Cubitaal tunnel syndroom: Druk op elleboogzenuw met zwakte
Het cubitaal tunnel syndroom (ulnaire neuropathie) is een aandoening waarbij druk (compressie) ontstaat op de nervus ulnaris (elleboogzenuw). Diverse risicofactoren zijn bekend voor de overmatige druk op de zenuw, zoals herhaaldelijk op de elleboog leunen of een eerdere fractuur aan de elleboog. Door de aandoening ervaart de patiënt tintelingen, pijn, zwakte en gevoelloosheid aan bepaalde vingers en de hand. Dit resulteert in een later stadium in een beperkt bewegingsbereik en functieverlies. De patiënt moet daarom zo snel mogelijk met de eerste tekenen een arts opzoeken die medicatie en/of fysieke therapieën aanbeveelt om de druk te verlichten. Werken deze conservatieve behandelingen niet, dan is chirurgie noodzakelijk. De prognose van patiënten met ulnaire neuropathie is over het algemeen zeer goed. De patiënt moet tot slot druk op de elleboogzenuw proberen te vermijden.
Oorzaken: Druk op nervus ulnaris (elleboogzenuw)
Het cubitaal tunnel syndroom resulteert uit een verhoogde druk van meestal bot- of bindweefsel dat op de nervus ulnaris (de elleboogzenuw) terechtkomt. De nervus ulnaris is één van de drie hoofdzenuwen in de arm. Deze loopt van de nek naar de hand. Onderweg is een vernauwing mogelijk op verschillende plaatsen, zoals onder het sleutelbeen of aan de pols. De meest gebruikelijke plaats voor een compressie (samendrukking) van de zenuw bevindt zich achter het binnenste deel van de elleboog. In veel gevallen is de exacte oorzaak van het cubitaal tunnel syndroom niet bekend. De nervus ulnaris is vooral kwetsbaar voor compressie bij de elleboog omdat hij door een nauwe ruimte moet reizen met heel weinig zacht weefsel om de zenuw te beschermen.
Risicofactoren van compressie op zenuw
De patiënt heeft meer kans op het ontwikkelen van het cubitaal tunnel syndroom als hij:
- abnormale botgroei in de elleboog heeft
- anatomische afwijkingen heeft
- cysten of tumoren nabij het ellebooggewricht heeft (bijvoorbeeld een ganglioncyste)
- de ellebogen gedurende aanhoudende periodes buigt, zoals tijdens het gesprek voeren met een mobiele telefoon of slapen met de hand scheef onder het kussen
- een eerdere fractuur of verplaatsing van de elleboog gehad heeft
- een intense fysieke activiteit uitvoert die druk op de nervus ulnaris verhoogt (zoals bijvoorbeeld tijdens het gewichtheffen of het spelen van honkbal)
- een osteofyt (benig botuitsteeksel rond gewrichten) of artritis (gewrichtsontsteking) aan de elleboog gehad heeft
- een vochtophoping in de elleboog heeft; deze veroorzaakt namelijk een zwelling waardoor zenuwcompressie (beknelde zenuw) ontstaat
- een zwelling van het ellebooggewricht heeft
- herhaaldelijk op de elleboog leunt, vooral op een harde ondergrond
Symptomen: Tintelingen, pijn, zwakte en gevoelloosheid
Vroeg stadium
In een vroeg stadium van ulnaire neuropathie kampt de patiënt met gevoelloosheid en tintelingen (
paresthesieën) in de ringvinger en pink. Vaak komen en gaan deze symptomen. Ze treden vaker op wanneer de elleboog gebogen is, zoals tijdens het autorijden of het vasthouden van de telefoon. Sommige patiënten ontwaken 's nachts omdat hun vingers gevoelloos zijn. Verder lijken de ringvinger en de pink ‘in slaap te vallen’ (verdoofd gevoel), vooral wanneer de elleboog gebogen is. In sommige gevallen is het voor de patiënt moeilijker om de vingers te bewegen of objecten te manipuleren.
Later stadium
In ernstige gevallen treedt duidelijk functieverlies op. Na verloop van tijd verzwakt de handgreep namelijk en heeft de patiënt problemen met de vingercoördinatie (zoals typen of een instrument bespelen). Ook ontstaat een verminderd vermogen om de duim en pink te knijpen en hiermee andere bewegingen te maken, zoals potten openen of dingen vasthouden. Als de zenuw ernstig samengedrukt is of lange tijd samengedrukt geweest is, ontstaat permanent
spierverlies in de hand. Dit resulteert mogelijk in een klauwachtige vervorming van de hand.
Pijn komt in de beginfase meestal niet voor, maar in een later stadium kampen patiënten mogelijk met pijn.
Diagnose en onderzoeken
De patiënt krijgt een lichamelijk onderzoek. Daarnaast is een zenuwgeleidingsonderzoek en een
elektromyografie nodig. Een elektromyografie is een
beeldvormend onderzoek waarbij de arts elektroden in de spieren en op de huid plaatst om de gezondheid van de spieren en de zenuwcellen die deze controleren te meten. Het is bovendien mogelijk om met deze test de diagnose te bevestigen, het gebied van zenuwbeschadiging te identificeren en de ernst van de aandoening te bepalen.
Behandeling van cubitaal tunnel syndroom
In de meeste gevallen is het cubitaal tunnel syndroom te behandelen met conservatieve behandelingen. Dit is namelijk mogelijk wanneer uit de elektromyografie blijkt dat er maar een minimale druk op de nervus ulnaris is.
Fysieke therapieën
Fysiek de druk op de zenuw verminderen bij patiënten met mildere klachten is mogelijk door
- een beschermende elleboogsteun te dragen tijdens dagelijkse activiteiten
- een overmatige druk op de elleboog te vermijden tijdens dagelijkse activiteiten
- een verband, spalk of brace te dragen tijdens de slaap om overmatig buigen van de elleboog te voorkomen
Medicatie
Ook medicijnen zijn inzetbaar, zoals niet-steroïde ontstekingsremmende geneesmiddelen (
NSAID’s). Deze geneesmiddelen verminderen de zwelling van zacht weefsel. De arts injecteert voorts
corticosteroïden om
ontsteking en druk op de zenuw te verminderen.
Chirurgie
Wanneer conservatieve therapieën na drie maanden niet helpen, wanneer ernstige zenuwcompressie aanwezig is, of wanneer reeds
spierzwakte of
spierschade ontstaan is, is een chirurgische ingreep nodig. De chirurg vermindert de druk op de nervus ulnaris bij deze ingreep. Meerdere soorten ingrepen zijn mogelijk. Deze procedures zijn bij ongeveer 85% van de patiënten effectief.
De patiënt heeft revalidatietherapie nodig na de elleboogoperatie, omdat hij meestal beperkingen ervaart met betrekking tot het tillen en bewegen van de elleboog. De gevoelloosheid en tintelingen verbeteren al dan niet snel. Meestal zijn enkele maanden nodig om volledig te herstellen en de kracht in de hand en pols te herwinnen. Fysiotherapie is nuttig voor geopereerde patiënten.
Prognose van ulnaire neuropathie
De resultaten van een operatie zijn over het algemeen goed. Elke chirurgische methode heeft een vergelijkbaar slagingspercentage van circa 85%. Als de zenuw ernstig samengedrukt is of wanneer reeds spierafbraak aanwezig is, werkt de zenuw na de operatie mogelijk niet meer normaal, waardoor blijvende schade aanwezig is. Zenuwen herstellen langzaam, en het duurt mogelijk lang om te weten hoe goed de zenuw na de operatie zal werken.
Preventie
Mensen vermijden activiteiten waarbij ze de arm gedurende lange tijd gebogen moeten houden. Bij langdurig computergebruik moet de
bureaustoel op de juiste hoogte afgestemd zijn; de elleboog mag namelijk niet rusten op de armsteun van de stoel. Verder is het belangrijk om niet te leunen op de elleboog of een activiteit uit te voeren waarbij druk komt te staan op de binnenkant van de arm. Zo is het niet verstandig om bijvoorbeeld de arm in een geopende raam te plaatsen tijdens het autorijden. Het is tot slot nodig om de elleboog 's nachts recht te houden tijdens de slaap. Hiervoor plaatst de persoon een handdoek rond de elleboog of gebruikt hij een speciale brace.
Epidemiologie
Cubitaal tunnel syndroom komt relatief vaak voor, met een prevalentie die varieert tussen 1% en 3% van de bevolking. De aandoening wordt vaak gezien bij volwassenen tussen de 30 en 60 jaar, hoewel het ook op jongere leeftijd kan optreden. Er lijkt een lichte oververtegenwoordiging bij mannen in vergelijking met vrouwen.
Oorzaken
Naast de risicofactoren genoemd bij de risicofactoren, kan het cubitaal tunnel syndroom ook worden veroorzaakt door langdurige druk op de elleboog, bijvoorbeeld door herhaaldelijke overbelasting of een eenzijdige werkhouding.
Risicofactoren
Andere risicofactoren kunnen zijn:
- overmatige spierontwikkeling in de bovenarm
- overgewicht, wat extra druk op de gewrichten kan uitoefenen
- genetische aanleg voor zenuwaandoeningen
- auto-immuunziekten die de zenuwen kunnen beïnvloeden
Symptomen
Symptomen kunnen variëren in ernst en kunnen ook andere delen van de hand en arm beïnvloeden. Mogelijke bijkomende symptomen zijn onder andere:
Zwakke grip
Moeite met het oppakken van kleine voorwerpen of het uitvoeren van precieze handbewegingen.
Pijn
Pijn kan uitstralen naar de schouder of de bovenarm in ernstige gevallen.
Diagnose en onderzoeken
Naast de lichamelijke en elektromyografische onderzoeken kunnen aanvullende beeldvormende technieken zoals MRI of echografie worden ingezet om de omvang van de zenuwcompressie beter te begrijpen.
Behandeling
Indien conservatieve behandelingen niet effectief zijn, kunnen andere behandelingsopties worden overwogen:
Zenuwtranspositie
Bij ernstige gevallen kan de zenuw worden verplaatst naar een andere positie om druk te verminderen.
Revalidatie
Na een operatie kan intensieve revalidatie nodig zijn om het volledige herstel te bevorderen en functie terug te winnen.
Prognose
De meeste patiënten ervaren aanzienlijke verbetering na behandeling, hoewel sommige symptomen, zoals lichte gevoelloosheid, kunnen aanhouden.
Complicaties
Mogelijke complicaties van de chirurgische behandeling kunnen omvatten:
- infectie op de operatielocatie
- bleke of tintelende huid in het operatiegebied
- blijvende vermindering van de handkracht of coördinatie
Preventie
Naast het vermijden van risicovolle activiteiten kan het ook nuttig zijn om ergonomische aanpassingen te maken in de werkomgeving en regelmatig pauzes in te lassen tijdens activiteiten die druk op de elleboog kunnen uitoefenen.
Lees verder