Eerste hulp bij een hartinfarct
Hoe moet men als leek eerste hulp verlenen bij iemand met een hartinfarct? Wat is het verschil met angina pectoris, ofwel hartkramp? Hoe ernstig is het werkelijk? Is 112 bellen noodzakelijk? Allemaal vragen die ertoe doen als men geconfronteerd wordt met iemand die klaagt over heftige angineuze pijn, veelal achter het borstbeen (substernaal). Pijn die minstens een halfuur duurt, ook in rust, en die maar niet overgaat. Voorop staat dat een hartinfarct onmiddellijk behandeld dient te worden want de complicaties zijn talrijk, variërend van aritmieën – zoals boezemfibrilleren, een fatale kamerfibrillatie of een hartstilstand (acute hartdood) – tot slagaderlijke embolieën en een hartruptuur als gevolg van de infarctnecrose. Eerste hulp verlenen bij iemand met intense angina pectoris-klachten is dus van groot belang. Bij een eventuele bewusteloosheid kan de stabiele zijligging levensreddend zijn.
Inhoud
Verschil tussen angina pectoris (angineuze klachten) en een dreigend hartinfarct
Angina pectoris wil zeggen dat het
hart meer zuurstofrijk bloed nodig heeft dan de
kransslagaderen als gevolg van een vernauwing kunnen leveren. In het begin zal dat alleen bij inspanning het geval zijn, later ook in rust. Doorgaans treden de klachten sluipend op, zoals een vage, insnoerende pijn achter het borstbeen, uitstralend naar de hals, de kaak en de linkerarm, die loodzwaar aanvoelt. Kort gezegd ontstaat
angina pectoris onder andere bij inspanning, kou, heftige emoties en
stress, maar bijvoorbeeld ook bij
hartritmestoornissen. Dus telkens wanneer de hartspier door omstandigheden plotseling meer bloed behoeft.
Dreigend hartinfarct
Een
dreigend hartinfarct wil zeggen dat de angineuze klachten steeds erger worden, langer duren en ook in rust – zoals 's nachts – van zich doen gelden. Tijdens een aanval vertoont het
ecg meestal – hoewel niet altijd – karakteristieke veranderingen, zoals een afwijkend ST-segment.
Bron: Clker Free Vector Images, Pixabay Symptomen van een hartinfarct
Patiënten die geconfronteerd worden met een hartinfarct hebben doorgaans al geruime tijd zo nu en dan
angineuze klachten gehad. Klachten die wellicht behandeld werden met
nitrobaat of soortgelijke middelen die de kransslagaderen verwijden. Een hartinfarct is een
trombose of afsluiting van een van de coronairvaten, in de meeste gevallen als gevolg van sclerose, ofwel een progressieve verkalking van de kransslagaderen. Daardoor wordt een gedeelte van de hartspier plotseling zeer slecht of niet meer van bloed voorzien, afhankelijk van de plaats waar de genoemde slagaderen zijn aangedaan. Het gevolg daarvan is
necrose en later littekenvorming. Dit is goed zichtbaar op het ecg.
Typische kenmerken
Een hartinfarct kent ook voor de leek in het oog springende verschijnselen en kenmerken:
- Heftige pijn, die plotseling en zonder aanwijsbare oorzaak optreedt, uitstralend naar de hals, kaak en linkerarm (zelden naar de rechterarm).
- Intense moeheid, vaak gecombineerd met onrust.
- De pijn verdwijnt niet met bijvoorbeeld nitrobaat en is ook na een halfuur vaak nog even intens.
- Misselijkheid, braken, transpireren.
- Ademnood (hijgen), duizeligheid. De patiënt wil ergens tegen aanleunen, gaan zitten of gaan liggen.
- Bij klinisch bloedonderzoek is de bezinking (BSE) verhoogd en is er sprake van leukocytose (verhoogd aantal witte bloedlichaampjes).
- Naarmate de aanval langer duurt, kan er shock (bewusteloosheid) optreden, maar ook boezemfibrilleren, kamerfibrilleren of een hartstilstand (acute hartdood).
- Voorafgaand aan het infarct, en dat kunnen dagen of weken zijn, heeft de patiënt last gehad van angineuze klachten, gepaard gaande met vermoeidheid, spijsverteringsproblemen en vaak ook kortademigheid.
Diagnose
De diagnose wordt doorgaans gesteld met behulp van een ecg (hartfilmpje) en
bloedonderzoek, waaronder het bepalen van de transaminasen, ofwel spierenzymen die vrijkomen uit het necrotiserende hartspierweefsel.
Eerste hulp bij een hartinfarct
Zoals gezegd is de doorgaans heftige, insnoerende pijn het meest in het oog springende symptoom van een hartinfarct, alsof de borstkas in een bankschroef zit. Een pijn die, in tegenstelling tot angina pectoris-klachten, niet verdwijnt. Bij een hartinfarct is het uiteraard zaak dat er snel professionele medische hulp komt om
complicaties te ondervangen, waaronder ernstige ritmestoornissen/geleidingsstoornissen die meestal in de eerste vierentwintig uur van het infarct optreden, zoals een
hartstilstand of kamerfibrillatie.
Stabiele zijligging bij bewusteloosheid /
Bron: Succo, PixabayWat te doen
De eerste hulp die verleent dient te worden bij iemand die getroffen wordt door een hartinfarct bestaat uit:
- Is de patiënt bij bewustzijn? Zorg er dan voor dat hij in een halfzittende houding kan rusten. Ondersteun het hoofd en de schouders met kussens. De patiënt heeft immers lucht nodig en moet maximaal en vrij kunnen ademen ten behoeve van de hartspier, die door het infarct toch al te weinig zuurstof krijgt.
- Blijf bij de patiënt en bel 112 om een ambulance, of laat dat iemand doen.
- Maak knellende kleding los, zoals de boord en een strakke broekriem. Zoals gezegd is het van belang dat de patiënt kan doorademen en dat de bloedcirculatie op gang blijft.
- Geef hem niets te eten of te drinken, bevochtig eventueel alleen de lippen.
- Neem steeds de pols en ademhaling op. Wees met andere woorden beducht voor een adem- of hartstilstand, en begin in dat geval meteen met reanimeren (hartmassage of defibrilleren).
- Is de patiënt bewusteloos? Dan is het zeer belangrijk dat men hem in een stabiele zijligging legt en voortdurend de ademhaling en pols controleert in afwachting van de ambulance.
Stabiele zijligging
Bij bewusteloosheid is de stabiele zijligging van wezenlijk belang. Iemand die
bewusteloos is, kan immers stikken als hij op de rug blijft liggen en de tong in de keelholte zakt. Ook
braaksel is berucht vanwege het verstikkingsgevaar. Bovendien kan de speekselvloed de luchtpijp blokkeren. Iemand die bewusteloos is, zal zich in deze situaties niet reflexmatig omdraaien. Zelfs de hoestprikkel is afwezig, wat – voor alle duidelijkheid – niet in de slaap het geval is. Leg iemand die
bewusteloos is als gevolg van een infarct, en die normaal en regelmatig ademt, dus altijd in een stabiele
zijligging, waarbij u zijn bril afneemt en eventuele gebitsprothesen verwijdert. Daarbij zijn de volgende vier kort aangeduide punten van belang.
Stabiele zijligging /
Bron: Succo, Pixabay Vrije ademweg
Er zijn allerlei varianten van de zijligging. Het belangrijkste is dat aan de genoemde voorwaarden, waaronder een vrije ademweg en het afwenden van
verstikkingsgevaar, is voldaan in afwachting van professionele, medische hulp:
- Kniel naast de patiënt, die op zijn rug op de grond ligt. Leg de dichtstbijzijnde arm 90 graden ten opzichte van het lichaam, de andere arm over de borst, waarbij u de handrug tegen de onderste wang drukt. Houdt die hand vast.
- Buig het buitenste been en trek het naar u toe. Zorg ervoor de handrug tegen de wang gedrukt blijft, elleboog op de grond.
- Het bovenste been bevindt zich in een rechte hoek met de heup.
- Breng de kin omhoog en naar achteren, het hoofd iets gekanteld. Op deze manier kan de patiënt vrij ademen zonder dat de tong in de keelholte kan wegzakken. Controleer voortdurend de ademhaling en de pols (bovengelegen arm). Leg zwangere vrouwen op de linkerzij in verband met de doorbloeding van de placenta.
Lees verder