Stotteren (spraakstoornis in vloeiendheid): Oorzaken
Stotteren is een spraakstoornis waarbij de vloeiendheid van spraak aangetast is. De spreker herhaalt hierdoor vaak dwangmatig de lettergrepen of geluiden van één woord. Stotteren start veelal tijdens de vroege kinderjaren. De meeste kinderen (vooral jongens) groeien hier overheen maar af en toe ervaren volwassenen nog spraakproblemen. Stotteren leidt tot soms tot complicaties op mentaal vlak. Diverse behandelingen zijn wel voorhanden voor het verminderen van de spraakstoornis in vloeiendheid. Enkele tips helpen tot slot om een gesprek te voeren met een stotterende persoon.
Epidemiologie: Vaak bij kinderen
Stotteren komt vaak voor wanneer kinderen leren praten. Ongeveer 5% van de kinderen tussen de twee en vijf jaar oud krijgt tijdens de kindertijd te maken met stotteren. Stotteren komt voorts vijf keer vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Bij jongens houdt de aandoening ook vaker aan in de volwassenheid dan bij meisjes. Stotteren komt tot slot voor bij minder dan één procent van de volwassenen.
Synoniemen van aandoening
Andere benamingen voor stotteren zijn:
- balbuties
- ballaties
- dysfemie
- dysphemia
- hesitatie
- hesitatio
- ischnofonie
- ischofonie
- psellisme
- psellismus
Oorzaken van stotteren
De exacte hersenmechanismen die een rol spelen bij de totstandkoming van stotteren blijven anno oktober 2020 mysterieus. Wel zijn delen van de rechterferiorale frontale gyrus bijzonder actief wanneer mensen stoppen met bepaalde acties, zoals bij hand- of spraakbewegingen. Als deze regio overactief is, dan hindert het andere hersengebieden die betrokken zijn bij het initiëren en beëindigen van bewegingen. Bij stotterende patiënten zijn vooral de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor spraakbewegingen getroffen.
Risicofactoren van stoornis in de vloeiendheid van het spreken
Ontwikkelingsstotteren
Wanneer kinderen leren praten, stotteren ze vaak. Dit is het gevolg van de nog niet goed ontwikkelde spraak- en taalvaardigheden. De meerderheid van de kinderen ervaart minder en minder symptomen naarmate deze ontwikkelingsfase vordert totdat ze vloeiend kunnen spreken. Deze fase van stotteren is gekend als ‘ontwikkelingsstotteren’ of ‘beginstotteren’.
Neurogeen stotteren
Wanneer de signalen tussen de
hersenen, de spraakzenuwen en spieren niet goed werken of wanneer hersenschade aanwezig is, is sprake van neurogeen stotteren. Dit gebeurt bij zowel kinderen als volwassenen. Volgende oorzaken zijn bekend voor neurogeen stotteren:
Psychogeen stotteren
In zeldzame gevallen is de aandoening het gevolg van een emotioneel trauma, hetgeen gekend is als ‘psychogeen stotteren’.
Genetische aandoeningen
Voorts komt de spraakstoornis voor bij enkele genetische aandoeningen zoals.
Andere ziekten of problemen
Verder komt stotteren voor bij enkele andere ziekten of problemen:
- battarisme: Battarisme (tumultus sermonis) is een wijze van snel spreken, waarbij een patiënt gaat stotteren. Hij slikt hierbij de laatste lettergreep van een woord als het ware in om lucht te scheppen.
- laryngospasmopsellismus: Bij deze krampachtige stoornis in de verrichting van de spieren van het strottenhoofd gaat een patiënt stotteren.
Omgevingsfactoren
Stotteren komt soms voor in bepaalde families. Enkele mutaties (wijzigingen) in genen zijn geïdentificeerd die verantwoordelijk zijn voor de spraakstoornis. Stotteren is eveneens één van de mogelijke bijwerkingen van medicijnen zoals benzodiazepinen (medicatie bij
angst en slaapproblemen).
Symptomen
De duur van de symptomen is variabel. Bij sommige patiënten verdwijnen de klachten binnen de paar weken terwijl deze bij anderen enkele jaren aanhouden. Bij sommige patiënten verdwijnt de aandoening niet.
Spreken
Stotteraars hebben een probleem in de vloeiendheid van het spreken. Volgende kenmerken zijn aanwezig bij het uitspreken van zowel letters, letterlijk grepen, woorden en/of zinnen:
- blokkades
- herhalingen
- verlengingen
Bovendien gebruiken stotteraars geregeld pauzes en stopwoorden. Bijgevolg krijgen patiënten te maken met een breuk in de spraakstroom. In sommige gevallen zijn stotterende patiënten zelfs volledig geremd om nog een geluid voort te brengen. Het starten van het uitspreken van een woord of zin vormt vaak een probleem.
Andere problemen
Het stotteren gaat vaak gepaard met motorische activiteiten van de spraakorganen en andere delen van het lichaam. Enkele voorbeelden hiervan zijn grimassen, tic-achtige bewegingen,
snel knipperen met de ogen, klemmende vuisten,
trillende lippen, met de voet tikken, een trillende kaak, een strakker
gezicht en/of bovenlichaam.
Verergering van klachten
Psychologische factoren verergeren het stotteren voor patiënten die reeds stotteren. Spanning, schaamte, een laag zelfbeeld, nervositeit en angst maken hierdoor de spraakstoornis meer uitgesproken. Ze zijn echter over het algemeen geen oorzaak van het stotteren zelf, in tegenstelling tot wat artsen vroeger dachten.
Hulp zoeken voor stotterende persoon
Wanneer volgende tekenen verschijnen bij een kind, is een bezoek aan een arts aanbevolen. Hzet stotteren:
- blijft bestaan nadat het kind vijf jaar oud is
- gaat gepaard met strakke spieren van het gezicht en het bovenlichaam.
- houdt langer dan zes maanden aan
- komt steeds vaker voor
- veroorzaakt emotionele problemen zoals angst voor bepaalde plaatsen of situaties
- verstoort het schoolwerk van het kind
Diagnose en onderzoeken
Een goede diagnose is van vitaal belang, omdat dit bepalend is voor de beste behandeling.
Taal- en spraakpatholoog
Sommige aspecten van stotteren zijn voor iedereen duidelijk, terwijl anderen soms onduidelijk zijn. Een uitgebreide en betrouwbare diagnose gebeurt door een taal- en spraakpatholoog. Hij noteert de soorten problemen die een patiënt ervaart tijdens het spreken alsook de frequentie van deze problemen. Hij bevraagt de patiënt ook over zijn copingsmechanismen aangaande het stotteren alsook hoe hij zich hierbij mentaal voelt. De arts test bij een aantal patiënten tevens de spraaksnelheid en de taalvaardigheden. De taal- en spraakpatholoog analyseert deze gegevens en identificeert dan mogelijk de spraakstoornis in vloeiendheid alsook de consequenties van deze aandoening op het dagelijks leven. Door het uitvoeren van een reeks onderzoeken, observaties en interviews is de arts tevens in staat om bij een stotterend jong kind in te schatten hoe de aandoening zal evolueren. Wanneer de arts oudere kinderen en volwassenen beoordeelt, kijkt de arts vooral naar de ernst van de stoornis en de invloed op de communicatie en het dagelijks leven.
MRI-scan
Bij patiënten bij wie de spraak is aangetast, onthult een
MRI-scan asymmetrieën in de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor de verbale communicatie. Een MRI-scan is echter niet noodzakelijk voor het stellen van de diagnose van stotteren.
Behandeling
Logopedie
Hierbij oefent een logopedist eerst een vloeiende spraak op zeer lage snelheid, met behulp van korte zinnen en zinsdelen. De patiënt leert hierbij om klinkers en medeklinkers uit te rekken. Door veel te oefenen, is het daarna mogelijk om in een hogere snelheid te spreken en langere zinnen uit te spreken. Hierbij leren ze tevens hun ademhaling onder controle te houden, wat vooral nuttig is bij langdurig spreken.
Stotteren modificatie therapie
Het doel van deze therapie is het stotteren zodanig te wijzigen dat het voor de patiënt gemakkelijker is en minder inspanning vergt, in plaats van het stotteren volledig te elimineren. Deze therapie werkt op het principe dat als de angst stotteren verergert, het verminderen van de benodigde inspanning het stotteren zal verminderen.
Elektronische apparaten
Sommige patiënten reageren goed op dit type behandeling, maar anderen niet. Dit maakt gebruik van het zogenaamde veranderde auditieve feedbackeffect. Een oortje weerkaatst de stem van de spreker zodat ze het gevoel hebben dat ze samen met iemand anders praten. Bij sommige mensen kan dit het stotteren verlichten.
Cognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie (vorm van psychotherapie) is nuttig om de denkwijze rond het stotteren te wijzigen. Hierdoor is het ook mogelijk om
stress of angst te verminderen en het zelfvertrouwen weer op te schroeven.
Praten met een persoon die stottert
Het is voor velen mogelijk vreemd om te praten met een persoon die stottert. De luisteraar kijkt bijvoorbeeld weg wanneer de stotteraar stottert, of anders probeert hij om ontbrekende woorden of zinnen te voltooien om het stotteren te vermijden. De stotterende persoon wil echter net zoals iedereen communiceren. De focus moet dan ook liggen op het thema van de spreker en de informatie die hij probeert over te brengen in plaats van hoe dit klinkt. De stotterende persoon weet goed dat hij stottert en dat het langer duurt om te communiceren. Voor de luisteraar is het dan ook belangrijk om geduld, kalmte en vrede uit te stralen. Een ongeduldige luisteraar maakt het voor de stotteraar lastiger om te spreken, waardoor hij stress ervaart en mogelijk nog meer gaat stotteren. Sommige luisteraars geven goedbedoeld het advies om diep adem te halen of zich te ontspannen, maar deze intentie benadrukt het stotteren voor sommige patiënten erg hard, terwijl anderen wel gebaat zijn met deze tip. Stotteren is niet eenvoudig om te overwinnen en is meestal niet te verhelpen door enkele keren diep adem te halen. Een nuttig advies is om in het begin van het gesprek te vragen aan de stotterende persoon of hij graag hulp heeft of onderbroken wil worden of niet.
Prognose van spraakstoornis in vloeiendheid
Hoe eerder het stotteren begint, hoe kleiner de kans dat het langdurig blijft duren. Ongeveer driekwart van alle jonge kinderen die stotteren, stopt hiermee binnen één of twee jaar zonder logopedie. Stotteren verdwijnt meestal volledig op volwassen leeftijd. De spraakstoornis blijft echter aanwezig bij ongeveer één procent van de volwassen bevolking. Bij een klein aantal patiënten verergeren de klachten in plaats van te verbeteren. Afhankelijk van de ernst leidt het stotteren tot een verminderde kwaliteit van leven.
Complicaties bij stotteraars
Complicaties van de spraakstoornis in vloeiendheid zijn:
- angstig zijn om te spreken
- een negatief zelfbeeld
- een verlies van sociale, school- of werkparticipatie en succes
- gepest worden
- niet spreken of situaties vermijden waarbij de patiënt moet spreken
- problemen met communiceren met anderen
Preventie van stotteren
Preventie van stotteren richt zich op vroege interventie en het ondersteunen van een gezonde communicatieve ontwikkeling bij kinderen. Hoewel er geen gegarandeerde manier is om stotteren volledig te voorkomen, kunnen de volgende strategieën nuttig zijn:
- het bieden van een rustige en ondersteunende omgeving voor jonge kinderen om te spreken
- het stimuleren van open communicatie zonder druk te zetten op de snelheid of vloeiendheid van spreken
- het aanbieden van taal- en logopedie bij de eerste tekenen van stotteren
- het aanmoedigen van geduldige luistervaardigheden bij ouders en verzorgers
- het vermijden van kritiek of negatieve reacties op het spraakgedrag van het kind
- het bevorderen van een positieve zelfwaarde en zelfvertrouwen bij het kind
- het zoeken naar professionele begeleiding van een logopedist bij zorgen over de spraakontwikkeling