TIA (transient ischemic attack): Tijdelijke functie-uitval
Een TIA (transient ischemic attack) verwijst naar een tijdelijk gestopte bloedtoevoer naar (een deel van) de hersenen. Deze ‘kleine beroerte’ ontstaat plots en veroorzaakt neurologische uitvalverschijnselen gedurende enkele minuten. De klachten die hierbij tot uiting komen, zijn slechts tijdelijk (transient) aanwezig en laten in de meeste gevallen geen restsymptomen achter. Een voorbijgaande ischemische aanval is echter een waarschuwingssignaal van een echte beroerte in de toekomst als de patiënt geen preventieve maatregelen treft om dit te voorkomen. Medicamenteuze en chirurgische behandelingen zijn beschikbaar, maar daarnaast is het aanbevolen om enkele levensstijlaanpassingen door te voeren.
Synoniemen
Een TIA bestempelen mensen ook als:
- een miniberoerte
- een voorbijgaande ischemische aanval
Epidemiologie van miniberoerte
De kans op een eerste TIA bedraagt ongeveer 0,42 per 1.000 inwoners in ontwikkelde landen. De incidentie van een miniberoerte neemt toe met de leeftijd (1-3 gevallen per 100.000 bij mensen jonger dan 35 jaar tot 1.500 per 100.000 bij mensen ouder dan 85 jaar). De incidentie van een voorbijgaande ischemische aanval is bij mannen aanzienlijk hoger dan bij vrouwen. Mensen met een zwarte huidskleur zijn tot slot vaker getroffen dan mensen met een blanke huidskleur.
Oorzaken TIA
Bij een TIA ontstaat een tijdelijk gestopte bloedtoevoer naar (een deel van) de
hersenen. Dit resulteert uit circulatiestoornissen binnen en buiten de hersenen die enkele minuten tot een etmaal aanhouden. Een TIA is niet helemaal hetzelfde dan een
beroerte, hoewel de oorzaken en risicofactoren wel hetzelfde zijn. Na een TIA breekt de blokkade snel af en lost deze op, in tegenstelling tot bij een beroerte waar permanente schade optreedt aan het hersenweefsel. Het kortstondige verlies van de bloedstroom naar (een deel van) de hersenen is het gevolg van:
- een bloedstolsel dat vanuit een andere locatie in het lichaam (bijvoorbeeld vanuit het hart) naar de hersenen reist
- een bloedstolsel in een slagader van de hersenen
- een letsel aan de bloedvaten
- een versmalling (vernauwing) van een bloedvat (vasoconstrictie) in de hersenen of naar de hersenen
Risicofactoren van tijdelijke ischemische aanval
Een aantal risicofactoren zijn bekend voor een TIA en een beroerte:

Migraine vormt een risicofactor voor een TIA /
Bron: Geralt, PixabayAandoeningen
Volgende aandoeningen zijn risicofactoren voor een transiënte ischemische aanval:

Een transient ischemic attack ontstaat sneller bij rokers /
Bron: Geralt, PixabayOmgevingsfactoren
Ook enkele omgevingsfactoren leiden sneller tot een TIA:
Symptomen: Tijdelijke neurologische problemen
De patiënt heeft één of meer dan één TIA. De terugkerende tekenen zijn dan hetzelfde of zijn verschillend, afhankelijk van het getroffen hersengebied. De patiënt ervaart plotseling een verlies van functie, meestal binnen enkele seconden. Zwakte,
gevoelloosheid of
verlamming in het
gezicht, een arm of
been en dit meestal aan één kant van het lichaam is typerend. Ook
afasie (onduidelijke of vervormde spraak of moeite om anderen te begrijpen) komt vaak voor. Bovendien komen bij veel patiënten problemen met het gezichtsvermogen tot uiting, zoals een verlies van gezichtsvermogen in één oog (
amaurosis fugax) of
dubbelzien (diplopie).
Duizeligheid, evenwichts- en coördinatieproblemen (
ataxie),
slikproblemen,
braken, plotselinge en ernstige
hoofdpijn zonder oorzaak en in ernstige gevallen
bewustzijnsverlies zijn andere aanwezige symptomen. Episodes van amnesie (
geheugenverlies) /
verwardheid van enkele uren komen voornamelijk voor bij 65-plussers. Deze functie-uitval duurt enkele seconden of minuten. De patiënten herstellen volledig binnen de 24 uur. Het is echter van essentieel belang om bij tekenen van een TIA onmiddellijk medische hulp op te zoeken, ook al vervagen de symptomen snel.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van een TIA is vaak uitsluitend gebaseerd op de beschrijving ervan. Het is ongebruikelijk om een aanval te zien omdat ze zo kort zijn. Het bewustzijn blijft meestal intact tijdens een TIA. Het beoordelen van vitale functies en het testen van de hersenfunctie op tekenen van een onmiddellijke beroerte zijn nodig. De arts test het gezichtsvermogen, de spierkracht, het spreken, het denkvermogen van de patiënt. Daarnaast verzamelt de arts informatie rond de hartslag, de temperatuur en het bloed. Soms is de arts namelijk in staat om klinisch bewijs te verzamelen van een embolusbron, een recent
hartinfarct, een atheroom, een verhoogde bloeddruk,
orthostatische hypotensie (plotseling duizelig na het opstaan),
bradycardie (een vertraagde hartslag), suikerziekte, het antifosfolipidensyndroom, … Het opsporen van een vernauwing of stolling in de halsslagaders is mogelijk met een
carotisechografie. Het controleren van de bloedstroom en het weefsel in het hersenweefsel is belangrijk om de oorzaak van een TIA te bepalen. Dit gebeurt met behulp van een
MRI-scan of een
CT-scan. Een
elektrocardiogram (ECG: meting van de elektrische activiteit van het hart) is vaak nuttig. De arts test tevens de halsslagader (hoofdslagader die van het hart naar de hersenen leidt) op tekenen van verstijving of verstopping. Verder beoordeelt de arts de
medische geschiedenis en risico's van hart- en vaatziekten, in combinatie met een evaluatie van de bloedchemie. Dit is nodig zodat de arts geschikte medicatie kan voorschrijven voor het voorkomen van bloedstolsels, alsook voor het verwijderen van vetafzettingen (plaques) uit de slagaders die bloed naar de hersenen brengen). Soms krijgt de patiënt een verwijzing naar een specialist indien de arts geen duidelijke risicofactoren kan vinden en dit dan vooral wanneer sprake is van een jonge patiënt. Een neuroloog test de patiënt dan op de aanwezigheid van
vasculitis (
ontsteking van een bloedvat), carotide-slagaderdissectie en andere soorten letsels of infecties.
Behandeling
Een snelle behandeling met medicatie en/of chirurgie is vereist om een beroerte te voorkomen.

Meerdere medicijnen zijn inzetbaar /
Bron: Stevepb, PixabayMedicatie
De arts schrijft diverse mogelijke medicijnen voor, afhankelijk van de locatie, de oorzaak, de ernst en het type van TIA.
- anticoagulantia (antistollingsmiddelen)
- medicijnen voor het behandelen van de bloeddruk en/of het verlagen van het cholesterolgehalte (statines)
- trombolytica (medicijnen voor het oplossen van een bloedstolsel)
Vrouwen stoppen verder best met het nemen van het vrouwelijk hormoon
oestrogeen (zoals de anticonceptiepil of medicijnen voor de overgang).
Chirurgie
Meerdere operatietechnieken zijn inzetbaar bij een TIA zoals:
- angioplastiek: De arts opent een verstopte slagader met een ballonachtig apparaat. Vervolgens plaatst de arts een stent in de ader om deze open te houden.
- carotis endarterectomie: De arts verwijdert vetafzettingen van de halsslagaders.
Prognose van transient ischemic attack
TIA's hebben de neiging om zich te herhalen en luiden mogelijk een trombo-embolische beroerte (één op de drie zelfs binnen het jaar) of een hartinfarct in. Ongeveer 15% van alle patiënten met een beroerte hebben eerder al een TIA gehad. TIA’s in de voorste bloedcirculatie hebben een slechtere prognose dan TIA’s in de achterste bloedcirculatie van de hersenen.

Een gezonde voeding is belangrijk /
Bron: Jill111, PixabayPreventie van korte uitval van hersenen
Gezond leven en risicofactoren vermijden of aanpakken zijn de beste preventieve maatregelen voor een TIA:
- alcoholinname beperken
- cholesterol- en vetinname beperken
- diabetes mellitus onder controle houden
- geen illegale drugs gebruiken
- gezond gewicht bereiken en handhaven
- gezonde voeding consumeren
- medicatie goed innemen (diabetes, hoge bloeddruk, cholesterol, …)
- natrium beperken
- regelmatige lichaamsbeweging uitvoeren (minimaal een halfuur per dag)
- stoppen met roken
- stress verminderen
- veel fruit en groenten eten
- voldoende slaapkwaliteit krijgen
Lees verder