Anterieure uveïtis: Oogontsteking van straallichaam en iris
De uvea is de middelste laag van het oog. Anterieure uveïtis (uveïtis anterior) is de medische term voor een ontsteking van het voorste gedeelte van de uvea. Anterieure uveïtis tast de iris en het straallichaam aan. Roodheid, pijn en zwelling zijn enkele bekende tekenen van deze vorm van oogontsteking. Deze potentieel ernstige oogaandoening vereist een professionele medische behandeling met medicatie en soms chirurgie om verlies van gezichtsvermogen te voorkomen.
Epidemiologie van anterieure uveïtis
Anterieure uveïtis is een veelvoorkomende vorm van uveïtis en kan mensen van alle leeftijden treffen. De prevalentie varieert wereldwijd, maar schattingen suggereren dat anterieure uveïtis in ongeveer 20% van de gevallen van uveïtis wordt gezien. Deze aandoening kan zowel unilateraal (één oog) als bilateraal (beide ogen) voorkomen.
Oorzaken van ontsteking straallichaam en iris van oog
Anterieure uveïtis verwijst naar een
ontsteking van de middelste laag van het oog (uvea). Deze laag omvat de iris (gekleurd deel van het oog) en het aangrenzende weefsel, bekend als het straallichaam. In de meeste gevallen is de oorzaak van uveïtis anterior onbekend. In sommige gevallen is deze vorm van een
oogontsteking het resultaat van een
oogtrauma of een infectie. Infecties die geassocieerd worden met uveïtis anterior zijn onder andere:
Risicofactoren van uveïtis anterior
Uveïtis anterior komt vaker voor bij patiënten met andere gezondheidsproblemen zoals:
Daarnaast zijn enkele
auto-immuunziekten gekoppeld aan de ontsteking van het straallichaam en de iris van het oog, zoals:
Symptomen van anterieure uveïtis
De symptomen van uveïtis anterior ontwikkelen zich snel, meestal binnen een paar dagen. Patiënten ervaren vaak:
Alarmsymptomen van anterieure uveïtis
Bij anterieure uveïtis kunnen alarmsymptomen zijn:
- Aanhoudende ernstige oogpijn
- Verslechtering van het gezichtsvermogen
- Herhaaldelijke aanvallen ondanks behandeling
- Ongewone toename van roodheid of zwelling
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van anterieure uveïtis begint met een uitgebreide
medische geschiedenis en beoordeling van de symptomen door de oogarts. Vervolgens worden meestal de volgende onderzoeken uitgevoerd:
Behandeling van anterieure uveïtis
De behandeling van anterieure uveïtis richt zich op zowel de onderliggende oorzaak als de symptomen. De behandeling kan bestaan uit:
- Gebruik van medicijnen zoals:
- Actuele bèta-agonisten om de druk in het oog te verlagen
- Corticosteroïde oogdruppels om ontstekingen te verminderen
- Cycloplegische middelen (pupilverwijdende) om oogpijn en lichtgevoeligheid te verlagen en om te voorkomen dat de iris aan de onderliggende lens plakt
- Niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAID's) in de vorm van oogdruppels
- Chirurgie kan nodig zijn als de symptomen niet verbeteren met medicatie of als complicaties optreden
De behandeling duurt meestal enkele dagen tot weken, afhankelijk van de ernst van de aandoening en de reactie op de behandeling.
Ondersteuning en levenskwaliteit
Patiënten met anterieure uveïtis kunnen baat hebben bij een multidisciplinaire aanpak, inclusief het werken met oogspecialisten en mogelijk reumatologen of andere specialisten, afhankelijk van de onderliggende oorzaak. Psychosociale ondersteuning kan ook nuttig zijn om de impact van de aandoening op de levenskwaliteit te verbeteren.
Prognose van anterieure uveïtis
Anterieure uveïtis reageert meestal goed op behandeling, vooral als deze vroeg wordt gestart. Sommige gevallen kunnen echter terugkeren, wat kan leiden tot herhaalde behandelingen. Een snelle start van de behandeling bij herhaling kan de duur van de aanval verkorten en de prognose verbeteren.
Complicaties van anterieure uveïtis
Onbehandelde anterieure uveïtis kan leiden tot ernstige complicaties zoals:
- Glaucoom (verhoogde oogdruk die kan leiden tot schade aan de oogzenuw)
- Cataract (vertroebeling van de ooglens)
- Netvliesoedeem (zwelling van het netvlies)
- Verminderd gezichtsvermogen of zelfs verlies van gezichtsvermogen
Preventie van anterieure uveïtis
Er zijn geen specifieke richtlijnen voor het voorkomen van anterieure uveïtis, vooral omdat veel gevallen idiopathisch zijn (zonder bekende oorzaak). Voor mensen met risicofactoren of bestaande auto-immuunziekten kan regelmatige medische controle en vroegtijdige behandeling van symptomen helpen bij het beheersen van de aandoening en het voorkomen van complicaties.
Lees verder