Uveïtis: Ontsteking uvea, middelste laag oog (oogontsteking)
Uveïtis is een ontsteking van de uvea, de middelste laag van het oog. De uvea bestaat uit de iris, het corpus ciliare (straallichaam) en het vaatvlies (choroidea). Deze laag is cruciaal omdat vele aders en slagaders bloed vervoeren naar de delen van het oog die essentieel zijn voor een goed gezichtsvermogen. Er zijn tal van mogelijke oorzaken voor deze aandoening, die zich in diverse vormen kan manifesteren.
Epidemiologie van uveïtis
Uveïtis is een ontsteking van de uvea, het middelste deel van het oog, dat bestaat uit de iris, het corpus ciliare en de choroidea. Het is een ernstige aandoening die kan leiden tot verminderde gezichtsvermogen en zelfs blindheid als het niet adequaat wordt behandeld. Uveïtis komt wereldwijd voor en de prevalentie varieert afhankelijk van de regio, het type uveïtis en de onderliggende oorzaken.
Incidentie wereldwijd
De incidentie van uveïtis is ongeveer 17 tot 52 gevallen per 100.000 personen per jaar. De aandoening komt vaker voor bij volwassenen dan bij kinderen, hoewel het ook bij jonge mensen kan voorkomen. In ontwikkelde landen zijn auto-immuunziekten een belangrijke oorzaak van uveïtis, terwijl in andere gebieden infectieuze oorzaken prevalenter zijn.
Geografische spreiding
De spreiding van uveïtis varieert aanzienlijk per regio. In landen met een hoge incidentie van infectieziekten, zoals tuberculose of toxoplasmose, kunnen infectieuze oorzaken van uveïtis vaker voorkomen. In westerse landen wordt uveïtis vaak geassocieerd met systemische auto-immuunziekten, zoals reumatoïde artritis of de ziekte van Behçet.
Leeftijds- en geslachtsverdeling
Uveïtis kan op elke leeftijd optreden, maar de piekincidentie ligt tussen de 20 en 50 jaar. De aandoening komt bij mannen en vrouwen even vaak voor, hoewel sommige subtypes, zoals uveïtis geassocieerd met de ziekte van Behçet, vaker bij mannen worden aangetroffen.
Mechanisme
Het mechanisme van uveïtis omvat een ontstekingsreactie in de uvea, wat kan worden veroorzaakt door een breed scala aan factoren, van infecties tot auto-immuunziekten. De ontsteking kan acuut of chronisch zijn en kan invloed hebben op verschillende delen van de uvea, wat leidt tot variërende symptomen en complicaties.
Ontstekingsmechanismen
Uveïtis ontstaat wanneer het immuunsysteem onterecht de cellen van de uvea aanvalt. Dit kan het gevolg zijn van een auto-immuunreactie, waarbij het immuunsysteem gezonde weefsels aanvalt, of van een infectie waarbij pathogenen de uvea binnendringen en een ontstekingsreactie uitlokken.
Infectieuze oorzaken
Infecties zoals bacteriën, virussen en parasieten kunnen de ogen binnendringen en uveïtis veroorzaken. Voorbeelden zijn herpes simplex-virus, toxoplasmose, tuberculose en syfilis. Bij deze gevallen is de ontsteking vaak gelokaliseerd in de achterste uvea, inclusief de choroidea en het netvlies.
Auto-immuunziekten en ontsteking
Auto-immuunziekten zoals reumatoïde artritis, ziekte van Behçet en spondyloartritis kunnen ook uveïtis veroorzaken. In deze gevallen is het ontstekingsmechanisme meestal systemisch, waarbij het immuunsysteem zowel de uvea als andere weefsels in het lichaam aanvalt. De ontsteking kan episodisch zijn of chronisch terugkeren.
Verstoringen in het bloed-retina-barrière
Bij bepaalde vormen van uveïtis kan de ontsteking leiden tot schade aan de bloed-retina-barrière, wat het moeilijk maakt om infecties of ontstekingen in het oog effectief te beheersen. Dit kan leiden tot verhoogde permeabiliteit van bloedvaten in het oog, wat zwelling en verdere schade aan het netvlies kan veroorzaken.
Classificatie van uveïtis
Uveïtis wordt ingedeeld in vier types, afhankelijk van de locatie van de
ontsteking in de uvea: anterieure uveïtis, intermediaire uveïtis, posterieure uveïtis en panuveïtis.
Anterieure uveïtis
Anterieure uveïtis, ook bekend als iritis of iridocyclitis, treedt op in de voorkant van het oog. Het is de meest voorkomende vorm van uveïtis, vaak voorkomend bij jongvolwassenen en mensen van middelbare leeftijd. Gezonde personen kunnen getroffen worden, meestal aan één oog, maar het kan ook gepaard gaan met reumatologische, huid-, maag-, long- en infectieziekten. Deze vorm ontstaat soms plotseling en kan weken aanhouden, zelfs met behandeling. Zelden is het chronisch, maar indien dat het geval is, is langdurige behandeling vereist.
Intermediaire uveïtis
Intermediaire uveïtis, ook bekend als cyclitis, is een ontsteking van het corpus ciliare. Deze vorm komt vaak voor bij jongvolwassenen en kan maanden aanhouden. Het wordt geassocieerd met aandoeningen zoals
sarcoïdose en
multiple sclerose.
Posterieure uveïtis
Posterieure uveïtis, ook bekend als choroiditis of
chorioretinitis, betreft de ontsteking van het netvlies en vaatvlies. Dit type is de minst voorkomende vorm van uveïtis en komt voornamelijk voor aan de achterkant van het oog. Het heeft vele infectieuze en niet-infectieuze oorzaken.
Panuveïtis
Panuveïtis, of diffuse uveïtis, is een vorm waarbij alle delen van de uvea ontstoken zijn. Een bekende vorm van panuveïtis is de
ziekte van Behçet, die ernstige schade aan het netvlies kan veroorzaken.
Oorzaken en erfelijkheid van uveïtis
Uveïtis kan tientallen oorzaken hebben, waaronder virale, fungale en bacteriële infecties, oogletsels en
auto-immuunaandoeningen. Ook blootstelling aan giftige chemicaliën en
roken kunnen bijdragen aan het ontstaan van uveïtis. Vaak blijft de oorzaak echter onbekend.
Mogelijke oorzaken van uveïtis zijn onder andere:
Risicofactoren
Er zijn verschillende risicofactoren die het ontwikkelen van uveïtis kunnen bevorderen. Deze factoren omvatten zowel genetische aanleg als omgevingsfactoren, evenals onderliggende medische aandoeningen die het immuunsysteem beïnvloeden.
Infecties en parasitaire aandoeningen
Infecties zijn een belangrijke risicofactor voor uveïtis, vooral wanneer het immuunsysteem wordt verzwakt of wanneer pathogenen direct in het oog binnendringen. Toxoplasmose, tuberculose en herpesvirussen zijn enkele van de infecties die uveïtis kunnen veroorzaken.
Auto-immuunziekten en ontstekingsaandoeningen
Patiënten met auto-immuunziekten, zoals de ziekte van Behçet, reumatoïde artritis, of spondyloartritis, lopen een hoger risico op het ontwikkelen van uveïtis. Bij deze aandoeningen is het immuunsysteem verstoord en valt het gezonde weefsel van het lichaam aan, inclusief de uvea.
Genetische predispositie
Genetische factoren kunnen ook een rol spelen bij het risico op uveïtis. Bepaalde genetische markers, zoals de HLA-B27 genvariant, zijn geassocieerd met een verhoogd risico op het ontwikkelen van bepaalde vormen van uveïtis, vooral bij patiënten met spondyloartritis of de ziekte van Behçet.
Levensstijlfactoren en omgevingsinvloeden
Bepaalde omgevingsfactoren, zoals blootstelling aan bepaalde chemicaliën of een verhoogd risico op infecties door reizen naar gebieden met endemische ziekten, kunnen het risico op uveïtis verhogen. Ook stress en een verzwakt immuunsysteem door andere ziekten kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de aandoening.
Risicogroepen
Hoewel uveïtis iedereen kan treffen, zijn er bepaalde risicogroepen die een verhoogde kans hebben om de aandoening te ontwikkelen. Deze risicogroepen omvatten mensen met auto-immuunziekten, infecties en een familiegeschiedenis van uveïtis.
Patiënten met auto-immuunziekten
Mensen met auto-immuunziekten, zoals de ziekte van Behçet, lupus of reumatoïde artritis, lopen een groter risico op het ontwikkelen van uveïtis. Het immuunsysteem van deze patiënten is abnormaal en kan ontstekingen in de ogen veroorzaken, wat leidt tot uveïtis.
Infectiegevoelige patiënten
Patiënten die immuungecompromitteerd zijn, bijvoorbeeld door hiv/aids of chemotherapie, lopen een verhoogd risico op infectieuze uveïtis. Infecties zoals toxoplasmose en herpes simplex kunnen gemakkelijk leiden tot oogontstekingen bij deze patiënten.
Mensen met een familiaire voorgeschiedenis
Er lijkt een genetische aanleg te zijn voor uveïtis. Mensen met een familiegeschiedenis van de aandoening hebben een verhoogd risico om zelf uveïtis te ontwikkelen, vooral wanneer ze specifieke genetische markers dragen, zoals HLA-B27.
Symptomen van uveïtis
De symptomen van uveïtis variëren afhankelijk van het type ontsteking. Bij anterieure uveïtis zijn symptomen onder andere lichtgevoeligheid (
fotofobie), wazig zicht, verminderde gezichtsscherpte, oogpijn en rode ogen. Soms kan de pupil anders gevormd zijn of niet goed reageren op licht (
miosis). Deze symptomen kunnen in één of beide ogen voorkomen.
Bij intermediaire en posterieure uveïtis, die meestal beide ogen treffen, zijn symptomen zoals
floaters (zwevende vlekken in het zicht) typisch. Posterieure uveïtis kan ernstige gezichtsverlies veroorzaken en wordt vaak alleen gedetecteerd via een oogonderzoek.
Panuveïtis veroorzaakt alle bovengenoemde symptomen. Daarnaast kan uveïtis ook
frontale hoofdpijn veroorzaken.
Alarmsymptomen
Uveïtis kan zich op verschillende manieren manifesteren, afhankelijk van de ernst van de aandoening en het deel van de uvea dat is aangetast. Alarmsymptomen moeten serieus worden genomen, omdat onbehandelde uveïtis kan leiden tot blijvende schade aan het oog en verlies van gezichtsvermogen.
Oogpijn en ontsteking
Een van de belangrijkste alarmsymptomen van uveïtis is oogpijn, die meestal verergerd wordt door licht. Deze pijn kan ernstig zijn, variërend van een doffe pijn tot een scherpe, stekende pijn. Bij ontsteking van de iris kan de pupil verkleinen en de oogbol gevoelig zijn.
Verminderde gezichtsvermogen
Patiënten met uveïtis kunnen een plotselinge vermindering van hun gezichtsvermogen ervaren, wat kan variëren van wazig zien tot tijdelijk verlies van gezichtsvermogen. Dit kan komen door zwelling van het netvlies of de iris, die de lichtinval op het oog belemmeren.
Roodheid en zwelling van het oog
Een ander veel voorkomend symptoom is roodheid van het oog, die ontstaat door de verwijding van bloedvaten in de conjunctiva. De zwelling kan gepaard gaan met een gevoel van druk in het oog en gevoeligheid voor licht (fotofobie).
Visuele storingen en flitsen
Sommige patiënten ervaren visuele storingen, zoals het zien van flitsen of vlekken, wat duidt op ontsteking van het netvlies of andere delen van de uvea. Deze symptomen kunnen tijdelijk zijn, maar kunnen wijzen op een ernstigere vorm van uveïtis die onmiddellijke behandeling vereist.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose uveïtis wordt gesteld door een oogarts middels een
grondig oogheelkundig onderzoek, inclusief
oftalmoscopie om de fundus van het oog te bestuderen. Hiervoor worden de pupillen eerst verwijd met
mydriatica. Daarnaast worden de medische geschiedenis van de patiënt nagegaan, de gezichtsscherpte gemeten en de oogdruk gecontroleerd met
tonometrie. Soms is ook
fluorescentieangiografie nuttig. Bij een onderliggende oorzaak kunnen aanvullende onderzoeken nodig zijn, zoals röntgenfoto's, huidbiopten en bloedonderzoeken.
Behandeling van uveïtis
Medicatie zoals
steroïden (oogdruppels, tabletten of injecties) wordt gebruikt om de ontsteking te verminderen. Het is belangrijk om uveïtis snel te diagnosticeren en te behandelen om permanent verlies van gezichtsvermogen en andere complicaties te voorkomen.
Prognose van uveïtis
De prognose van uveïtis varieert sterk. Sommige vormen zijn mild en acuut en treden slechts eenmalig op, terwijl andere herhaaldelijk terugkeren of chronisch zijn. Chronische uveïtis kan leiden tot complicaties zoals vertroebeling van de cornea, cataract,
neovascularisatie, schade aan de oogzenuw, verhoogde oogdruk (
glaucoom), zwelling van de retina of
netvliesloslating. Deze complicaties kunnen permanent verlies van gezichtsvermogen veroorzaken.
Complicaties
Uveïtis kan leiden tot diverse complicaties, waaronder:
Deze complicaties kunnen blijvende schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken en vereisen vaak langdurige en intensieve behandeling.
Preventie van uveïtis
Preventie van uveïtis richt zich op het vermijden van risicofactoren zoals infecties en het monitoren van auto-immuunziekten die uveïtis kunnen veroorzaken. Preventieve maatregelen kunnen helpen om de incidentie en ernst van de aandoening te verminderen.
Vaccinaties en infectiebestrijding
Vaccinaties tegen infecties zoals herpes simplex of bof kunnen helpen bij het voorkomen van uveïtis veroorzaakt door deze virussen. Het naleven van voorzorgsmaatregelen tegen infecties, zoals hygiëne en het vermijden van contact met besmette personen, kan ook bijdragen aan het verminderen van het risico op infectieuze uveïtis.
Behandeling van onderliggende ziekten
Patiënten met auto-immuunziekten kunnen hun risico op uveïtis verminderen door hun onderliggende aandoening goed te beheren. Dit kan het gebruik van immunosuppressieve medicijnen of andere therapieën omvatten die de immuunreactie reguleren.
Lees verder