Gastro-oesofageale reflux: Symptomen van brandend maagzuur
Ongeveer 20-40% van de westerse bevolking lijdt aan gastro-oesofageale reflux. Bij deze aandoening vloeit de maaginhoud terug in de slokdarm door een niet goed functionerende sluitspier. Diverse aandoeningen, medicijnen en omgevingsfactoren leiden tot slokdarmirritatie, die de symptomen van gastro-oesofageale reflux veroorzaken. Brandend maagzuur en een brandende pijn op de borst komen vaak voor bij deze vervelende aandoening die de kwaliteit van leven van veel patiënten vermindert. Dankzij aanpassingen in de levensstijl, medicijnen en/of een operatie herstellen de meeste patiënten van de aandoening.
Synoniemen gastro-oesofageale reflux
De bekendste synoniemen voor gastro-oesofageale reflux zijn:
- (brandend) maagzuur
- gastro-oesofageale refluxziekte
- peptische oesofagitis
- reflux
- refluxoesofagitis
- zure reflux
Ook de afkortingen 'GERD' en 'GOR' zijn bekend.
Epidemiologie
Gastro-oesofageale reflux (GOR), een aandoening waarbij maagzuur of maagsap terugstroomt in de slokdarm, komt wereldwijd veel voor. De prevalentie is de afgelopen decennia toegenomen, vooral in geïndustrialiseerde landen. Studies suggereren dat ongeveer 20% van de volwassen bevolking in Westerse landen regelmatig symptomen van GOR ervaart. De prevalentie neemt toe met de leeftijd, en de aandoening wordt steeds vaker gediagnosticeerd bij zowel volwassenen als kinderen.
Prevalentie in verschillende leeftijdsgroepen
GOR komt veel voor bij volwassenen, maar het wordt ook steeds vaker gezien bij kinderen, vooral bij zuigelingen. Bij volwassenen zijn de symptomen vaak gerelateerd aan een verminderde slokdarmmotiliteit of een verzwakte onderste oesofagussfincter (LES). Bij zuigelingen is reflux vaak fysiologisch, maar kan het ook problematisch zijn bij sommige kinderen die meer ernstige symptomen vertonen, zoals prikkelbaarheid of slecht slapen.
Geografische variaties
GOR komt wereldwijd voor, maar de prevalentie varieert afhankelijk van de regio. In ontwikkelde landen zoals de Verenigde Staten en Europa is het percentage van de bevolking dat regelmatig last heeft van GOR hoger, wat gedeeltelijk te wijten is aan levensstijlkeuzes zoals voedingspatroon en stress. In Azië zijn de prevalentiepercentages vaak lager, maar de aandoening komt ook daar in opkomst vanwege veranderende eetgewoonten en westerse invloeden.
Mechanisme
GOR ontstaat wanneer de onderste oesofagussfincter (LES), een spier die de verbinding tussen de slokdarm en de maag afsluit, niet goed functioneert. Dit veroorzaakt een terugstroming van maagzuur of ander maaginhoud naar de slokdarm. Dit mechanisme kan verergerd worden door een aantal factoren, waaronder anatomische afwijkingen en verstoorde gastro-intestinale motiliteit.
Defecte onderste oesofagussfincter (LES)
De belangrijkste oorzaak van GOR is de verminderde sluitkracht van de LES. Normaal voorkomt deze sfincter het terugvloeien van maaginhoud in de slokdarm. Als de LES niet goed sluit, kan maagzuur of voedsel de slokdarm in terugstromen, wat leidt tot irritatie en ontsteking. Dit kan resulteren in de typische symptomen van zuurbranden en regurgitatie.
Verhoogde intra-abdominale druk
Verhoogde druk in de buik, bijvoorbeeld door overgewicht, zwangerschap, of bepaalde activiteiten zoals zware tillen, kan bijdragen aan het openen van de LES. Dit vergemakkelijkt de reflux van maaginhoud naar de slokdarm. Overgewicht speelt een belangrijke rol, aangezien het vetweefsel in de buik de druk op de maag vergroot.
Verstoorde slokdarmmotiliteit
Bij sommige patiënten is er een verstoorde beweging van de slokdarm, wat kan bijdragen aan GOR. De peristaltische bewegingen die normaal voedsel door de slokdarm verplaatsen, kunnen verzwakt of onregelmatig zijn, waardoor de maaginhoud langer in contact blijft met de slokdarm.
Oorzaken: Maaginhoud vloeit terug naar slokdarm
Bij het eten gaat voedsel van de keel naar de maag via de slokdarm. Een ring van spiervezels in het onderste gedeelte van de slokdarm voorkomt dat ingeslikt voedsel terugstroomt. Deze speciale sluitspier staat in medische termen bekend als de 'gastro-oesofageale sfincter' (GOS). Wanneer deze sluitspier niet goed functioneert, komt de maaginhoud terug in de slokdarm terecht en ontstaat gastro-oesofageale reflux. Harde maagzuur beschadigt eveneens de wand van de slokdarm (oesophagus).
Risicofactoren aandoening
De risicofactoren voor reflux zijn gerelateerd aan aandoeningen, medicatiegebruik en omgevingsfactoren.
Aandoeningen
Bij enkele aandoeningen komt reflux sneller voor:
- astma (chronische ontsteking van de luchtwegen in de longen)
- diabetes mellitus (suikerziekte)
- een vertraagde maaglediging
- hiatus hernia (maagbreuk: deel van de maag glijdt door een opening in het middenrif naar de holte van de borstkas waardoor zure maaginhoud naar de slokdarm terugvloeit)
- sclerodermie (opbouw van littekenweefsel in huid en organen) of een andere bindweefselaandoening
- sliding hiatus hernia: glijbreuk - een stukje van de maag komt mee door het gaatje in het middenrif (het middenrif is de scheidingslijn tussen de borstholte en buikholte)
- xerostomie (een droge mond)
Roken leidt mogelijk tot gastro-oesofageale reflux /
Bron: Geralt, Pixabay Omgevingsfactoren
De volgende omgevingsfactoren verhogen het risico op reflux:
- alcoholgebruik
- een zwangerschap
- koffie
- roken
- strakke kledij
- vetten
- zwaarlijvigheid
Medicatie
Bepaalde
geneesmiddelen leiden eveneens sneller tot gastro-oesofageale reflux, zoals:
- anticholinergica: remt de behandeling van spierbewegingen, wat bijvoorbeeld inzetbaar is bij zeeziekte
- calciumantagonisten: bruikbaar voor de behandeling van een hoge bloeddruk (hypertensie)
- dopamine-actieve geneesmiddelen: inzetbaar voor de behandeling van ziekte van Parkinson (neurologische aandoening met verlies van beweging, coördinatieproblemen en bevingen)
- luchtwegverwijders: inzetbaar voor de behandeling van astma
- progestageen: bruikbaar voor de behandeling van abnormaal menstrueel bloeden of anticonceptie
- sedativa: inzetbaar voor de behandeling van slapeloosheid of angst
- tricyclische antidepressiva: bruikbaar voor de behandeling van een depressie
Risicogroepen
Er zijn verschillende risicogroepen die een verhoogde kans hebben om gastro-oesofageale reflux te ontwikkelen. De aandoening wordt vaak in verband gebracht met levensstijl, genetische factoren, en de aanwezigheid van andere aandoeningen.
Obesitas
Een van de belangrijkste risicofactoren voor GOR is obesitas, vooral abdominale obesitas. Het vetweefsel in de buik verhoogt de druk op de maag en zorgt ervoor dat de LES gemakkelijker opent. Dit vergroot de kans op reflux.
Zwangerschap
Tijdens de zwangerschap ondergaat het lichaam hormonale veranderingen die de LES-spier kunnen verzwakken. Bovendien verhoogt de groei van de baarmoeder de intra-abdominale druk, wat bijdraagt aan het ontstaan van GOR. Veel zwangere vrouwen ervaren symptomen van reflux, vooral in het tweede en derde trimester.
Roken
Roken is een andere belangrijke risicofactor voor GOR. Nicotine in sigaretten verzwakt de LES, waardoor het gemakkelijker wordt voor maaginhoud om terug te stromen naar de slokdarm. Roken bevordert ook de productie van maagzuur, wat de symptomen kan verergeren.
Bepaalde medicijnen
Bepaalde medicijnen, zoals calciumantagonisten, bètablokkers, en niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID's), kunnen de werking van de LES verminderen, wat bijdraagt aan het ontstaan van reflux. Sommige medicijnen kunnen ook de maagzuurproductie verhogen, wat de aandoening verergert.
Brandende pijn op de borst komt ook voor bij reflux /
Bron: Pexels, PixabaySymptomen: Brandend maagzuur
De symptomen van brandend maagzuur en een brandende
pijn op de borst zijn typisch bij gastro-oesofageale reflux. Deze klachten verergeren vaak bij het bukken, liggen of na het eten. Ook ’s nachts zijn deze klachten erger als gevolg van minder frequente peristaltieken (darmbewegingen) en een afwezigheid van de zwaartekracht. Spontane
slokdarmkrampen treden ook op. Eventuele respiratoire symptomen zoals astma,
chronisch hoesten of piepen,
heesheid,
hikken, een
droge keel,
keelpijn of veranderingen in de stem zijn ook kenmerkend. Andere voorkomende symptomen van brandend maagzuur zijn onder meer:
Alarmsymptomen
Hoewel de meeste gevallen van gastro-oesofageale reflux relatief onschadelijk zijn, kunnen sommige symptomen wijzen op complicaties die medische behandeling vereisen. Het is belangrijk om alarmbellen te herkennen die kunnen duiden op ernstigere aandoeningen, zoals oesofagitis, ulceratie, of zelfs oesofaguscarcinoom.
Aanhoudende of verergerende pijn op de borst
Hoewel pijn op de borst vaak voorkomt bij GOR, kan aanhoudende of verergerende pijn wijzen op ernstigere complicaties, zoals een maagbloeding of een scheur in de slokdarmwand. Patiënten met dit symptoom moeten snel worden onderzocht om mogelijke hartproblemen uit te sluiten.
Dysfagie (moeite met slikken)
Moeite met slikken kan een symptoom zijn van ernstige oesofagale schade, zoals een vernauwing of stricture van de slokdarm, vaak het gevolg van chronische reflux. Dit kan het gevolg zijn van langdurige ontsteking door herhaaldelijk maagzuurcontact met de slokdarmwand.
Bloed in braaksel of ontlasting
Het opmerken van bloed in het braaksel of de ontlasting is een ernstig alarmsymptoom. Dit kan wijzen op ulceratie of erosie van de slokdarm door chronische blootstelling aan maagzuur. Bloed in de ontlasting kan ook wijzen op een onderliggende bloeding in het maagdarmkanaal.
Chronische hoest of heesheid
Chronische hoest of heesheid die niet reageert op andere behandelingen kan een teken zijn van reflux die de luchtwegen aantast, wat leidt tot irritatie van de keel en luchtpijp. In ernstige gevallen kan dit leiden tot ademhalingsproblemen.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
Bij ernstige of terugkerende problemen voert de arts een
gastroscopie (inwendig kijkonderzoek van de maag) uit. Hiermee is hij in staat om de bekleding van de slokdarm, de maag en het eerste gedeelte van de dunne darm te onderzoeken. De arts plaatst hiervoor eerst een flexibele endoscoop (een toestel met een kleine camera) in de keel. Soms krijgt de patiënt een
slokdarmmanometrie en
pH-metrie (een meting van de hoeveelheid maagzuur die in de slokdarm terechtkomt). Daarnaast onthult een
ontlastingsonderzoek mogelijk de aanwezigheid van
bloed in de ontlasting, dat afkomstig is van de irritatie van de slokdarm, de maag of de darmen. Een
röntgenfoto van de slokdarm spoort tot slot een mogelijke maagbreuk of een vernauwing van de slokdarm (complicatie van reflux) op.
Differentiële diagnose
De klinische presentatie van GERD is soms verwarrend omdat deze lijkt op heel wat andere aandoeningen. Daarom voert de arts diverse onderzoeken uit om zeker te zijn van de diagnose van gastro-oesofageale reflux. De volgende differentiële diagnoses zijn daarom bekend voor reflux:
Behandeling
Zelfzorg
Afvallen is voor obese patiënten aanbevolen. Daarnaast vermijdt de patiënt strakke kledij, koffie, alcohol, roken en vetten om maagzuur te voorkomen. Bepaalde voedingsmiddelen resulteren sneller in (de verergering van de) symptomen van gastro-oesofageale reflux en ook deze vermijdt de patiënt. Voorbeelden hiervan zijn gefrituurd voedsel, tomatensaus, chocolade, munt,
knoflook en ui. Kleinere maaltijden eten is bij GERD ook noodzakelijk. Na het eten gaat de patiënt gedurende drie uur niet liggen. Indien mogelijk mijdt de patiënt bovendien late maaltijden. Een andere zelfzorgmaatregel is het plaatsen van bedblokken onder het hoofdeinde van het bed, vooral bij nachtelijke symptomen. Het mijden van gebukt werk is tot slot een ander element wat de patiënt kan verwezenlijken.
Professionele medische zorg
Veroorzaken bepaalde medicijnen gastro-oesofageale reflux, dan is het nuttig om de arts te raadplegen want mogelijk zijn andere geneesmiddelen beschikbaar.
Paracetamol is een goede
pijnstiller.
Maagzuurremmers (zoals
antacida) gebruikt de patiënt na de maaltijd en voor het slapengaan. Ook andere medicijnen zijn inzetbaar, zoals
protonpompremmers (medicijnen die het maagzuur verminderen), die de hoeveelheid zuur in de maag verlagen. Ook H2-blokkers verlagen de hoeveelheid zuur in de maag. Anti-reflux chirurgie is een optie voor patiënten bij wie de symptomen niet weggaan met veranderingen in de levensstijl en medicijnen. Soms is medicatie na de operatie toch nog vereist om brandend maagzuur te voorkomen. De patiënt neemt steeds alle medicijnen in met een grote hoeveelheid water, tenzij anders voorgeschreven of gemeld door de apotheker of arts.
Prognose reflux
De meeste patiënten reageren op veranderingen in de levensstijl en medicijnen. Niettemin zijn vaak nog medicijnen nodig om de symptomen van brandend maagzuur onder controle te krijgen.
Complicaties brandend maagzuur
Complicaties van brandend maagzuur zijn:
- bronchospasme (irritatie en spasmen van de luchtwegen door zuren)
- een chronische hoest, nachtelijk hoesten of heesheid
- een ontsteking van de slokdarm (oesofagitis)
- een verandering in het slijmvlies van de slokdarm (Barrett-slokdarm) waardoor het risico op slokdarmkanker verhoogt
- een verergering van astma met bijvoorbeeld ook wheezing (piepend geluid bij de uitademing)
- een vernauwing van de slokdarm door littekenvorming (slokdarmstrictuur)
- een zweer in de slokdarm (slokdarmzweer)
- gebitsproblemen
Preventie
Obesitas is gekoppeld aan GERD. Een gezond lichaamsgewicht voorkomt in veel gevallen de aandoening.