Tandbederf (cariës): Oorzaken van gaatjes in tanden
Tandbederf (cariës, gaatjes in de tanden) is een aandoening waarbij schade aan de tanden ontstaat door een combinatie van bacteriën, tandplak en zuren in de mond. Deze factoren slijten de tand weg, wat leidt tot het ontstaan van een holte of 'gaatje'. Tandbederf kan pijn veroorzaken en soms tot infecties leiden, waardoor snelle behandeling door de tandarts noodzakelijk is. Er zijn verschillende tandheelkundige procedures beschikbaar voor de behandeling van gaatjes, en er zijn tal van manieren om tandbederf te voorkomen.
Anatomie tanden en relatie tot tandbederf (cariës)
De anatomie van tanden vormt de basis voor het begrijpen van tandbederf (cariës). Cariës ontstaat door een combinatie van factoren, waaronder bacteriële activiteit, voedingskeuzes en mondhygiëne, en richt schade aan de tandstructuur aan. Het bestuderen van de tandanatomie biedt inzicht in de processen die tot cariës leiden en helpt bij het ontwikkelen van effectieve preventie- en behandelingsstrategieën.
De lagen van een tand
Tanden bestaan uit drie hoofdlagen. Het glazuur is de buitenste en hardste laag, opgebouwd uit hydroxyapatiet, een mineraal dat bestand is tegen kauwkracht en zuren. Het dentine, de middelste laag, is zachter en bevat microscopische kanaaltjes die prikkels naar de tandpulpa geleiden. De pulp, de binnenste laag, bevat zenuwen, bloedvaten en bindweefsel die de tand van voedingsstoffen en signalering voorzien.
Glazuur en gevoeligheid voor cariës
Hoewel glazuur zeer hard is, kan het worden aangetast door zuren die bacteriën in de tandplak produceren. Deze zuren ontstaan tijdens de afbraak van suikers in het voedingspatroon. Zodra het glazuur verzwakt, kan bacteriële activiteit het dentine bereiken, wat de progressie van cariës versnelt.
De rol van wortels en tandvlees
De wortel van de tand, bedekt met cement, verankert de tand in het kaakbot via het parodontale ligament. Wanneer het tandvlees zich terugtrekt, worden wortels blootgesteld aan cariës, omdat cement veel minder bestand is tegen zuren dan glazuur.
Speeksel en zijn beschermende werking
Speeksel is essentieel in het voorkomen van cariës. Het helpt bij de neutralisatie van zuren, spoelt voedselresten weg en levert mineralen zoals calcium en fosfaat die het glazuur herstellen. Een verminderde speekselproductie kan het risico op tandbederf aanzienlijk verhogen.
Micro-organismen en tandplakvorming
Tandplak is een biofilm van bacteriën en voedingsresten die zich ophoopt op tandoppervlakken. Streptococcus mutans en Lactobacillus zijn bacteriën die bijdragen aan de productie van zuren en het begin van cariës. Regelmatige reiniging van tanden vermindert de bacteriële belasting en beschermt het glazuur.
Anatomische variaties en kwetsbaarheid
Diepe groeven in het kauwoppervlak van kiezen en nauwe ruimten tussen tanden maken sommige tandoppervlakken gevoeliger voor tandbederf. Deze anatomische kenmerken bemoeilijken het reinigen, waardoor bacteriën zich kunnen ophopen. Preventieve maatregelen, zoals het aanbrengen van sealants, kunnen deze kwetsbare gebieden beschermen.
Mechanisme
Cariës is een proces waarbij zuur, geproduceerd door bacteriën, de tandstructuur aantast. Het verloop van dit proces wordt bepaald door een delicate balans tussen demineralisatie en remineralisatie.
Demineralisatie van glazuur
Wanneer bacteriën suikers in voedsel metaboliseren, produceren ze zuren. Deze zuren lossen de mineralen in het tandglazuur op, wat leidt tot demineralisatie. Dit proces begint onzichtbaar, maar kan uiteindelijk tot zichtbare gaatjes leiden.
Bacteriële activiteit en tandplakvorming
Tandplak is een plakkerige laag die zich vormt op tandoppervlakken en bestaat uit bacteriën, voedselresten en speekselcomponenten. Zonder regelmatige reiniging kan tandplak uitharden tot tandsteen, wat cariës verder verergert.
Remineralisatie en bescherming
Speeksel helpt het glazuur te herstellen door mineralen zoals calcium en fosfaat aan te voeren. Fluoride versterkt dit proces door het glazuur beter bestand te maken tegen zuur.
Progressie naar dentine en pulp
Als cariës het glazuur doorbreekt, verspreidt het zich sneller door het zachtere dentine. Onbehandelde cariës kan de pulp bereiken, wat leidt tot ontstekingen en mogelijk ernstige complicaties zoals abcessen.
Oorzaken van tandbederf
Speeksel in de mond speelt een belangrijke rol bij het beschermen van de tanden tegen bederf. Echter, moderne voeding en de gemakkelijke toegang tot suikers dragen bij aan de groei van bacteriën, wat leidt tot een toename van tandcariës anno augustus 2024.
Bacteriën voeden zich met suiker
Bacteriën in de mond voeden zich met suikers uit voeding, zoals sucrose, glucose en fructose. Dit proces leidt tot de vorming van tandplak, een kleverig slijm dat de tanden bedekt en voornamelijk uit bacteriën bestaat. Vooral suikerconsumptie tussen de maaltijden door bevordert dit proces.
Speeksel kan niet concurreren
Speeksel heeft van nature een beschermende werking; het spoelt voedselresten weg en bevat buffers die zuren neutraliseren en mineralen die de tand helpen herstellen. Echter, frequente consumptie van suikerhoudende snacks zorgt voor een constante toevoer van suikers voor de bacteriën, waardoor het speeksel onvoldoende bescherming kan bieden.
Gaatjes ontwikkelen zich
Zodra een gaatje in het tandglazuur ontstaat, kunnen bacteriën en zuren doordringen tot de meer gevoelige binnenste lagen van de tand, zoals het dentine en de pulp. De pulp bevat de zenuwen en bloedvaten van de tand, en wanneer gaatjes onbehandeld blijven, kan het tandbederf ernstig worden.
Tandplakzuren corroderen
Tandplak, dat zuur produceert als bijproduct, tast de beschermende buitenlaag van het tandglazuur aan. Wanneer tandplak niet tijdig wordt verwijderd, kan het verharden tot tandsteen, wat moeilijker te verwijderen is en kan leiden tot verdere tandvleesaandoeningen en tandbederf. Een goede
tand- en mondhygiëne is essentieel om tandplak en tandsteen op afstand te houden en zo de mondgezondheid te behouden.
Medische problemen
Bepaalde medische aandoeningen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van gaatjes. Bij
gastro-oesofageale reflux stroomt zuur uit de maag terug in de mond, wat de tanden kan aantasten. Ook patiënten met
boulimie lopen een verhoogd risico op tandbederf door regelmatig braken, waarbij de tanden worden blootgesteld aan maagzuur. Daarnaast kunnen sommige soorten
kankerbehandelingen die het hoofd en de nek betreffen, leiden tot een verminderde speekselproductie, wat de bacteriegroei in de mond bevordert en zo tandbederf kan veroorzaken.
Risicofactoren
Verschillende factoren verhogen het risico op cariës, van individuele gewoonten tot genetische aanleg.
Voedingspatroon en suikerinname
Frequentie en hoeveelheid suikerconsumptie spelen een sleutelrol. Suikers worden door bacteriën in tandplak gefermenteerd, wat leidt tot zuurvorming.
Mondhygiënepraktijken
Onvoldoende poetsen en interdentale reiniging laten tandplak en bacteriën accumuleren. Regelmatig gebruik van fluoridehoudende tandpasta is essentieel voor preventie.
Medische aandoeningen en medicatie
Aandoeningen zoals xerostomie (droge mond) of diabetes verhogen het risico. Medicatie die speekselproductie vermindert, speelt ook een rol.
Leefstijl en gewoonten
Roken en overmatig alcoholgebruik verminderen de speekselstroom en verhogen de kans op cariës.
Risicogroepen
Sommige groepen patiënten lopen een groter risico op tandbederf door specifieke omstandigheden.
Kinderen
Melktanden zijn minder mineraalrijk en daarom gevoeliger voor cariës. Slechte gewoonten zoals langdurig flesgebruik verhogen het risico.
Ouderen
Ouderen ervaren vaak terugtrekkend tandvlees, wat wortelcariës vergemakkelijkt. Bovendien kan het gebruik van medicatie die speekselproductie vermindert bijdragen aan tandbederf.
Patiënten met speciale zorgbehoeften
Mensen met fysieke of cognitieve beperkingen kunnen moeilijkheden hebben met mondhygiëne, wat hen kwetsbaarder maakt voor cariës.
Symptomen van tandbederf
Tandbederf begint vaak ongemerkt, maar naarmate het gaatje dieper wordt, kunnen verschillende symptomen optreden. Wanneer het glazuur wordt aangetast, krijgen bacteriën toegang tot de gevoeligere lagen van de tand, zoals het dentine en de pulp. Dit kan leiden tot pijn en verdere complicaties. De volgende symptomen wijzen op de aanwezigheid van een gaatje in de tanden:
- Een witte markering op het tandoppervlak: wijst op het zeer vroege stadium van een gaatje.
- Een bruine vlek: wijst op een verder gevorderd gaatje.
- Een donkere plek die groter en gevoelig is bij aanraking: dit duidt op een meer ontwikkeld gaatje.
- Pijn: een later symptoom van tandbederf is tandpijn, die constant kan zijn of alleen optreedt bij het eten of drinken van warme, koude of zure voedingsmiddelen.
- Een slechte adem en vieze smaak: kunnen wijzen op een gaatje.
- Pus rond de tand: een ernstig teken van vergevorderd tandbederf.
Alarmsymptomen
Vroege herkenning van alarmsymptomen is belangrijk om ernstige complicaties van tandbederf te voorkomen.
Gevoeligheid voor temperatuur of zoetigheid
Dit wijst vaak op de vroege stadia van glazuurbeschadiging.
Pijn en zwelling
Pijn, vooral bij kauwen, kan wijzen op diepe cariës of pulpitis. Zwelling kan duiden op een abces.
Zichtbare gaatjes of verkleuring
Bruine, zwarte of witte vlekken op het glazuur kunnen de eerste tekenen van cariës zijn.
Prognose
De prognose voor tandbederf hangt af van de tijdige detectie en behandeling.
Vroege stadia
In vroege stadia kan demineralisatie worden omgekeerd door fluoridegebruik en verbeterde mondhygiëne.
Gevorderde cariës
Onbehandelde cariës kan leiden tot pulpaire ontsteking en tandverlies. Bij tijdige behandeling, zoals vullingen of wortelkanaalbehandeling, is herstel mogelijk.
Preventieve aanpak
Regelmatige controles en een goed voedingspatroon spelen een cruciale rol in het behouden van tandgezondheid op lange termijn.
Diagnose en onderzoeken
Regelmatige tandartsbezoeken zijn essentieel om gebitsproblemen te voorkomen of vroegtijdig te detecteren. Bij tekenen van tandbederf is het belangrijk om zo snel mogelijk een tandarts te raadplegen. Hoe eerder het probleem wordt aangepakt, hoe effectiever de behandeling zal zijn.
Behandeling van tandbederf
De tandarts kan verschillende procedures uitvoeren om tandbederf te behandelen, afhankelijk van de ernst van het gaatje:
- Het rotte deel van de tand verwijderen en het gaatje vullen (met amalgaam, goud of een witte vulling).
- Fluoride aanbrengen om kleine schade aan het glazuur te herstellen.
- Een wortelkanaalbehandeling: als de tandpulp is afgestorven door een infectie, kan de tand nog worden gered.
- Een groot deel van de tand verwijderen en vervangen door een tandvormige kroon.
- De hele tand verwijderen als de schade niet meer te repareren is.
Complicaties van tandbederf
Tandbederf begint in de buitenste laag van de tand (het glazuur). Zonder tijdige behandeling kan het bederf doordringen tot de diepere lagen van de tand en uiteindelijk de zenuwen bereiken. Dit kan leiden tot de vorming van een
abces, infectie van het omliggende tandvlees (
gingivitis) of zelfs infectie van de sinussen (
sinusitis). Sommige van deze secundaire infecties kunnen ernstig of zelfs levensbedreigend zijn.
Een goede tand- en mondhygiëne is essentieel voor het voorkomen van tandbederf. /
Bron: Photo Mix, Pixabay
Preventie van tandbederf
Het voorkomen van tandbederf begint bij een goede mondverzorging en een
gezonde, evenwichtige voeding. Voedingsmiddelen die rijk zijn aan calcium (zoals zuivelproducten en groene bladgroenten), fluoride (gefluorideerd
water, zeevruchten, thee, gelatine) en fosfaat (bladgroenten, fruit, vlees en gevogelte) zijn essentieel voor het behoud van gezonde tanden. De volgende tips helpen ook bij het verminderen van het risico op cariës:
- Twee keer per dag de tanden poetsen, vooral vlak voor het slapengaan, met een zachte tandenborstel en fluoride tandpasta.
- Minstens drie keer per week flossen tussen alle tanden en dagelijks kauwen op suikervrije kauwgom.
- Regelmatig de tandarts of mondhygiënist bezoeken (bij voorkeur elke zes tot twaalf maanden).
- Plakkerige, zoete tussendoortjes tussen de maaltijden vermijden.
- Suiker in de voeding minimaliseren.
- Water en suikervrije drankjes drinken.
- Koolzuurhoudende dranken en frisdranken vermijden, aangezien deze vaak zuur zijn en tanderosie veroorzaken.
Nieuwe ontwikkelingen in de preventie en behandeling van tandbederf anno augustus 2024
Tandheelkundige technologie en kennis blijven zich ontwikkelen. Anno augustus 2024 zijn er enkele veelbelovende nieuwe ontwikkelingen op het gebied van tandbederfpreventie en -behandeling:
Biomimetische tandreparatie
Onderzoek naar biomimetische materialen, die het natuurlijke tandweefsel nabootsen, heeft geleid tot de ontwikkeling van nieuwe vullingen die beter hechten aan tandmateriaal en duurzamer zijn dan traditionele vullingen.
Probiotica voor mondgezondheid
Recente studies tonen aan dat bepaalde probiotica gunstig kunnen zijn voor de mondgezondheid. Deze kunnen de groei van schadelijke bacteriën in de mond tegengaan en zo de vorming van tandplak en cariës verminderen.
Minimaal invasieve tandheelkunde
Er is een trend naar minimaal invasieve tandheelkunde, waarbij tandartsen proberen zoveel mogelijk natuurlijk tandmateriaal te behouden bij het behandelen van gaatjes. Dit omvat het gebruik van technieken zoals luchtpolijsten, waarbij tandplak en beginnend tandbederf zonder boren worden verwijderd.
Fluoride-alternatieven
Hoewel fluoride een bewezen effectieve manier blijft om tandbederf te voorkomen, wordt er ook onderzoek gedaan naar alternatieven zoals hydroxyapatiet, een natuurlijk mineraal dat ook in tanden voorkomt. Dit kan helpen om het glazuur te versterken zonder de nadelen van fluoride.
Lees verder