Cystocele: Verzakking van blaas in vagina (blaasverzakking)
Een cystocele is een met huid bedekte uitpuiling van de urineblaas. Hierbij verzwakken de bekkenbodemspieren en weefsels die de blaas op zijn plaats houden, waardoor urine uit de blaas kan druppelen en de blaas tegen de vagina duwt. In ernstige gevallen kan een uitgepuilde blaas door de opening van de vagina zakken. Meestal ontstaat deze verzakking door veroudering, maar ook spanning en een vaginale bevalling kunnen bijdragen aan een uitgepuilde blaas. Oefeningen, medicatie en eventueel chirurgie vormen de basis voor de behandeling van deze aandoening.
Synoniemen cystocele
Cystocele is eveneens bekend onder deze termen:
- blaasbreuk
- blaasprolaps (correcte vertaling: uitzakking van de blaas)
- blaasuitzakking
- blaasverzakking
- cystocoele
- cystokèle
- uitpuiling van de blaas
- vaginale verzakking
- verzakking van de blaas
Oorzaken van uitzakking van blaas
Bij blaasverzakking komt de blaas in de vagina terecht; dit is als het ware een ‘met huid bedekte uitpuiling’. De blaas is een hol, gespierd, ballonvormig orgaan dat zich uitzet naarmate het wordt gevuld met urine. Tijdens het plassen ledigt de blaas zich door de urinebuis. Bij een blaasuitzakking verzwakken de spieren en ondersteunende weefsels tussen de blaas en de vagina van een vrouw en rekken ze zich uit, waardoor de blaas niet meer in zijn normale positie staat en uitpuilt in de vagina of de vaginaopening. Bij een cystocele blijft het blaasweefsel bedekt met de vaginale huid. Diverse oorzaken liggen aan de basis van deze blaasprolaps.
Geboorte
Bij het baren van een kind kan een verzakking van de blaas ontstaan, waarbij druk op de vaginale weefsels en de ondersteunende spieren ontstaat.
Spanning
Zwaar tillen, darmbewegingen, langdurig of hevig
hoesten,
overgewicht of persen bij het maken van de stoelgang (door
constipatie) doen de spieren verzwakken, wat bijdraagt aan een verzwakte blaas.
Veroudering
Meestal veroorzaakt veroudering een uitpuiling van de urineblaas. De spieren die de blaas ondersteunen verzwakken bij het ouder worden. Dit gebeurt vooral wanneer vrouwen in de
menopauze komen. Tijdens de menopauze produceert een vrouw minder
oestrogeen, een hormoon dat zorgt voor het versterken van de spieren.
Symptomen: Pijn en plasproblemen bij vrouwen
Vrouwen met een milde blaasprolaps merken niet altijd symptomen.
Volgende klachten treden op bij symptomatische patiënten:
- een drukkend of vol gevoel in het bekkengebied
- frequente urineweginfecties
- gevoelig of bloedend weefsel dat uit de vagina steekt
- het gevoel dat iets uit de vagina valt
- plasproblemen zoals een sterke drang om te urineren, frequent plassen (pollakisurie), incontinentie, moeite met starten van de urinestroom, een gevoel dat de vrouw niet volledig ‘leeg’ geplast is en geen verlichting voelt na het plassen
- pijn in de vagina, het bekkengebied, de onderbuik of de lies
- pijn tijdens de geslachtsgemeenschap
- zwaar gevoel of druk in het vaginagebied
Vrouwen met een cystocele verliezen soms wat lekkende urine als gevolg van bewegingen die druk op de blaas zetten. Deze vrouwen krijgen dan te maken met
stressincontinentie (lekkage van urine door beweging) wanneer ze hoesten,
niezen,
lachen of lichaamsbeweging uitvoeren.
Urineretentie (het onvermogen om de blaas volledig te ledigen) verschijnt bij een ernstigere blaasverzakking doordat de uitpuiling de urinestroom blokkeert.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
De arts voert een gynaecologisch onderzoek uit om de uitgepuilde blaas te identificeren. Wanneer de arts de blaas opmerkt in de vagina, bevestigt dit de diagnose van cystocele. Soms is een plas-urethrografie nodig. Hierbij maakt de arts een reeks
röntgenfoto’s tijdens het plassen. De arts kan hiermee de vorm van de blaas bepalen en eventuele andere oorzaken van de plasproblemen opsporen. Verder kan de arts mogelijk nog urodynamisch onderzoek inzetten om de zenuwen, de spieren en de intensiteit van de urinestroom te testen. Bovendien krijgen sommige vrouwen een
cystoscopie (inwendig kijkonderzoek van de blaas) om de blaas te bestuderen.
Indeling
Naar aanleiding van de onderzoeken kan de arts het stadium van de blaasuitzakking bepalen. De blaas kan mild, gematigd, ernstig of volledig uitgepuild zijn. Wanneer de blaas mild is aangetast, komt slechts een klein deel van de blaas in de vagina terecht. Bij een matige uitpuiling komt de blaas in de vagina terecht en is dit voelbaar voor de patiënte. In ernstige gevallen steekt de blaas door de vaginaopening. Wanneer sprake is van een totale uitpuiling van de blaas, is er een volledige uitpuiling van de urineblaas in de vagina. Vaak treedt dit op in combinatie met andere soorten van orgaanverzakkingen.
Behandeling van uitpuiling van urineblaas in vagina
Een cystocele behoeft niet altijd een medische behandeling. Soms volstaan namelijk andere therapieën zoals gedragstherapie, bekkenbodemspieroefeningen, fysiotherapie of het gebruik van een vaginaal ondersteuningsapparaat. De arts schrijft af en toe wel medicijnen voor in de vorm van oestrogeenvervangende therapie. Soms is een chirurgische ingreep nodig voor een uitgepuilde blaas. Diverse operatietechnieken zijn mogelijk, zoals een open operatie, een minimaal invasieve operatie, een laparoscopische operatie en robot-geassisteerde laparoscopische chirurgie. De arts repareert hierbij de eventuele beschadigde spieren of weefsels en herstelt de blaas met behulp van chirurgische instrumenten.
Prognose
De prognose voor patiënten met een cystocele hangt af van de ernst van de blaasverzakking en de gekozen behandelmethoden.
Bij milde gevallen van cystocele kan de aandoening vaak succesvol worden beheerd met conservatieve behandelingen zoals bekkenbodemspieroefeningen en fysiotherapie. In deze gevallen kunnen de symptomen aanzienlijk verminderen en kan de kwaliteit van leven verbeteren zonder noodzaak tot chirurgische ingrepen.
Bij gematigde tot ernstige gevallen kan een chirurgische ingreep nodig zijn om de blaas te herstellen en de symptomen te verlichten. De meeste patiënten die een operatie ondergaan, ervaren een significante verbetering in hun symptomen en hebben een goede prognose op lange termijn.
Het herstel na een chirurgische ingreep kan variëren, maar de meeste patiënten melden een afname van klachten en een verbetering van hun dagelijkse functionaliteit. De kans op herhaling van de blaasverzakking is echter aanwezig, vooral bij patiënten die niet de aanbevolen preventieve maatregelen volgen.
Vrouwen die tijdens de menopauze of na de bevalling een cystocele ontwikkelen, kunnen baat hebben bij hormonale therapieën om de sterkte van de bekkenbodemspieren te verbeteren, wat de prognose kan bevorderen.
Complicaties
Complicaties bij een cystocele kunnen ontstaan, vooral als de aandoening niet tijdig wordt behandeld of als de behandeling niet volledig effectief is. Mogelijke complicaties zijn:
- Chronische urineweginfecties: Door de blaasverzakking kan de normale urinestroom belemmerd worden, wat kan leiden tot frequentere urineweginfecties.
- Stressincontinentie: Deze aandoening kan verergeren door de verhoogde druk op de blaas, wat leidt tot ongewild urineverlies bij hoesten, niezen of lichamelijke inspanning.
- Urineretentie: Bij ernstige blaasverzakking kan het moeilijk zijn om de blaas volledig te ledigen, wat kan leiden tot urineretentie en een verhoogd risico op nierproblemen.
- Pijn en ongemak: Sommige vrouwen ervaren aanhoudende pijn in het bekkengebied of tijdens geslachtsgemeenschap, ondanks de behandeling van de cystocele.
- Herhaling van de verzakking: Na een chirurgische ingreep bestaat het risico dat de blaas opnieuw verzakt, vooral als de onderliggende risicofactoren niet worden aangepakt of indien de chirurgische ingreep niet volledig succesvol is.
- Impact op levenskwaliteit: De symptomen van een cystocele kunnen invloed hebben op de dagelijkse activiteiten en de kwaliteit van leven van de patiënt, vooral als de aandoening niet adequaat wordt behandeld of als er bijkomende complicaties optreden.
Preventie blaasverzakking
- Bekkenbodemspieroefeningen versterken de spieren die nodig zijn om blaasproblemen te voorkomen.
- Constipatie vermijden is belangrijk, wat inhoudt dat de patiënt veel vezels moet eten.
- Vermijd zwaar tillen om de druk op de bekkenspieren te minimaliseren.
- Houd een gezond gewicht aan, aangezien zwaarlijvigheid extra druk op de bekkenspieren uitoefent, wat het risico op een cystocele verhoogt.