Münchhausen-syndroom: Opzettelijk symptomen nabootsen
Het syndroom van Münchhausen is een psychiatrische aandoening waarbij een patiënt zich vals symptomen van een aandoening nabootst en zichzelf mogelijk ook verwondingen aanbrengt. Deze patiënten zijn voor artsen vaak een medisch mysterie omdat de onderzoeksresultaten inconsistent zijn met de medische geschiedenis en een lichamelijk onderzoek. Bovendien werken standaard behandelingen vaak niet bij patiënten met het Münchhausen-syndroom, wat nog meer verwardheid met zich meebrengt voor professionele zorgverleners. Psychosociale factoren spelen een belangrijke rol bij de totstandkoming van de ziekte. Een begripvolle en ondersteunende behandeling in combinatie met psychotherapie is nodig om deze ziekte te behandelen. De vooruitzichten zijn meestal tot slot niet goed omdat het merendeel van de patiënten niet toegeeft dat ze lijden aan deze psychiatrische aandoening.
Herkomst van naam van psychische ziekte
Het syndroom van Münchausen werd voor het eerst beschreven door Asher (1951), toen hij het syndroom wijdde aan Baron KF Von Munchausen, een gepensioneerde Duitse soldaat die veel reisde en dramatische en onwaarachtige verhalen vertelde.
Synoniemen van syndroom van Münchhausen-syndroom
Enkele bekende synoniemen voor het syndroom van Münchhausen zijn:
- hospital addiction syndrome (HAS)
- münchhausensyndroom
Epidemiologie
Münchhausen-syndroom, ook bekend als nagebootste stoornis, is een zeldzame psychiatrische aandoening waarvan de exacte prevalentie moeilijk vast te stellen is. Dit komt doordat patiënten hun symptomen bewust en systematisch verbergen of overdrijven, wat het stellen van een diagnose bemoeilijkt.
Prevalentie
Het syndroom komt wereldwijd voor, maar de prevalentie varieert afhankelijk van de regio en de diagnostische methoden. Geschat wordt dat 0,5 tot 2% van de psychiatrische patiënten deze stoornis heeft, maar de werkelijke cijfers kunnen hoger liggen door onderdiagnostiek.
Geslachts- en leeftijdsverdeling
Münchhausen-syndroom wordt vaker gezien bij vrouwen, met name bij jongvolwassenen tot middelbare leeftijd. Mannen die aan het syndroom lijden, vertonen vaak ernstigere vormen van de aandoening en hebben meer medische contacten.
Invloed van zorgsystemen
In landen met uitgebreide en toegankelijke zorgsystemen wordt de stoornis vaker gediagnosticeerd, omdat patiënten daar meer mogelijkheden hebben om zorgverleners te consulteren. Tegelijkertijd kan het in landen met minder ontwikkelde zorgsystemen ondergerapporteerd blijven.
Etniciteit en sociaaleconomische factoren
Er lijkt geen duidelijke relatie te zijn met etniciteit. Sociaaleconomische factoren spelen wel een rol; patiënten komen vaak uit een achtergrond met trauma's, zoals verwaarlozing of misbruik, ongeacht hun economische status.
Mechanisme
Het mechanisme achter het Münchhausen-syndroom omvat complexe psychologische en neurobiologische factoren. Patiënten manipuleren bewust medische situaties, vaak door fysieke symptomen te simuleren, te overdrijven of zelf op te wekken.
Psychologische drijfveren
Veel patiënten hebben een geschiedenis van emotionele of fysieke trauma's. Het syndroom wordt vaak gezien als een copingmechanisme om aandacht, zorg of sympathie te verkrijgen. Dit gedrag kan voortkomen uit diepgewortelde gevoelens van eigenwaardeverlies of onopgeloste conflicten.
Neurobiologische factoren
Hoewel er beperkt onderzoek is naar de neurobiologie van het syndroom, wijzen sommige studies op mogelijke verstoringen in de werking van de prefrontale cortex en limbisch systeem, die betrokken zijn bij impulscontrole en emotionele regulatie.
Gedragsmechanismen
Patiënten met Münchhausen-syndroom vertonen patronen van manipulatief gedrag, zoals het presenteren van complexe medische verhalen. Ze hebben vaak uitgebreide kennis van medische terminologie en procedures, wat hun gedrag overtuigender maakt.
Verband met comorbide aandoeningen
Münchhausen-syndroom komt vaak voor naast andere psychiatrische stoornissen, zoals borderline persoonlijkheidsstoornis, depressie of posttraumatische stressstoornis. Deze comorbiditeit kan de diagnose en behandeling verder bemoeilijken.
Oorzaken van nagebootste stoornis
De oorzaken van het Münchhausen-syndroom zijn niet volledig begrepen, maar er wordt aangenomen dat het voortkomt uit een combinatie van psychologische factoren. Deze kunnen omvatten: een behoefte aan aandacht en erkenning, eerdere trauma's of misbruik, en persoonlijkheidsstoornissen. Er zijn aanwijzingen dat een geschiedenis van frequente ziekenhuisopnames en het hebben van een medische achtergrond ook bij kan dragen.
Risicofactoren
Hoewel de oorzaken van de aandoening onbekend zijn anno oktober 2020, spelen enkele risicofactoren een rol. Zo zijn bepaalde psychosociale factoren gekoppeld aan de ziekte, zoals bijvoorbeeld:
Patiënten verzinnen soms een medische ziekte om dan zorg, aandacht en soms genegenheid binnen professionele zorgverleners te krijgen die ze misschien thuis niet hadden. Patiënten willen er vaak ‘bij horen’ en een ‘belangrijk gevoel’ krijgen door het verzinnen van deze aandoening en symptomen.
Risicogroepen
Bepaalde groepen patiënten lopen een groter risico om Münchhausen-syndroom te ontwikkelen.
Vrouwen van jongvolwassen tot middelbare leeftijd
De meerderheid van de gediagnosticeerde patiënten valt binnen deze demografische groep, mogelijk vanwege een combinatie van psychologische en sociale factoren.
Mensen met een medische achtergrond
Personen die werkzaam zijn in de medische sector of een uitgebreide kennis van medische zorg hebben, gebruiken deze kennis vaak om symptomen geloofwaardig te presenteren.
Patiënten met een voorgeschiedenis van trauma
Mensen met een verleden van misbruik, verwaarlozing of andere vormen van trauma zijn oververtegenwoordigd in deze groep. Dit suggereert dat emotionele verwerking een rol speelt in de ontwikkeling van de aandoening.
Chronisch zieken of frequent medische bezoekers
Patiënten met een uitgebreide medische voorgeschiedenis worden vaak gezien in deze categorie, omdat zij de dynamiek van de zorgrelatie goed begrijpen en kunnen manipuleren.
Patiënten presenteren zich met diverse klachten, zoals bijvoorbeeld pijn op de borst /
Bron: Pexels, PixabaySymptomen: Opzettelijke en valse presentatie van ziekte
De patiënt onderneemt stappen om zich meermaals opzettelijk en vals bij een arts te presenteren met een aandoening en lichamelijke of psychische symptomen. Dit gebeurt zonder externe beloning, zoals persoonlijk of financieel gewin. Dit gedrag is onafhankelijk van andere aandoeningen, zoals
schizofrenie en een waanstoornis.
De symptomen zijn sterk variabel en bestaan uit bijvoorbeeld:
Soms wekken patiënten opzettelijk deze symptomen op, zoals opzettelijk bedorven voedsel eten, insuline injecteren, pulken aan de huid om wonden te veroorzaken, een overdosis van medicijnen nemen of geen voorgeschreven medicijnen nemen. Ook vervalsen patiënten soms medische dossiers en medische onderzoeken, zoals bijvoorbeeld een urinemonster besmetten met bloed. Verder is het klinisch beeld vaak moeilijk te bevestigen met laboratorium- en radiografische onderzoeken en is de patiënt er trots op om een ‘medisch mysterie’ te zijn voor de artsen.
Alarmsymptomen
Münchhausen-syndroom heeft specifieke kenmerken die als alarmsymptomen kunnen worden beschouwd.
Onverklaarbare medische klachten
Patiënten presenteren vaak met klachten die niet consistent zijn met objectieve bevindingen. Diagnostische tests leveren meestal weinig tot geen afwijkingen op.
Frequent ziekenhuisbezoek
Herhaaldelijke opnames in verschillende zorginstellingen, vaak zonder duidelijke medische indicatie, zijn een kenmerkend patroon.
Complex medisch verhaal
Patiënten schetsen vaak uitgebreide en gedetailleerde medische geschiedenis die moeilijk te verifiëren is. Vaak gebruiken zij medische terminologie om geloofwaardigheid te winnen.
Afwijzen van eerdere medische dossiers
Patiënten vermijden vaak het delen van medische dossiers of vragen om gegevens te wissen, vermoedelijk om inconsistente verhalen te verbergen.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van het syndroom van Münchhausen is beschreven in het handboek van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5). Een psychiater diagnosticeert deze aandoening. Een arts bevraagt de
medische geschiedenis, luistert naar de aanwezige symptomen en voert een lichamelijk onderzoek uit. Indien hij vermoedt dat de patiënt lijdt aan het Münchhausen-syndroom, kijkt hij best ook naar aanwezige inconsistenties, zoals resultaten van objectieve laboratoriumonderzoeken en een lichamelijk onderzoek die niet stroken met elkaar. Aanvullende aanwijzingen die wijzen op de diagnose zijn bijvoorbeeld:
de drang om medische procedures te ondergaan (zelfs als ze een aanzienlijk risico inhouden)
- een geschiedenis van frequente chirurgische ingrepen
- een geschiedenis van veel ziekenhuisopnames
- een grote variabiliteit in de geschiedenis
- een slechte respons op standaard behandelingen voor een ziekte
- vijandigheid tegenover psychiatrisch onderzoek
Als een patiënt toegeeft dat hij in het verleden naar een andere arts geweest is, is het vaak nuttig om het medisch dossier op te vragen, omdat afwijkingen van een huidige presentatie aanwezig kunnen zijn. Mogelijk staat hierin ook reeds vermeld dat de patiënt lijdt aan de het Münchhausen-syndroom.
Behandeling van psychiatrische aandoening
De diagnose en de behandeling van het syndroom van Münchhausen is complex.
Ondersteunende benadering
Een directe confrontatie van de patiënt met een vermoedelijke diagnose van het Münchhausen-syndroom leidt zelden tot een erkenning van de ziekte en eindigt in plaats daarvan meestal in ontkenning en zelfs vijandigheid. Patiënten raken mogelijk overstuur, gaan dan rechtszaken aanspannen, vertrekken tegen medisch advies in en zoeken dan een andere zorginstelling. Daarom is het voor een arts beter om een empathische benadering te volgen waarbij de patiënt een ondersteunende behandeling krijgt.
Psychotherapie
De standaard behandeling voor alle patiënten met vermoedelijke Münchhausen bestaat uit psychotherapie, hoewel de meeste patiënten dit weigeren. De meeste patiënten geven niet toe dat ze lijden aan de aandoening. Soms is
cognitieve gedragstherapie nuttig om zich dan te richten op een jeugdtrauma of een andere oorzaak van de aandoening.
Antidepressiva behandelen voorts patiënten met symptomen met een depressie, terwijl
anti-angstmedicijnen worden ingezet bij patiënten met angst.
Prognose
De prognose voor patiënten met Münchhausen-syndroom is wisselend en hangt sterk af van vroegtijdige herkenning en de bereidheid van de patiënt om therapie te accepteren.
Chronisch beloop
Zonder interventie heeft Münchhausen-syndroom vaak een chronisch karakter, met herhaaldelijk medisch misbruik en progressieve escalatie van symptomen.
Complicaties
Medische complicaties door onnodige ingrepen of zelfbeschadiging komen frequent voor. Daarnaast ervaren patiënten vaak ernstige sociale en economische gevolgen.
Invloed van therapie
Psychotherapie, met name gericht op traumaverwerking en gedragstherapie, kan de vooruitzichten verbeteren. Echter, therapietrouw is vaak een uitdaging bij deze patiëntenpopulatie.
Complicaties door nabootsen van symptomen
Complicaties van het Münchhausen-syndroom kunnen ernstige medische ingrepen en behandelingen omvatten die onterecht zijn toegepast. Dit kan leiden tot fysieke schade, infecties en andere gezondheidsproblemen. Bovendien kunnen er langdurige psychologische effecten zijn, zoals verstoorde relaties en chronische psychische aandoeningen.
Preventie
Preventie van Münchhausen-syndroom vereist een multidisciplinaire aanpak, gericht op zowel medische als psychologische factoren.
Vroegtijdige signalering
Training van zorgverleners in het herkennen van patronen van nagebootste stoornissen is essentieel. Dit voorkomt onnodige medische procedures en zorgt voor tijdige doorverwijzing.
Ondersteuning van kwetsbare groepen
Het bieden van psychologische ondersteuning aan risicogroepen, zoals mensen met een voorgeschiedenis van trauma, kan preventief werken.
Bewustwording en educatie
Educatie over de risico's van medisch misbruik en het belang van psychische gezondheid draagt bij aan een beter begrip van de aandoening en kan stigmatisering verminderen.