Q-koorts: Bacteriële infectie met griepachtige symptomen
Q-koorts is een bacteriële infectieziekte die wereldwijd voorkomt en tot stand komt door bacteriën die te vinden zijn in heel wat mogelijke besmette dieren. Meestal ontstaan milde, griepachtige symptomen, maar soms tast de ziekte de longen, de lever, het hart en/of andere lichaamsdelen aan. Een snelle behandeling met antibiotica is vereist om een langdurig verloop van de ziekte met bijhorende complicaties te voorkomen. Edward Derrick beschreef voor het eerst de ziekte in 1937. De letter Q staat voor “query”, de Engelse term voor “vraag”. Dit stamt uit de tijd dat onderzoekers nog geen oorzaak vonden voor de aandoening. F. Burnet, een Australisch viroloog (1899–1985), is de ontdekker van Coxiella burnetii, de verwekker van Q-koorts.
Synoniemen Q-koorts
Q-koorts is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- balkangriep
- kala-azar
- query-koorts
Epidemiologie
Q-koorts komt wereldwijd voor, met een hogere prevalentie in Spanje en Zuid-Frankrijk. De ziekte is in Nieuw-Zeeland niet aanwezig. De bacteriële infectie vertoont een voorkeur voor de lente en vroege zomermaanden, hoewel deze gedurende alle seizoenen kan optreden. Volwassenen zijn vaker getroffen dan kinderen, met een piekleeftijd van 45-50 jaar voor de diagnose. De aandoening komt even vaak voor bij mannen als bij vrouwen.
Oorzaken
Q-koorts is een zoönose, wat betekent dat de ziekte van een dier naar een mens is overgebracht. De veroorzaker van de infectie is de bacterie Coxiella burnetii. Deze bacteriën infecteren diverse dieren zonder ziekteverschijnselen, zoals geiten, schapen, honden, katten, knaagdieren, vogels, teken en vee. Geïnfecteerde dieren scheiden de bacteriën uit via placenta, vruchtwater, ontlasting, urine en melk. Coxiella burnetii kan lange tijd overleven in extreme omstandigheden door sporen te vormen.
Risicofactoren
Bepaalde groepen hebben een verhoogd risico op Q-koorts, waaronder boeren, dierenartsen, vleesverpakkers, laboranten die werken met Coxiella burnetii, veehouders en werknemers in de zuivelindustrie en slachthuizen. Deze groepen worden blootgesteld aan besmette dieren of hun producten, wat hun risico op infectie verhoogt.
Symptomen
Milde, griepachtige symptomen
Niet alle patiënten met een Q-koorts-infectie vertonen symptomen. Wanneer symptomen optreden, beginnen deze doorgaans twee tot vier weken na blootstelling aan de bacterie. Ze kunnen bestaan uit koorts, droge hoest, misselijkheid, braken, diarree, rillingen, zweten, keelpijn, gewichtsverlies, gewrichtspijn, spierpijn en hoofdpijn. De acute, milde symptomen verdwijnen vaak spontaan, maar bij sommige patiënten kunnen ernstigere symptomen optreden.
Ernstige symptomen aan longen en/of lever
Soms ontwikkelen patiënten ernstige symptomen zoals een longontsteking (pneumonie), die vooral voorkomt in Amerika en gepaard kan gaan met hoge koorts, hevige hoofdpijn, pijn op de borst en neusafscheiding. Ook leverontsteking (hepatitis) komt voor, vooral in Europa, en kan leiden tot buikpijn, huiduitslag en geelzucht.
Alarmsymptomen
Ernstige symptomen die kunnen wijzen op complicaties van Q-koorts zijn onder andere een langdurige hoge koorts, ernstige kortademigheid, aanhoudende vermoeidheid, en symptomen die niet verbeteren ondanks behandeling. Het is belangrijk om bij deze symptomen onmiddellijk medische hulp in te roepen.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Patiënten met griepachtige symptomen en symptomen van een leverontsteking, longontsteking, of hartontsteking kunnen mogelijk Q-koorts hebben.
Diagnostisch onderzoek
De diagnose van Q-koorts wordt bevestigd door een bloedonderzoek dat de aanwezigheid van antilichamen tegen Coxiella burnetii detecteert.
Differentiële diagnose
Q-koorts kan gemakkelijk worden verward met andere aandoeningen vanwege de overlappende griepachtige symptomen. Differentiële diagnoses kunnen onder andere omvatten:
- Cytomegalie-infectie (veroorzaakt door het cytomegalovirus)
- Hodgkin-lymfoom (kanker van het lymfesysteem met vergrote lymfeklieren, koorts en vermoeidheid)
- Legionella-infectie (veteranenziekte: ernstige longaandoening door bacteriën in water)
- Non-Hodgkin lymfoom (kanker in lymfocyten van het immuunsysteem met vergrote lymfeklieren en algemene symptomen)
- Rickettsia-infectie
- Electieve abortus
- Chronisch vermoeidheidssyndroom (aanhoudende en diepe vermoeidheid)
- Influenza (griep)
- Koorts van onbekende oorsprong
- Sarcoïdose (auto-immuunaandoening die de huid, ogen, longen en het zenuwstelsel aantast)
Behandeling
Antibiotica
Veel patiënten herstellen spontaan van Q-koorts zonder medische behandeling. Wanneer behandeling noodzakelijk is bij acute Q-koorts, wordt meestal een antibioticum voorgeschreven voor één à twee weken om de duur van de symptomen te verkorten. Bij chronische Q-koorts is een langdurige behandeling met meerdere antibiotica vereist. Deze geneesmiddelen kunnen de infectie niet altijd volledig uitroeien, waardoor een langdurige behandeling gedurende maanden tot jaren noodzakelijk kan zijn. Regelmatige controles zijn belangrijk om te controleren of de infectie niet is teruggekeerd.
Prognose
Patiënten die snel behandeld worden, hebben over het algemeen een goede prognose. Chronische Q-koorts vereist een langdurige behandeling en kan ernstiger zijn, vooral als deze niet tijdig wordt behandeld.
Complicaties
Chronische Q-koorts
Chronische Q-koorts kan ontstaan en komt vaker voor bij patiënten met hart- en vaatziekten, bloedvatafwijkingen of een verzwakt immuunsysteem (bijvoorbeeld door chemotherapie of hiv/aids). Complicaties kunnen onder andere zijn:
Veel voorkomende symptomen van deze complicaties zijn rillingen, vermoeidheid, nachtelijk zweten, langdurige koorts en kortademigheid.
Zwangere vrouwen
Zwangere vrouwen die besmet raken met Q-koorts lopen een verhoogd risico op complicaties zoals miskraam, doodgeboorte, vroeggeboorte of een laag geboortegewicht van de baby.
Preventie
In België en Nederland is geen vaccin tegen Q-koorts beschikbaar. Mensen die werken met mogelijk besmette dieren moeten regelmatig hun handen grondig wassen, nieuwe wonden reinigen, bestaande wonden bedekken en geschikte beschermende kleding dragen, zoals waterdichte handschoenen en een veiligheidsbril. Eten in potentieel besmette gebieden wordt afgeraden. Dierlijke geboorteproducten moeten op de juiste manier behandeld en direct weggegooid worden. Tekenbeten kunnen worden voorkomen door het gebruik van DEET-producten. Ongepasteuriseerde melk en zuivelproducten moeten vermeden worden, evenals contact met het bloed, de ontlasting of urine van besmette dieren. Zwangere vrouwen vermijden best contact met schapen en lammeren.