Vislintworminfectie door besmette parasiet in zoetwatervis
Een vislintworminfectie is een darminfectie veroorzaakt door een lintwormparasiet die zich in vis bevindt. De besmetting gebeurt door het eten van rauwe of onvoldoende verhitte zoetwatervis die lintwormcysten bevat. De vislintworm Diphyllobothrium latum is de grootste parasiet die de mens infecteert. Vaak vertoont de patiënt weinig of enkel algemene symptomen zoals buikpijn en zwakte. De diagnose is eenvoudig te stellen door een ontlastingsonderzoek of, indien nodig, een bloedonderzoek. Behandeling met medicatie leidt meestal tot een snel herstel. Indien niet tijdig behandeld, kunnen complicaties optreden. De infectie is tot slot eenvoudig te voorkomen met enkele voorzorgsmaatregelen.
Epidemiologie vislintworminfectie
De vislintworminfectie, ook bekend als diphyllobothriasis, komt het meest voor in gebieden waar mensen rauwe of onvoldoende verhitte zoetwatervis eten. Deze parasitaire infectie komt vooral voor in het noordelijk halfrond, waaronder Europa, Noord-Amerika en Azië, maar ook in Zuid-Amerika (met name in Uruguay en Chili), bepaalde Scandinavische landen, kustgebieden van Japan, en delen van Afrika. Vislintwormen worden vaker gezien in ontwikkelingslanden als gevolg van gebrekkige sanitaire voorzieningen, een gebrek aan riolering, en problemen met drinkwater. Water besmet met menselijk of dierlijk afval vormt een verhoogd risico op lintwormen.
Oorzaken: Eten van besmette parasiet in zoetwatervis
De levenscyclus van de vislintworm Diphyllobothrium latum begint in kleine waterorganismen zoals kreeftachtigen, waarna de parasiet via de voedselketen overgaat naar grotere vissen en uiteindelijk naar zoogdieren die deze vis consumeren. De verspreiding van de parasiet gebeurt via de uitwerpselen van geïnfecteerde dieren. Een vislintworminfectie bij de mens ontstaat wanneer iemand rauwe of onvoldoende verhitte zoetwatervis eet die besmet is met de parasiet. Het duurt ongeveer drie tot zes weken voordat de larven zich ontwikkelen tot volwassen lintwormen in de darmen van de patiënt. Deze volwassen lintwormen kunnen een lengte bereiken van twee tot soms wel vijftien meter, waardoor Diphyllobothrium latum de grootste parasiet is die de mens kan treffen.
Risicofactoren voor vislintworminfectie
Bepaalde factoren verhogen het risico op een vislintworminfectie:
- Consumptie van rauwe of onvoldoende verhit zoetwatervis, zoals sushi, sashimi, ceviche, of gerookte vis.
- Reizen naar of wonen in endemische gebieden waar diphyllobothriasis voorkomt.
- Werken in de visindustrie of het hanteren van rauwe vis zonder adequate hygiënische maatregelen.
- Slechte sanitaire voorzieningen, wat de kans op besmetting van waterbronnen verhoogt.
- Gebruik van vis afkomstig uit besmette wateren voor menselijke consumptie.
Symptomen van diphyllobothriasis
Diphyllobothriasis kan zich ontwikkelen tot een chronische darminfectie die tientallen jaren kan aanhouden. Veel patiënten met een vislintworminfectie ervaren weinig tot geen merkbare symptomen. Symptomen treden meestal op wanneer de patiënt wormsegmenten of eieren in de ontlasting opmerkt. Mogelijke symptomen zijn:
Alarmsymptomen bij diphyllobothriasis
Hoewel de meeste vislintworminfecties mild zijn, vereisen sommige symptomen onmiddellijke medische aandacht:
- Zichtbare segmenten van de worm in de ontlasting.
- Ernstige buikpijn of krampen.
- Aanhoudend braken of misselijkheid.
- Ernstige vermoeidheid of zwakte die duidt op bloedarmoede.
- Geelzucht (vergeling van de huid en ogen) wat kan wijzen op lever- of galproblemen.
- Symptomen van een darmobstructie zoals hevige buikpijn, een opgeblazen gevoel, en het niet kunnen passeren van ontlasting of gas.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van een vislintworminfectie wordt meestal gesteld door middel van een ontlastingsonderzoek, waarin wormsegmenten en eieren met het blote oog zichtbaar zijn. De arts kan ook een
bloedonderzoek uitvoeren om een vitamine B12-tekort of bloedarmoede op te sporen, aangezien de lintworm aanzienlijke hoeveelheden vitamine B12 kan opnemen, wat leidt tot deficiëntie.
Behandeling van vislintworminfectie
De behandeling van een vislintworminfectie omvat het gebruik van antiparasitaire medicatie. De meest voorgeschreven medicijnen zijn:
- Praziquantel
- (Biltricide): Dit geneesmiddel veroorzaakt ernstige spasmen in de spieren van de worm, waardoor deze loskomt van de darmwand en via de ontlasting wordt uitgescheiden.
- Niclosamide: Specifiek voor lintworminfecties, dit geneesmiddel doodt de worm bij contact. De dode worm wordt vervolgens via de ontlasting uitgescheiden. Het is belangrijk om Niclosamide goed te kauwen of te pletten en in te nemen met een kleine hoeveelheid water.
De arts zal een week na de behandeling een nieuw ontlastingsstaal onderzoeken om te controleren of alle wormen en eieren zijn verdwenen. Indien nodig kan een tweede dosis worden toegediend. Bij een vitamine B12-tekort kan de arts vitamine B12-injecties of supplementen voorschrijven om de bloedarmoede te behandelen.
Prognose
Met een juiste behandeling is de prognose voor patiënten met een vislintworminfectie gunstig. De lintworm kan volledig uit het lichaam worden verwijderd met een enkele dosis medicatie, en de patiënt zal geen blijvende gevolgen ondervinden. Zonder behandeling kan de infectie echter jaren aanhouden en leiden tot complicaties zoals bloedarmoede of darmobstructie.
Complicaties
Hoewel zeldzaam, kunnen onbehandelde vislintworminfecties ernstige complicaties veroorzaken:
- Vitamine B12-deficiëntie: De lintworm absorbeert grote hoeveelheden vitamine B12 uit het voedsel, wat kan leiden tot pernicieuze anemie.
- Darmobstructie: Massieve infecties kunnen leiden tot een darmobstructie, een ernstige aandoening die onmiddellijke medische interventie vereist.
- Cholecystitis: Ontsteking van de galblaas (cholecystitis) kan optreden als de wormen de galwegen binnendringen.
- Cholangitis: Ontsteking van de galwegen (cholangitis) kan leiden tot koorts, buikpijn en geelzucht.
Preventie van vislintworminfectie
Vislintworminfecties kunnen eenvoudig worden voorkomen door het volgen van enkele maatregelen:
- Kook vis grondig: Kook vis bij een temperatuur van minstens 63°C gedurende vijf minuten.
- Invriezen van vis: Vries vis in bij een temperatuur van -20°C of lager gedurende minstens zeven dagen, of bij -31°C of lager gedurende vijftien uur.
- Handen wassen: Was de handen grondig voor en na het werken met rauwe vis, groenten en fruit.
- Vermijd contact met besmette dieren: Vermijd contact met dieren die mogelijk besmet zijn met lintwormen.
- Zorg voor goede sanitaire voorzieningen: Voorkom besmetting van waterbronnen door goede sanitaire voorzieningen en riolering.
- Educatie en bewustwording: In gebieden waar diphyllobothriasis endemisch is, is educatie over de risico’s van het eten van rauwe of onvoldoende verhit vis essentieel.
Verwante parasitaire infecties
Naast de vislintworminfectie zijn er andere parasitaire infecties die verband houden met het eten van besmette vis of zeevruchten:
- Anisakiasis: Een infectie veroorzaakt door de larven van de Anisakis-worm, vaak gevonden in rauwe of onvoldoende verhitte zeevis.
- Clonorchiasis: Een infectie veroorzaakt door de leverbot Clonorchis sinensis, meestal aangetroffen in rauwe of onvoldoende verhitte zoetwatervis.
- Opistorchiasis: Vergelijkbaar met clonorchiasis, veroorzaakt door de leverbot Opisthorchis viverrini of Opisthorchis felineus.
Preventie van deze infecties vereist vergelijkbare maatregelen als bij diphyllobothriasis, zoals grondig koken van vis en goede hygiënepraktijken.