s voor jongere vrouwen verbeteren, maar de vaccinatiegraad kan variëren afhankelijk van de regio.
Risicogroepen
De risicogroepen voor aangeboren rodehond omvatten zowel de zwangere vrouwen als de pasgeborenen. De kans op een ernstige infectie is het grootst bij vrouwen die niet zijn gevaccineerd en die in contact komen met het virus. Daarnaast kunnen bepaalde sociaal-economische factoren de incidentie van de aandoening beïnvloeden.
Niet-gevaccineerde vrouwen
Vrouwen die in landen wonen waar de vaccinatiegraad voor rubella laag is, lopen een groter risico om niet-gevaccineerd te zijn, waardoor ze vatbaarder zijn voor infectie met het rubellavirus. In deze gevallen kan het aantal gevallen van aangeboren rodehond bij pasgeborenen relatief hoog zijn.
Baby’s geboren uit besmette moeders
Baby’s van moeders die tijdens de zwangerschap besmet zijn geraakt met rubella, vooral in het eerste trimester, lopen het grootste risico op aangeboren rodehond. De ernst van de symptomen hangt sterk af van de mate van virale besmetting en het stadium van de zwangerschap waarin de infectie optreedt.
Vrouwen in risicogebieden
Vrouwen die wonen in landen of gebieden waar het rubellavirus circuleert en waar vaccinatie niet wijdverspreid is, behoren ook tot de risicogroep. In deze regio’s kunnen vrouwen die niet zijn gevaccineerd een grotere kans hebben om geïnfecteerd te raken en zo hun baby bloot te stellen aan rubella.
Symptomen
De symptomen van congenitale rubella kunnen variëren en omvatten:
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van aangeboren rodehond kunnen zowel bij de zwangere vrouw als bij de pasgeborene worden waargenomen. Bij de zwangere vrouw kunnen er geen duidelijke symptomen zijn, maar als een baby wordt geboren met rubella-gerelateerde afwijkingen, kunnen de symptomen variëren van mild tot ernstig.
Symptomen bij de zwangere vrouw
Bij de zwangere vrouw kan rubella een mild verloop hebben met koorts, huiduitslag, en gewrichtspijn, die vaak over het hoofd wordt gezien. De vrouw kan soms geen symptomen vertonen, vooral in de vroege stadia van de zwangerschap. Dit maakt het moeilijk om de infectie tijdig te herkennen.
Symptomen bij de pasgeborene
Baby’s die geboren worden met aangeboren rubella kunnen verschillende symptomen vertonen. De meest voorkomende zijn gehoorverlies, hartafwijkingen, cataract (vertroebeling van de ooglens), en microcefalie (klein hoofd). In ernstige gevallen kan de baby neurologische aandoeningen ontwikkelen. Een uitgebreide evaluatie van de baby na de geboorte is essentieel voor het identificeren van deze symptomen.
Een bloedonderzoek is nodig om de aanwezigheid van het rubellavirus te bevestigen /
Bron: Frolicsomepl, PixabayDiagnose en onderzoeken
De diagnose van congenitale rubella wordt meestal gesteld door een combinatie van klinische symptomen en laboratoriumonderzoeken. Direct na de geboorte wordt een
bloedonderzoek uitgevoerd om de aanwezigheid van het rubellavirus bij de baby te bevestigen. Soms is ook een
urineonderzoek nodig om de infectie te detecteren. In sommige gevallen kan een echo of ander beeldvormend onderzoek worden uitgevoerd om eventuele structurele afwijkingen te identificeren.
Behandeling van infectie bij baby's
Anno augustus 2024 bestaat er geen specifieke behandeling voor congenitale rubella. De behandeling is voornamelijk ondersteunend en gericht op het verlichten van symptomen en het behandelen van complicaties. Dit kan onder meer fysiotherapie, logopedie en speciale onderwijsbehoeften omvatten, afhankelijk van de aard en ernst van de symptomen.
Prognose van aangeboren rodehond
De prognose van aangeboren rodehond hangt sterk af van de tijd waarop de moeder besmet raakt, evenals de ernst van de geboorteafwijkingen. In landen met effectieve vaccinatieprogramma’s is de prognose voor de pasgeborenen in het algemeen goed, zolang de moeder beschermd is tegen rubella.
Langdurige gevolgen voor de baby
In gevallen waar ernstige geboorteafwijkingen optreden, zoals doofheid of hartafwijkingen, kan de prognose voor de baby minder gunstig zijn. Langdurige medische zorg kan nodig zijn, afhankelijk van de aard en ernst van de afwijkingen. In sommige gevallen kunnen kinderen leren omgaan met hun aandoeningen, maar in andere gevallen kunnen er blijvende beperkingen zijn.
Soms herstel zonder langdurige schade
In sommige gevallen, vooral wanneer de infectie in een later stadium van de zwangerschap optreedt, kunnen baby’s zonder blijvende schade herstellen. Een vroege detectie van de aandoening kan ook helpen bij het verminderen van de impact op het kind, maar het blijft cruciaal dat de moeder tijdens de zwangerschap beschermd is tegen rubella.
Langetermijnzorg en ondersteuning
Kinderen die worden geboren met congenitale rubella hebben vaak behoefte aan langdurige medische zorg en ondersteuning. Dit kan fysiotherapie, logopedie, speciale onderwijsbehoeften en psychologische ondersteuning omvatten. Het is belangrijk dat ouders en verzorgers goed geïnformeerd worden over de beschikbare middelen en ondersteuning om de best mogelijke zorg voor hun kind te garanderen.
Complicaties
Congenitale rubella kan leiden tot een breed scala aan complicaties die verschillende lichaamsdelen aantasten:
Centrale zenuwstelsel
Complicaties van het centrale zenuwstelsel kunnen onder meer zijn:
- Microcefalie (een kleine hoofdomtrek door onvoldoende ontwikkeling van de hersenen)
- Motorische beperkingen (problemen met fysieke bewegingen)
- Verstandelijke handicap
- Encefalitis (ontsteking van de hersenen)
- Meningitis (ontsteking van de wervelkolom en het weefsel rond de hersenen, gepaard met hoofdpijn en een stijve nek)
Hart
Complicaties die het hart beïnvloeden kunnen onder andere zijn:
Ogen
Oogcomplicaties die kunnen optreden bij congenitale rubella zijn onder meer:
- Cataract (vertroebeling van de ooglens)
- Ontsteking van het netvlies (retinitis)
- Chorioretinitis (ontsteking van het vaatvlies en het netvlies van het oog)
- Glaucoom (schade aan de oogzenuw)
Overige complicaties
Andere mogelijke complicaties van congenitale rubella zijn:
Daarnaast kunnen miskramen en
doodgeboorten optreden als gevolg van congenitale rubella.
Preventie van congenitale rubella
De meest effectieve manier om congenitale rubella te voorkomen is door vaccinatie tegen rodehond. Vrouwen die van plan zijn zwanger te worden, wordt aangeraden om zich te laten vaccineren als ze dat nog niet hebben gedaan. Tijdens de zwangerschap moeten vrouwen die niet zijn gevaccineerd en geen eerdere infectie hebben gehad, contact met personen die het rubellavirus dragen vermijden.
Vaccinatie
Vaccinatieprogramma's spelen een cruciale rol in de preventie van congenitale rubella. Door routinematige vaccinatie van kinderen tegen rodehond is het aantal gevallen van congenitale rubella aanzienlijk verminderd in veel ontwikkelde landen. Wereldwijd blijven echter vaccinatie-inspanningen belangrijk, vooral in ontwikkelingslanden waar de toegang tot vaccinaties mogelijk beperkt is. Public health campagnes en educatie zijn essentieel om de dekking van vaccinaties te verbeteren en de verspreiding van rubella te voorkomen.
Lees verder