Achondrogenese: Ernstige skeletafwijking
Achondrogenese is een zeldzame en ernstige genetische aandoening die wordt gekenmerkt door een kort hoofd, kleine ledematen en een smalle borstkas. Bij deze ziekte produceert de patiënt onvoldoende groeihormoon, waardoor de ontwikkeling van kraakbeen en botten wordt verstoord, met als gevolg afwijkingen in het skelet. Er zijn drie verschillende subtypes van deze aandoening, elk met specifieke kenmerken. Korte ledematen en een smalle borst zijn de primaire symptomen bij alle types. Er bestaat geen behandeling voor achondrogenese, en de prognose is zeer somber. Deze ziekte werd voor het eerst beschreven door Marco Fraccaro in 1952.
Synoniemen achondrogenese
Achondrogenese is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- achondrogenesis
- achondrogenese / achondrogenesis syndroom
Epidemiologie aandoening
Achondrogenese types 1A en 1B zijn zeer zeldzame genetische aandoeningen. De exacte incidentie is onbekend. Achondrogenese type 2 en hypochondrogenese (een soortgelijke botaandoening) komen voor bij ongeveer 1 op de 40.000 tot 60.000 zuigelingen. Mannen en vrouwen zijn in gelijke aantallen getroffen. Deze ziekte kent geen raciale voorliefde.
Oorzaken en erfelijkheid
Mutaties in het TRIP11-gen, SLC26A2-gen en COL2A1-gen leiden respectievelijk tot achondrogenese type 1A, type 1B en type 2. Deze zeldzame aandoening is erfelijk. De genetische overerving van type 1A en 1B volgt een autosomaal recessief patroon, waarbij beide kopieën van het gewijzigde gen moeten zijn aangetast voordat de ziekte zich manifesteert. De ouders dragen het gen maar vertonen zelf geen symptomen. Type 2 wordt autosomaal dominant overgeërfd, wat betekent dat één kopie van het gewijzigde gen voldoende is om de aandoening te veroorzaken.
Symptomen en soorten: kort hoofd, korte ledematen en een smalle borst
Achondrogenese kent een onderverdeling in drie verschillende types op basis van het overervingspatroon en de symptomen. Typische kenmerken van alle types zijn een kort hoofd (brachycefalie), korte ledematen en een smalle borstkas. Vaak is er ook sprake van een vertroebeling van het hoornvlies. Soms ontwikkelt zich een
trechterborst (pectus excavatum). De overige symptomen variëren per type.
Type 1A
Bij achondrogenese type 1A, ook wel het “Houston-Harris type” genoemd, zijn de schedelbotten van de patiënt zeer zacht. De ledematen zijn extreem kort en de borst is smal, wat ademhalen bemoeilijkt. De botten van de wervelkolom en het bekken zijn eveneens slecht gevormd. De ribben zijn kort en breken gemakkelijk. De patiënt heeft vaak uitpuilende ogen (
exoftalmie) en een uitgestoken
tong.
Type 1B
Type 1B, ook gekend als het “Parenti-Fraccaro type”, vertoont vergelijkbare symptomen als type 1A, maar wordt veroorzaakt door een andere genmutatie. Naast de korte ledematen en smalle borstkas, heeft de patiënt een prominente, afgeronde buik en soms een
liesbreuk (uitstulping of zwelling in de lies of balzak) of een
navelbreuk (uitstulping van de buikwand rond de navel). De voeten zijn vaak naar binnen gedraaid (
klompvoeten), en de tenen en vingers zijn zeer kort.
Type 2
Dit type staat ook bekend als het “Langer-Saldino type”. Patiënten met type 2 hebben korte benen en een smalle borstkas. De ribben zijn kort, en de longen zijn
onderontwikkeld. De botten van de wervelkolom en het bekken zijn slecht gevormd. Patiënten hebben vaak een gespleten gehemelte (
schisis), een kleine kin en een groot voorhoofd. De buik is groot, en sommige patiënten hebben reeds te veel vocht in het lichaam voordat ze geboren worden. Deze
vochtophoping in het lichaam wordt in
medische termen aangeduid als “hydrops foetalis”.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
Prenataal
Achondrogenese kan prenataal worden gediagnosticeerd via een endoscopisch onderzoek in de periode van week 14 tot 17 van de zwangerschap.
Kort na de geboorte
Na de geboorte worden röntgenfoto's van de botten gemaakt. Meestal zijn de symptomen voldoende duidelijk om de diagnose te stellen. Genetisch onderzoek bevestigt vervolgens de diagnose van achondrogenese.
Differentiële diagnose
Verschillende andere syndromen vertonen vergelijkbare symptomen en vormen de differentiële diagnose:
Behandeling van ernstige skeletafwijkingen
Er zijn geen bewezen effectieve behandelingen voor achondrogenese. De zorg richt zich op het ondersteunen van de patiënt om het leven zo comfortabel mogelijk te maken. Ademhalingsondersteuning in het ziekenhuis is vaak noodzakelijk. Medicatie wordt toegediend om
pijn en ongemak te verlichten.
Prognose type 1A, 1B en 2 is zeer somber
De gezondheidsproblemen die gepaard gaan met deze aandoening zijn levensbedreigend. De meeste patiënten met achondrogenese sterven kort na de geboorte of zelfs al in de
baarmoeder, vanwege ademhalingsproblemen door de smalle borstkas (respiratoire insufficiëntie).
Complicaties
De ernstige ademhalingsproblemen bij achondrogenese leiden vaak tot een vroegtijdig overlijden. Daarnaast kunnen infecties en hartproblemen optreden als secundaire complicaties.
Preventie
Gezien achondrogenese een genetische aandoening is, is preventie niet mogelijk. Genetisch advies kan echter nuttig zijn voor ouders met een verhoogd risico om geïnformeerde beslissingen te nemen. Prenatale screening biedt de mogelijkheid om de aandoening vroegtijdig op te sporen.