Bloedstolling en anticoagulantia

Inhoud
- Fibrinogeen, een cruciaal stollingseiwit
- Trombine
- Veel factoren beïnvloeden de bloedstolling
- Hemofiliefactor
- Fibrinedraden
- Oplossen van fibrinenetwerk
- Hartinfarct
- Anticoagulantia
- Aspirine
- Heparine en Marcoumar
Fibrinogeen, een cruciaal stollingseiwit
Bloedplasma bevat het oplosbare eiwit fibrinogeen. Tijdens de bloedstolling wordt fibrinogeen omgezet in fibrine. Deze stof vormt een wirwar van minuscule draden waartussen de bloedplaatjes blijven kleven. Aldus ontstaat er een roofje na een verwonding of bijvoorbeeld tijdens een bloedneus. Bovendien krimpt deze gestolde bloedmassa, zodat de wondrand zeer effectief gesloten wordt. Dat is in het kort de wijze waarop de bloedstolling plaatsvindt.
Trombine
Niets is zo eenvoudig als het lijkt. Dat blijkt weer eens als men het bloedstollingsproces nader bekijkt. Fibrinogeen kan namelijk alleen onder invloed van trombine veranderen in fibrine. Tijdens een verwonding vormt zich trombine, maar alleen met behulp van protrombine, dat onder invloed van vitamine K in de lever wordt aangemaakt. Het wordt nu almaar ingewikkelder, want eenvoudig gezegd zijn er voor de omzetting van protrombine in trombine trombokinase en calcium-ionen nodig. De eerstgenoemde stof (trombokinase) bevindt zich in de bloedplaatjes.Bloedplaatjes
Zolang de bloedplaatjes heel blijven, komt het stollingsproces dus niet op gang door gebrek aan trombokinase. Bij een verwonding gaan er bloedplaatjes stuk. De protrombine en calcium-ionen reageren op het vrijkomen van trombokinase. Hierdoor ontstaat trombine, de stof die vervolgens met fibrinogeen kan reageren, waardoor er uiteindelijk fibrine ontstaat.
Veel factoren beïnvloeden de bloedstolling
Maar daarmee is zeker nog niet alles gezegd. Bij bijvoorbeeld het ontstaan van een wond zijn er nog tal van andere factoren belangrijk om ervoor te zorgen dat het stollingsproces in goede banen wordt geleid. Aldus, om het nog complexer te maken, zijn drie punten van belang:Hemofiliefactor
Er zijn pakweg een tiental andere factoren die ervoor zorgen dat protrombine in trombine wordt omgezet. Een van die factoren is de hemofiliefactor A. Bovendien bevindt trombokinase zich ook in de weefsels. Sterker nog, het gehalte aan trombokinase in de bloedplaatjes is in vergelijking zeer gering.Fibrinedraden
Fibrine is ook in normale omstandigheden noodzakelijk om de bloedvaten gezond te houden. Voortdurend wordt er aan de vaatwanden een netwerk van fibrinedraden gevormd om te voorkomen dat de bloedvaten gaan ‘lekken’.
Oplossen van fibrinenetwerk
In het bloed zijn tal van andere stoffen aangetroffen die de bloedstolling remmen en het fibrinenetwerk na enige tijd weer doen oplossen. Dat maakt opnieuw duidelijk dat ook de bloedstolling een adembenemend samenspel van factoren is met als doel de voortgang ervan te coördineren en ervoor te zorgen dat men niet doodbloedt of om te voorkomen dat de bloedvaten dichtslibben door stolsels. Bij een verstoring van deze perfecte harmonie kunnen er dus bloedingen optreden (ook zonder een verwonding) of er ontstaan stolsels, ofwel trombose, waarbij bloedvaten gedeeltelijk of geheel afgesloten worden door een trombus.Hartinfarct
Trombose is zeer gevaarlijk als het plaatsvindt in de kransslagaders van het hart. Een gedeelte van de hartspier krijgt dan geen of te weinig zuurstof. Er ontstaat dan angina pectoris (hartkramp) en uiteindelijk mogelijk een hartinfarct. Zodra een trombus loslaat, wordt die meegevoerd door de bloedstroom en blijft vervolgens in een ander bloedvat hangen. Als dat in een van de grote of kleine longslagaders gebeurt, is er sprake van een longembolie waarbij er geen of weinig bloedtoevoer meer is in het achterliggende 'stroomgebied'.Anticoagulantia
Hartpatiënten die een infarct hebben doorgemaakt of aan boezemfibrilleren of boezemflutter lijden, lopen een verhoogd risico op stolselvorming. Bij boezemfibrilleren is de bloedstroom in het hart door het chaotisch samentrekken van de boezems vertraagd, met name in het hartoor. Ook voor deze patiënten zijn antistollingsmiddelen (anticoagulantia) van groot belang, zoals aspirine en edoxaban.