Anticholinergica: Medicatie die spierbewegingen remt
Anticholinergica zijn geneesmiddelen die uitsluitend op doktersvoorschrift verkrijgbaar zijn en worden ingezet voor de behandeling van verschillende aandoeningen, zoals incontinentie, spierkrampen, depressie en astma. Ze spelen ook een rol bij de toediening van anesthesie. Hoewel anticholinergica nuttig kunnen zijn, zijn ze niet geschikt voor alle patiënten, aangezien ze het risico op bijwerkingen kunnen verhogen. Meestal treden milde lichamelijke en/of mentale bijwerkingen op, maar er kunnen ook ernstige complicaties optreden.
Indicaties van anticholinergica: Medicatie die spierbewegingen remt
Ziekten en symptomen
Anticholinergica blokkeren onwillekeurige spierbewegingen die bij verschillende ziekten kunnen optreden. Ze reguleren de balans tussen dopamine en acetylcholine in het lichaam, waardoor ze nuttig zijn bij de behandeling van
longaandoeningen, zoals
astma en
chronisch obstructief longlijden (COPD). Ze worden ook toegepast bij maagdarmaandoeningen en urinewegaandoeningen, waaronder
diarree, een
overactieve blaas en incontinentie. Daarnaast kunnen anticholinergica worden ingezet bij cognitieve stoornissen zoals
depressie, traagheid en symptomen van de
ziekte van Parkinson, die gekenmerkt wordt door verlies van beweging,
coördinatieproblemen en bevingen. Andere aandoeningen die met anticholinergica kunnen worden behandeld zijn
bevingen,
hypertensie (verhoogde bloeddruk), duizeligheid,
bewegingsziekte (reisziekte), slapeloosheid,
spierkrampen,
spierstijfheid en
vergiftiging door giftige stoffen zoals organofosfaten of muscarine.
Anesthesie
Anticholinergica worden soms door anesthesiologen gebruikt als onderdeel van
anesthesie. Deze medicijnen helpen de patiënt te ontspannen door de spieractiviteit te verminderen en tegelijkertijd de speekselproductie te verminderen, wat bijdraagt aan een vlot verloop van de anesthesie.
Tegenindicaties van anticholinergica
Anticholinergica worden vaak niet voorgeschreven aan ouderen, omdat deze leeftijdsgroep gevoeliger is voor de effecten van het medicijn. Bij ouderen kunnen deze medicijnen leiden tot bijwerkingen zoals verwardheid,
geheugenverlies, verslechtering van mentale functies en andere cognitieve problemen.
Vrouwen die zwanger zijn of zwanger kunnen worden, wordt geadviseerd deze medicijnen niet te gebruiken, omdat de veiligheid tijdens de zwangerschap niet is vastgesteld.
Anticholinergica worden ook met uiterste voorzichtigheid voorgeschreven aan patiënten met de volgende aandoeningen:
Werking van anticholinergica
Anticholinergica blokkeren de werking van de neurotransmitter acetylcholine in de
hersenen. Acetylcholine is een neurotransmitter van het parasympatisch zenuwstelsel, dat verantwoordelijk is voor onwillekeurige spierbewegingen in het maagdarmkanaal, de longen, de urinewegen en andere lichaamsdelen. Door het blokkeren van acetylcholine zorgen anticholinergica ervoor dat de spieren van deze organen ontspannen en vermindert het de impulsoverdracht tussen zenuwcellen en skeletspiercellen.
Voorbeelden van anticholinergica
Er zijn verschillende anticholinergica met uiteenlopende types en handelsnamen. Enkele voorbeelden zijn:
- Orfenadrine (Norflex)
- Amitriptyline (Elavil)
- Atropine
- Belladonna-alkaloïden
- Benzatropine (mesylaat) (Cogentin)
- Biperideen
- Chloorpromazine (Thorazine)
- Chlorpheniramine (Actifed, Allergy & Congestie Relief, Chloor-Trimeton, Codeprex, Efidac-24 Chlorpheniramine, etc.)
- Clomipramine (Anafranil)
- Clozapine (Clozapine)
- Cyclobenzaprine (Amrix, Fexmid, Flexeril)
- Cyproheptadine (Periactin)
- Darifenacine (Enablex)
- Desipramine (Norpramin)
- Dexchloorfeniramine
- Dicyclomine (Bentyl, Dicycloverine)
- Difenhydramine (Advil PM, Aleve PM, Bayer PM, Benadryl, Excedrin PM, Nytol, Simply Sleep, Sominex, Tylenol PM, Unisom, etc.)
- Dimenhydrinate (Dramamine)
- Doxepin (Sinequan, SILENOR, Adapin, Deptran)
- Doxylamine (Restavit)
- Fesoterodine (Toviaz)
- Flavoxaat (Urispas)
- Glycopyrrolaat (Robinul)
- Hydroxyzine (Atarax, Vistaril)
- Hyoscyamine (Anaspaz, Levbid, Levsin, Levsinex, NuLev)
- Imipramine (Tofranil)
- Ipratropium (Atrovent)
- Meclizine (Antivert, Bonine)
- Nortriptyline (Pamelor)
- Olanzapine (Zyprexa)
- Orfenadrine (Norflex)
- Oxitropium (Oxivent)
- Oxybutynin (Ditropan, Driptane, Lyrinel XL, Oxytrol)
- Paroxetine (Brisdelle, Paxil)
- Perfenazine (Trilafon)
- Prochlorperazine (Compazine)
- Procyclidine
- Promethazine (Phenergan)
- Propantheline (Pro-Banthine) (UCSF)
- Protriptyline (Vivactil)
- Pseudo-efedrine HCl / Triprolidine HCl (Aprodine)
- Scopolamine (Transderm Scop)
- Solifenacin (Vesicare)
- Thioridazine (Mellaril)
- Tiotropium (Spiriva)
- Tolterodine (Detrol, Detrusitol)
- Tricyclische antidepressiva (28 verbindingen met een groot aantal handelsnamen)
- Trifluoperazine (Stelazine)
- Trihexyphenidyl (Artane)
- Trimipramine (Surmontil)
- Tropicamide
Gebruik van anticholinergica
De arts schrijft doorgaans een lage startdosis voor om de kans op bijwerkingen te minimaliseren. Voor het gebruik van deze medicatie zijn geen specifieke voorbereidingen nodig. Anticholinergica zijn beschikbaar in diverse toedieningsvormen, zoals capsules, gels, plakkers (met verlengde afgifte), siropen, tabletten, verstuivingen, vloeistoffen en zetpillen. Het combineren van verschillende anticholinergica wordt afgeraden. Indien een patiënt de medicatie moet stoppen, dient dit geleidelijk te gebeuren onder begeleiding van de arts, om het risico op bijwerkingen te verminderen.
Interacties van anticholinergica met andere medicatie
Anticholinergica kunnen interacties vertonen met verschillende andere geneesmiddelen, zoals acetylcholinesteraseremmers (gebruik bij myasthenia gravis en de ziekte van Alzheimer),
antidepressiva,
antihistaminica (voor de behandeling van astma,
hooikoorts en
netelroos (jeukende huiduitslag)) en andere geneesmiddelen zoals tiotropium (Spiriva®), ipratropium bromide (Atrovent®) en kaliumchloride tabletten.
Bijwerkingen van anticholinergica
Anticholinergica kunnen leiden tot een verminderde zweten, wat kan resulteren in een verhoogde lichaamstemperatuur. Dit verhoogt het risico op oververhitting tijdens fysieke activiteiten, hete baden of warm weer, wat kan leiden tot een
zonnesteek (oververhitting door een defect in het koelsysteem). De bijwerkingen kunnen variëren afhankelijk van de dosis en de individuele reactie van de patiënt. Sommige patiënten ervaren geen bijwerkingen, terwijl anderen meer problemen ondervinden. Meestal treden milde symptomen op, maar in zeldzame gevallen kunnen ernstige bijwerkingen voorkomen. Mogelijke bijwerkingen zijn:
Lichamelijk
Lichamelijke bijwerkingen kunnen zijn:
Mentaal
Mentale bijwerkingen kunnen zijn:
Overdosis van anticholinergica
Bij een overdosis anticholinergica kunnen de volgende symptomen optreden:
Lichamelijk
- blozen en een warme huid
- duizeligheid
- onduidelijke spraak
- snelle hartslag
- ernstige slaperigheid
- koorts
- moeite met ademhalen
Mentaal
- verwardheid
- ernstige hallucinaties
Een overdosis van bepaalde anticholinergica of het gelijktijdig gebruik van deze geneesmiddelen met alcohol kan leiden tot
bewusteloosheid of zelfs de dood.
Langetermijngebruik en impact op de gezondheid
Langdurig gebruik van anticholinergica kan leiden tot aanzienlijke gezondheidsrisico’s. Studies suggereren dat langdurige blootstelling aan anticholinergica kan bijdragen aan een verhoogd risico op cognitieve achteruitgang en dementie bij ouderen. Dit komt doordat anticholinergica invloed hebben op de hersenfunctie en geheugenprocessen. Het is daarom van belang om de noodzaak van deze medicatie regelmatig te evalueren en alternatieven te overwegen indien beschikbaar.
Effect op het zenuwstelsel
Anticholinergica kunnen invloed hebben op het centrale zenuwstelsel (CZS), omdat acetylcholine een sleutelrol speelt in cognitieve functies zoals geheugen en aandacht. Het blokkeren van acetylcholine kan leiden tot bijwerkingen zoals verwarring, geheugenverlies en cognitieve achteruitgang. Dit is vooral problematisch bij ouderen, die gevoeliger kunnen zijn voor deze effecten. Langdurig gebruik van anticholinergica kan zelfs het risico op dementie verhogen. Zorgverleners moeten daarom extra voorzichtig zijn bij het voorschrijven van anticholinergica aan ouderen en de cognitieve functie van deze patiënten regelmatig monitoren.
Cognitieve bijwerkingen
Bijwerkingen van anticholinergica op het geheugen en cognitieve functies zijn goed gedocumenteerd. Deze effecten kunnen variëren van lichte vergeetachtigheid tot meer ernstige cognitieve stoornissen, zoals verwarring of dementie. Vooral ouderen kunnen last hebben van deze bijwerkingen, omdat zij vaak een verminderde capaciteit hebben om de effecten van medicijnen te verwerken. Het is daarom belangrijk om de voordelen van anticholinergica af te wegen tegen de potentiële risico's op cognitieve schade bij oudere patiënten.
Beheer van cognitieve bijwerkingen
Het beheersen van cognitieve bijwerkingen van anticholinergica vereist zorgvuldige monitoring en mogelijk het aanpassen van de medicatie. Patiënten die anticholinergica gebruiken, moeten regelmatig worden gecontroleerd op tekenen van geheugenproblemen of andere cognitieve stoornissen. Als er aanwijzingen zijn voor verslechtering van cognitieve functies, kan het nodig zijn om de medicatie te herzien en alternatieven te overwegen. Patiënten moeten ook worden aangemoedigd om strategieën te gebruiken die hun cognitieve gezondheid ondersteunen, zoals mentale oefeningen, fysieke activiteit en een gezond dieet.
Effect op het gezichtsvermogen
Anticholinergica kunnen de pupilgrootte beïnvloeden, wat de focus van het zicht bemoeilijkt. Dit gebeurt omdat acetylcholine een rol speelt in de controle van de pupilgrootte. Bij gebruik van anticholinergica kunnen de pupillen verwijden, waardoor het moeilijker wordt om scherp te stellen op objecten, vooral bij variërende lichtomstandigheden. Dit effect kan leiden tot wazig zicht, moeite met het lezen van kleine letters of het rijden in het donker. Het is belangrijk dat patiënten zich bewust zijn van deze bijwerking, vooral wanneer ze activiteiten ondernemen die goed zicht vereisen.
Problemen met scherpstellen
Een van de meest voorkomende visuele bijwerkingen van anticholinergica is het moeilijk kunnen scherpstellen op objecten. Dit kan bijzonder storend zijn voor patiënten die regelmatig lezen, autorijden of andere activiteiten ondernemen waarbij goed zicht vereist is. Bij sommige patiënten kan het nodig zijn om hun dagelijkse activiteiten aan te passen of voorzorgsmaatregelen te nemen om de gevolgen van wazig zicht te minimaliseren, zoals het dragen van een zonnebril of het vermijden van voertuigen bij slecht zicht.
Overgevoeligheid voor licht
Naast problemen met scherpstellen kunnen patiënten die anticholinergica gebruiken ook last krijgen van overgevoeligheid voor licht (fotofobie). Dit komt doordat de verwijding van de pupillen het moeilijker maakt om licht te reguleren. Patiënten kunnen merken dat ze ongemak ervaren bij fel licht, wat hen kan belemmeren in hun dagelijkse activiteiten. Het dragen van een zonnebril of het vermijden van felle verlichting kan helpen om de symptomen te verlichten.
Invloed op de speekselproductie
Anticholinergica remmen de speekselproductie, wat kan leiden tot een droge mond. Dit komt doordat acetylcholine normaal gesproken de speekselklieren stimuleert. Door het blokkeren van deze neurotransmitter kunnen de speekselklieren minder speeksel produceren, wat kan leiden tot ongemak en andere mondgezondheidsproblemen. Een droge mond verhoogt het risico op tandbederf, gingivitis en andere mondinfecties, omdat speeksel helpt bij het verwijderen van voedselresten en bacteriën. Het is belangrijk dat patiënten die anticholinergica gebruiken zich bewust zijn van dit risico en extra aandacht besteden aan mondhygiëne.
Mogelijke gevolgen van een droge mond
Een droge mond is niet alleen ongemakkelijk, maar kan ook leiden tot ernstigere mondgezondheidsproblemen, zoals tandbederf en gingivitis. Omdat speeksel helpt bij het neutraliseren van zuren en het afbreken van voedselresten, kan een verminderde speekselproductie leiden tot een verhoogd risico op tandbederf. Patiënten moeten hun mondgezondheid goed in de gaten houden en mogelijk mondspoelingen of speekselvervangers gebruiken om de effecten van een droge mond te verminderen.
Beheer van droge mondsymptomen
Patiënten die last hebben van een droge mond door anticholinergica kunnen baat hebben bij enkele eenvoudige aanpassingen in hun mondzorg. Regelmatig water drinken, het gebruik van speekselvervangers, of het aanpassen van hun voedingspatroon om meer vochtige voeding op te nemen, kunnen helpen de symptomen te verlichten. Ook het vermijden van cafeïne en alcohol kan nuttig zijn, aangezien deze stoffen de speekselproductie verder kunnen verminderen.
Effecten op het maagdarmkanaal
Anticholinergica kunnen ook invloed hebben op de spijsvertering. Door de remming van acetylcholine wordt de peristaltiek in de darmen vertraagd, wat kan leiden tot constipatie. Dit komt doordat acetylcholine normaal gesproken helpt bij het aanspannen van de darmspieren, wat noodzakelijk is voor een normale stoelgang. Bij langdurig gebruik kunnen patiënten ernstigere spijsverteringsproblemen ervaren, zoals buikpijn en een opgeblazen gevoel.
Constipatie als bijwerking
Constipatie is een van de meest voorkomende bijwerkingen van anticholinergica. Het vertraagde maag-darmproces kan leiden tot minder frequente stoelgang, wat ongemak veroorzaakt. Bij sommige patiënten kan de constipatie ernstig worden, wat leidt tot buikpijn, gasvorming of ongemak. Het is belangrijk voor zorgverleners om patiënten goed te begeleiden bij het omgaan met deze bijwerking, bijvoorbeeld door voedingsaanpassingen, het drinken van voldoende water en het stimuleren van lichaamsbeweging.
Dieet- en levensstijlaanpassingen
Patiënten die constipatie ervaren door het gebruik van anticholinergica kunnen baat hebben bij het aanpassen van hun voedingspatroon. Het verhogen van de inname van vezelrijke voedingsmiddelen, zoals fruit, groenten en volkorenproducten, kan helpen de stoelgang te reguleren. Daarnaast kan regelmatige lichaamsbeweging de peristaltiek bevorderen en helpen bij het voorkomen of verlichten van constipatie. In sommige gevallen kan het nodig zijn om laxeermiddelen of andere medicijnen voor spijsverteringsproblemen voor te schrijven.
Toepassing in de klinische praktijk
Anticholinergica worden in de klinische praktijk vaak gebruikt om symptomen van aandoeningen zoals astma, COPD en overactieve blaas te verlichten. Ze worden ook ingezet voor de behandeling van bepaalde neurologische aandoeningen. Bij het voorschrijven van anticholinergica is het belangrijk dat zorgverleners rekening houden met de risico’s op bijwerkingen, zoals cognitieve achteruitgang, constipatie en droge mond. Het gebruik van anticholinergica moet zorgvuldig worden afgewogen, vooral bij ouderen of patiënten met reeds bestaande gezondheidsproblemen.
Monitoring van bijwerkingen
Patiënten die anticholinergica gebruiken, moeten zorgvuldig worden gemonitord op mogelijke bijwerkingen. Dit kan inhouden dat de cognitieve functie, mondgezondheid en spijsvertering regelmatig worden gecontroleerd. Bij het optreden van ernstige bijwerkingen, zoals verwarring, geheugenverlies of ernstige constipatie, moet het gebruik van anticholinergica mogelijk worden aangepast of gestaakt. Zorgverleners moeten actief communiceren met patiënten over het beheer van bijwerkingen en alternatieve behandelingsopties bieden wanneer dat nodig is.
Alternatieven voor anticholinergica
Bij patiënten die gevoeliger zijn voor de bijwerkingen van anticholinergica, kunnen alternatieve medicijnen worden overwogen. In sommige gevallen kunnen bèta-agonisten, zoals salbutamol voor astma of COPD, een effectievere optie zijn zonder de bijwerkingen van anticholinergica. Ook voor de behandeling van overactieve blaas kunnen alternatieve geneesmiddelen met een ander werkingsmechanisme, zoals β3-agonisten, worden overwogen. Het is belangrijk dat zorgverleners alle behandelingsopties zorgvuldig afwegen op basis van de behoeften en het medische profiel van de patiënt.