Galblaaspoliep: symptomen, oorzaak, behandeling en prognose
Galblaaspoliep is een verzamelnaam voor een aantal verschillende polypeuze (poliepachtige) afwijkingen. Een poliep is een gezwel met een steeltje. Cholesterolpoliepen komen het meest vaak voor in de galblaas. Dit zijn goedaardige letsels of afwijkingen. Een kleine poliep in de galblaas wordt vaak toevallig ontdekt tijdens een routine-echografie of na het operatief verwijderen van de galblaas (galblaasresectie). Bij kleinere galblaaspoliepen is regelmatige echografische controle voldoende. Een poliep in de galblaas die groeit wordt dan tijdens de follow-up opgemerkt. Bij grotere poliepen zal men overgaan tot verwijdering van de galblaas. Meer vrouwen dan mannen krijgen te maken met een galblaaspoliep. De meeste mensen zijn tussen de veertig en zestig jaar oud, wanneer de diagnose bij ze gesteld wordt.
Wat is een galblaaspoliep?
Toen Marijke tijdens een routine-echo te horen kreeg dat ze een galblaaspoliep had, keek ze verbaasd op. Ze had geen klachten, geen pijn, en was er dan ook stellig van overtuigd dat haar galblaas in topvorm was. De radioloog stelde haar gerust: het ging om een kleine, goedaardige poliep die geen behandeling nodig had, enkel regelmatige controle om te zien of deze niet groeide. Marijke voelde zich opgelucht, maar de gedachte aan zo’n ‘extra gezwelletje’ in haar galblaas bleef haar intrigeren. Ze besloot zich er toch maar eens in te verdiepen en regelmatig op controle te blijven gaan.
Ligging van de galblaas in het lichaam /
Bron: Decade3d - anatomy online/Shutterstock.comDe
galblaas is een peervormig zakje welke dient als tijdelijke opslagplaats van galvloeistof, wat aangemaakt wordt in de
lever. In de dunne darm is galvloeistof nodig voor een goede vertering van vetten. Galblaaspoliep is een verzamelnaam voor een aantal verschillende poliepachtige afwijkingen. Vaak gaat het om cholesterolpoliepen. Daarnaast zijn er adenomen, inflammatoire poliepen en hyperplastische poliepen. Cholesterolpoliepen zijn benigne (goedaardige) poliepen van onbekende oorsprong, waarin
cholesterol opgehoopt is. Bij een galblaaspoliep < 10 mm voert men een afwachtend beleid en is regelmatige echografische controle voldoende. Bij een galblaaspoliep van ≥10 mm, is een cholecystectomie het beleid. Cholecystectomie is een operatie waarbij de
galblaas wordt weggenomen.
Anatomie en fysiologie van de galblaas
De galblaas is een klein, peervormig orgaan dat net onder je lever in de rechterbovenhoek van je buikholte ligt. Dit orgaan mag dan klein zijn, maar het speelt een cruciale rol in de spijsvertering. En bij het ontstaan van galblaaspoliepen – kleine uitgroeisels aan de binnenwand van de galblaas – is de anatomie en functie van dit orgaan essentieel om te begrijpen.
Opslagplaats van gal: galblaas als minireservoir
De galblaas dient als opslagplaats voor gal, een groene vloeistof die door de lever wordt geproduceerd. Gal bevat galzuren, enzymen, en afvalstoffen zoals cholesterol en bilirubine. Deze stoffen spelen een rol in de vertering van vetten en zorgen ervoor dat vet uit je voeding wordt afgebroken en opgenomen in je darmen. Na een maaltijd, wanneer vetten uit je voeding de darmen bereiken, trekt de galblaas samen en stuwt het geconcentreerde gal door de galwegen naar de dunne darm.
Galwegen en sfincter van Oddi
De galblaas staat in verbinding met de lever en de dunne darm via een netwerk van galwegen, die zich uiteindelijk bundelen en via de zogenaamde sfincter van Oddi gal afvoeren naar de darm. Het openen en sluiten van deze sfincter wordt gecoördineerd door hormonale signalen die reageren op voedselinname, wat ervoor zorgt dat gal vrijkomt precies op het moment dat je lichaam het nodig heeft.
Galblaaswand en de vorming van poliepen
De binnenkant van de galblaas is bedekt met een slijmvlieslaag die verschillende functies vervult, waaronder de absorptie van water uit gal, zodat de vloeistof geconcentreerd blijft. Galblaaspoliepen ontstaan meestal vanuit dit slijmvlies, wanneer cellen zich gaan ophopen of uitgroeien tot kleine uitstulpingen. Deze poliepen kunnen variëren in grootte van enkele millimeters tot wel enkele centimeters en zijn meestal ongevaarlijk en goedaardig. Er bestaan echter verschillende typen, zoals cholesterollpoliepen die zich vormen uit overtollige cholesterolkristallen, en adenomen, die een klein risico op kwaadaardige ontaarding kunnen hebben.
Functies van gal en de invloed op poliepenvorming
Gal heeft niet alleen de functie om vetten te verteren, maar helpt ook bij de afvoer van afvalstoffen en overtollig cholesterol. Wanneer de galblaas door onregelmatige contracties gal langer vasthoudt dan normaal, kan dit leiden tot de ophoping van stoffen zoals cholesterol in de galblaaswand, wat het ontstaan van poliepen kan bevorderen. Factoren zoals vetrijke voeding, hormonale veranderingen en genetische aanleg kunnen de concentratie en doorstroming van gal beïnvloeden, waardoor je vatbaarder kunt worden voor poliepenvorming.
Regelmatige controle: het belang van het opsporen van poliepen
Hoewel veel galblaaspoliepen klein en onschadelijk zijn, kunnen sommige typen groter worden of in zeldzame gevallen ontaarden in kwaadaardige cellen. Regelmatige controle helpt om de groei van poliepen in de gaten te houden en, indien nodig, tijdig in te grijpen.
Epidemiologie
Algemeen voorkomen en demografische trends
Galblaaspoliepen worden wereldwijd gevonden bij ongeveer 5 tot 10% van de mensen die een echo-onderzoek van de buik ondergaan. In Nederland en België komt dit overeen met duizenden nieuwe gevallen per jaar, vaak als bijvangst bij controles voor andere klachten. De poliepen zijn meestal goedaardig en veroorzaken vaak geen symptomen. Interessant is dat galblaaspoliepen vaker worden gevonden bij volwassenen dan bij kinderen en bij mannen iets vaker dan bij vrouwen. Onder volwassenen komt galblaaspoliepvorming bij mannen voor in 7-9% van de gevallen, tegenover 4-6% bij vrouwen.
De kans op een galblaaspoliep neemt toe met het voortschrijden der jaren /
Bron: Silviarita, Pixabay Leeftijdsverschillen en risico’s
Galblaaspoliepen komen vooral voor bij mensen boven de 40 jaar, waarbij het risico toeneemt met de leeftijd. Bij volwassenen ouder dan 60 jaar is de kans op galblaaspoliepen tweemaal zo groot als bij jongere volwassenen. Bij kinderen zijn galblaaspoliepen zeer zeldzaam. Wanneer ze toch optreden, wordt vaak een genetische aanleg vermoed. Onderzoek wijst uit dat erfelijkheid mogelijk een rol speelt, vooral in gevallen waarin meerdere familieleden galblaaspoliepen of andere galblaasaandoeningen hebben.
Klimaat en geografische verschillen
Wereldwijd zien we interessante verschillen in het voorkomen van galblaaspoliepen. In Aziatische landen, zoals Zuid-Korea en Japan, ligt het percentage mensen met galblaaspoliepen hoger, soms oplopend tot wel 15-20% van de onderzochte bevolking. In Nederland en België blijft dit percentage lager, tussen 5 en 8%. Mogelijk spelen genetische factoren en voedingspatronen een rol. In de Nederlandse overzeese gebiedsdelen zoals de Caraïben, lijkt het voorkomen van galblaaspoliepen vergelijkbaar met dat in Nederland zelf, maar er zijn aanwijzingen dat mensen met een gemengde Afrikaanse of Caribische achtergrond een verhoogd risico hebben, mogelijk door een combinatie van genetische aanleg en dieetfactoren.
Voeding en leefstijl: een complexe invloed
Voedingsgewoonten en levensstijl spelen een aanzienlijke rol in het risico op galblaaspoliepen. Vetrijke voeding, zoals rood vlees, gefrituurd eten, en producten met een hoog cholesterolgehalte, kan de kans op galblaasaandoeningen verhogen. De consumptie van vette of cholesterolrijke voedingsmiddelen blijkt in verband te staan met een grotere kans op cholesterolpoliepen, een type galblaaspoliep dat ontstaat uit cholesterolophopingen in de galblaaswand. Vegetariërs, of mensen die een vetarm dieet volgen, blijken minder vaak galblaaspoliepen te ontwikkelen, wat suggereert dat een gezondere levensstijl beschermend kan werken.
Genetische factoren en familiegeschiedenis
Er zijn aanwijzingen dat genetica een rol speelt in het ontstaan van galblaaspoliepen. Mensen met een familiegeschiedenis van galblaaspoliepen of galblaasproblemen hebben een hogere kans om zelf poliepen te ontwikkelen. Studies wijzen erop dat bepaalde genetische mutaties de gevoeligheid van het galblaasslijmvlies verhogen, wat tot poliepenvorming kan leiden. Onderzoek naar familieverbanden in Nederland en België suggereert dat tot 15% van de gevallen een erfelijke component heeft, wat genetische screening en bewustzijn in de familie kan ondersteunen.
Andere risicofactoren en levensstijlkeuzes
Naast voeding spelen andere factoren zoals roken, alcoholconsumptie en een zittende levensstijl een rol bij het risico op galblaaspoliepen. Roken en overmatig alcoholgebruik kunnen de galproductie en het slijmvlies van de galblaas negatief beïnvloeden, wat mogelijk bijdraagt aan poliepvorming. De prevalentie van galblaaspoliepen is ook hoger bij mensen met een hoog BMI; obesitas kan het risico op galpoliepen met wel 30% verhogen.
Geografische en culturele verschillen in diagnose en screening
In Nederland en België worden galblaaspoliepen vaak bij toeval ontdekt tijdens echo’s die om andere redenen zijn aangevraagd. Dit kan leiden tot onderschatting van het werkelijke voorkomen van galblaaspoliepen in deze landen. In landen als Zuid-Korea en Japan is er een grotere focus op galblaascontrole vanwege de hogere incidentie van galwegkanker. Hierdoor wordt poliepvorming ook sneller opgespoord, wat mogelijk verklaart waarom galblaaspoliepen daar vaker worden gerapporteerd.
Ontstaansmechanisme van galblaaspoliepen
Galblaaspoliepen ontstaan wanneer cellen aan de binnenkant van de galblaas zich ongewoon gaan gedragen. Deze cellen, die normaal een glad en zacht slijmvlies vormen, kunnen door verschillende factoren uitgroeien tot kleine uitstulpingen aan de binnenwand van de galblaas. Het begint vaak met subtiele veranderingen in het slijmvlies van de galblaaswand, waarbij zich overtollige stoffen, zoals cholesterol, gaan ophopen. Wanneer deze ophoping doorgaat, kunnen ze uitgroeien tot poliepen, die in grootte kunnen variëren van enkele millimeters tot wel enkele centimeters.
Cholesterolpoliepen: een teveel aan vetten
Een van de meest voorkomende typen galblaaspoliepen is de cholesterolpoliep. Dit type ontstaat wanneer cholesterol zich ophoopt in het slijmvlies van de galblaas. Meestal zijn deze poliepen klein en goedaardig. Hoge cholesterolwaarden in het bloed kunnen de galblaas belasten doordat overtollig cholesterol niet volledig wordt uitgescheiden, waardoor het in de galblaas achterblijft. Dit kan leiden tot de vorming van kleine, op vet gebaseerde poliepen die soms een 'kristalachtig' uiterlijk hebben op een echo.
Adenomen: goedaardige maar actieve groei
Een ander type poliep is het adenoom. Adenomen ontstaan door een toename van epitheelcellen in de galblaaswand en kunnen in sommige gevallen doorgroeien naar een kwaadaardige vorm. Adenomen lijken qua structuur op het normale weefsel, maar ze groeien sneller en vormen kleine, goedaardige tumoren. Door een genetische aanleg of chronische irritatie in de galblaaswand kunnen deze cellen zich ongecontroleerd vermenigvuldigen, wat tot poliepvorming leidt. Dit type poliep kan een voorstadium zijn van galblaaskanker, al is dat risico gering.
Ontstekingspoliepen: de rol van irritatie en infectie
Chronische ontstekingen en irritaties in de galblaas kunnen ook poliepen veroorzaken. Als de galblaas herhaaldelijk ontstoken raakt, kunnen cellen reageren door sneller te delen en te veranderen. Dit kan leiden tot kleine, onregelmatige poliepen die ontstaan door littekenweefsel of ontstekingsreacties. Deze poliepen zijn vaak goedaardig, maar de ontstekingsprocessen kunnen wel een verstoring geven in de normale galafvoer en soms pijn veroorzaken.
Druk en veranderingen in het galwegensysteem
Gal beweegt zich via een nauw systeem van galwegen van de lever naar de galblaas en vervolgens naar de dunne darm. Als de galstroom stagneert door bijvoorbeeld een verstopping, een tijdelijke ontsteking, of
galstenen, kan de galblaas onder extra druk komen te staan. Dit kan het slijmvlies irriteren en de vorming van poliepen bevorderen. Vaak is het een combinatie van factoren – zoals een vetrijke voeding en beperkte galafvoer – die het ontstaan van poliepen versnelt.
Invloed van hormonale veranderingen
Hormonale schommelingen, vooral bij vrouwen, kunnen een verrassende rol spelen in het ontstaan van galblaaspoliepen. Hoge niveaus van oestrogeen lijken bijvoorbeeld invloed te hebben op de samenstelling van gal en op de vetstofwisseling. Dit kan ertoe leiden dat cholesterol makkelijker ophoopt in de galblaaswand, wat de kans op poliepen vergroot. Daarom worden galblaaspoliepen iets vaker bij vrouwen gevonden, vooral rond de overgang.
Kwaadaardige poliepen
Maligniteit
De meeste galblaaspoliepen zijn onschadelijk en bestaan voornamelijk uit cholesterol of goedaardige celophopingen zonder kankercellen. Slechts een klein percentage, naar schatting tussen de 3 en 8%, heeft een kwaadaardig karakter (maligne). Voor cholesterolpoliepen is de kans op maligniteit vrijwel nihil, maar andere typen poliepen – zoals adenomen – hebben wel een risico om zich kwaadaardig te ontwikkelen. Uit onderzoek blijkt dat de kans op maligniteit sterk samenhangt met de grootte van de poliep. Wanneer de afmeting van een poliep 10 mm of groter is, neemt de kans op kwaadaardigheid aanzienlijk toe, met percentages die variëren van 38 tot 88%.
Poliepen die tekenen van snelle groei vertonen of die in korte tijd groter worden, kunnen ook wijzen op een verhoogde kans op maligniteit. Galblaaspoliepen worden regelmatig gecontroleerd met echografie of een MRI-scan om groei te monitoren, vooral als ze de 10 mm-grens benaderen.
Risicofactoren voor ontaarding
Bepaalde factoren vergroten de kans dat een galblaaspoliep kwaadaardig wordt:
- Afmeting van de poliep: Bij poliepen groter dan 10 mm neemt het risico op galblaaskanker aanzienlijk toe, waarbij grote poliepen (>15 mm) zelfs een sterk verhoogde kans op kwaadaardige ontaarding hebben.
- Leeftijd: Ouderen, vooral mensen boven de 50 jaar, lopen een hoger risico dat een poliep kwaadaardig wordt. Dit komt mogelijk door veranderingen in de cellen van de galblaaswand met het ouder worden.
- Eerdere galblaaspoliepen: Personen die al eerder poliepen in de galblaas hebben gehad, lopen een grotere kans op het ontwikkelen van nieuwe, mogelijk kwaadaardige poliepen.
Wanneer ingrijpen?
Gezien het risico op maligniteit bij grotere poliepen, wordt bij poliepen van 10 mm of meer vaak aanbevolen om de galblaas preventief te verwijderen, vooral als er aanvullende risicofactoren aanwezig zijn. Het verwijderen van de galblaas, een cholecystectomie, wordt meestal uitgevoerd met een kijkoperatie en biedt bescherming tegen de mogelijke ontaarding van poliepen in galblaaskanker.
Poliepen kleiner dan 10 mm worden vaak nauwlettend gevolgd in plaats van verwijderd, tenzij ze tekenen van snelle groei vertonen of de patiënt andere risicofactoren heeft.
Oorzaken van een poliep in de galblaas
Het ontstaan van galblaaspoliepen is een complex proces dat met meerdere factoren samenhangt, en hoewel ze vaak goedaardig zijn, roepen ze vragen op. Hoe komen deze uitgroeisels aan de binnenkant van je galblaas terecht? Verschillende oorzaken en risicofactoren kunnen bijdragen aan het ontstaan van galblaaspoliepen, van overtollig cholesterol tot genetische aanleg.
Cholesterolophoping: het begin van een poliep
Een van de meest voorkomende oorzaken van galblaaspoliepen is een overmaat aan cholesterol. Cholesterolpoliepen ontstaan wanneer overtollig cholesterol zich ophoopt in de wand van de galblaas. Wanneer je lichaam vetten niet volledig kan afbreken, blijft een deel van het cholesterol achter in de gal en kan zich ophopen in de slijmvliezen van de galblaas. Mettertijd groeit deze ophoping uit tot een poliep, die, hoewel meestal onschadelijk, wel regelmatig gecontroleerd moet worden. Dit type poliep komt vaak voor bij mensen met een verhoogd cholesterolgehalte of een vetrijke voeding.
Genetische aanleg: als poliepen in de familie zitten
Er zijn aanwijzingen dat genetica een rol speelt in het ontstaan van galblaaspoliepen. Als je familieleden hebt die ook poliepen in de galblaas of galstenen hebben, heb je een grotere kans om ze zelf te ontwikkelen. Een erfelijke aanleg kan ervoor zorgen dat je gevoeliger bent voor de ontwikkeling van poliepen, vooral wanneer ook andere risicofactoren, zoals overgewicht of hormonale veranderingen, aanwezig zijn. Het erfelijk patroon is nog niet volledig begrepen, maar een familiegeschiedenis met galblaasaandoeningen lijkt de kans op poliepen aanzienlijk te verhogen.
Hormonen en hormonale schommelingen
Hormonale veranderingen, zoals de verhoogde oestrogeenspiegels tijdens de zwangerschap, kunnen invloed hebben op de galblaas. Oestrogeen stimuleert de aanmaak van gal en kan ook het cholesterolgehalte in het lichaam verhogen. Hierdoor ontstaat er een verhoogde kans op galblaaspoliepen, vooral bij vrouwen. Ook hormonale veranderingen door anticonceptiepillen of hormoontherapie kunnen de galblaas beïnvloeden, wat verklaart waarom galblaaspoliepen iets vaker voorkomen bij vrouwen dan bij mannen.
Chronische ontstekingen en irritatie in de galblaas
Langdurige ontstekingen of irritatie in de galblaas kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van poliepen. Wanneer de galblaas ontstoken raakt, bijvoorbeeld door galstenen of een galblaasontsteking (cholecystitis), reageert het slijmvlies door zich sneller te vernieuwen en kunnen er poliepachtige structuren ontstaan. Dit type poliep, een ontstekingspoliep, ontstaat als reactie op de voortdurende irritatie van de galblaaswand. Hoewel meestal goedaardig, kunnen ontstekingspoliepen de galblaasfunctie beïnvloeden en dienen ze gecontroleerd te worden.
Patat /
Bron: Fclaria, PixabayLevensstijl en voeding: de invloed van wat je eet
Voeding speelt een rol in het ontstaan van galblaaspoliepen, vooral een dieet dat rijk is aan vetten en cholesterol. Voedingsmiddelen zoals rood vlees, volle zuivelproducten, gefrituurde snacks en fastfood kunnen het cholesterolgehalte verhogen en zo de kans op cholesterolpoliepen vergroten. Een gebalanceerd dieet dat rijk is aan vezels en groenten, en arm aan verzadigde vetten, kan mogelijk bescherming bieden tegen de vorming van poliepen. Vegetariërs en mensen met een vetarm dieet hebben een iets lager risico op galblaaspoliepen, wat suggereert dat gezonde voeding een rol kan spelen in preventie.
Leeftijd en verouderingsprocessen
Galblaaspoliepen komen vaker voor naarmate men ouder wordt, met een toename van gevallen bij mensen ouder dan 40 jaar. Veroudering brengt veranderingen in de structuur en functie van organen met zich mee, inclusief de galblaas. Bij oudere volwassenen zijn de cellen mogelijk gevoeliger voor het ontstaan van afwijkingen, wat de kans op poliepen vergroot. Veroudering kan ook gepaard gaan met een verhoogd cholesterolgehalte en andere aandoeningen die het risico op galblaaspoliepen verhogen.
Afsluitend
De oorzaken van galblaaspoliepen zijn dus veelzijdig en vaak een combinatie van genetische aanleg, levensstijl, hormonen en leeftijd. Hoewel veel poliepen ongevaarlijk zijn, kunnen ze toch ongemak of gezondheidsrisico’s vormen als ze groter worden of in aantal toenemen. Door inzicht te hebben in deze factoren, kun je proactief maatregelen nemen om de gezondheid van je galblaas in de gaten te houden.
Symptomen van een galblaaspoliep
Galblaaspoliepen veroorzaken vaak geen klachten en worden dan ook vaak bij toeval ontdekt tijdens een echo of scan voor andere buikklachten. Bij veel mensen blijven ze onopgemerkt, maar soms kunnen galblaaspoliepen wel symptomen veroorzaken die met name optreden als de poliep de galwegen belemmert of wanneer de poliep groter wordt.
Galkoliek en buikpijn /
Bron: Andrey Popov/Shutterstock.comGalkoliek en buikpijn
Een van de meest voorkomende klachten die kunnen wijzen op een galblaaspoliep is
galkoliek, een hevige, stekende pijn die ontstaat door het krachtig samenknijpen van de galblaas en galgangen (
buikpijn afkomstig uit de galblaas). Dit gebeurt vaak bij het eten van een vette maaltijd, waarbij de galblaas samentrekt om gal vrij te geven. Wanneer een poliep deze doorgang blokkeert of de galstroom verstoort, kan dit pijnklachten veroorzaken. De pijn bij een galkoliek bevindt zich meestal rechts in de bovenbuik, net onder de ribbenboog, en kan uitstralen naar de rug of schouderbladen.
Misselijkheid en een vol gevoel
Sommige mensen met galblaaspoliepen ervaren milde klachten zoals een vol gevoel in de bovenbuik, misselijkheid of een vage druk na het eten. Deze symptomen kunnen voorkomen wanneer een poliep de galblaasfunctie licht verstoort of als de galwegen geïrriteerd raken. De klachten kunnen verergeren na een zware of vetrijke maaltijd.
Verteringsproblemen en spijsverteringsklachten
Een galblaaspoliep kan soms leiden tot verteringsproblemen. Omdat de galblaas een belangrijke rol speelt in de vertering van vetten, kan een verstoring van de galafvoer leiden tot problemen zoals een opgeblazen gevoel, gasvorming en een lichte vorm van indigestie. Deze klachten zijn vooral merkbaar na het eten van vet voedsel en kunnen soms met een gevoel van ongemak of lichte krampen gepaard gaan.
Verandering in ontlasting en urinekleur
Als een poliep de galstroom aanzienlijk blokkeert, kan dit in zeldzame gevallen leiden tot een verandering in de kleur van ontlasting of urine. Donkergekleurde urine of lichtgekleurde ontlasting kunnen een teken zijn van een verminderde galstroom. Bij dergelijke klachten is het belangrijk om medische aandacht te zoeken, aangezien ze kunnen wijzen op een belemmering van de galwegen, wat soms serieuze aandacht vereist.
Geelzucht (icterus)
Hoewel zeldzaam, kan een grote galblaaspoliep, vooral als deze de galwegen blokkeert, leiden tot geelzucht. Geelzucht ontstaat wanneer de gal niet goed kan worden afgevoerd en bilirubine (een galpigment) zich ophoopt in het bloed. Dit kan zich uiten in een gelige verkleuring van de huid en het oogwit, evenals jeuk en vermoeidheid. Geelzucht is een teken dat er mogelijk een obstructie is in de galwegen en dient zo snel mogelijk onderzocht te worden door een arts.
CT-scan /
Bron: IStock.com/Pavel LosevskyOnderzoek en diagnose
Om de galblaas goed te kunnen onderzoeken, wordt meestal een echo uitgevoerd. Galblaaspoliepen zijn meestal te zien op een echo en middels dit kijkonderzoek kan de grootte (en hoe gevaarlijk ze kunnen zijn) bepaald worden. Positronemissietomografie (PET) of computertomografie (CT) kan ook uitgevoerd worden om het risico van kwaadaardigheid vast te stellen bij grotere galblaaspoliepen. Deze onderzoeken kunnen ook worden gebruikt om na een tijdje de galblaaspoliepen te controleren om te kijken of ze in omvang zijn toegenomen.
Behandeling van een galblaaspoliep
Er zijn in principe twee behandelmogelijkheden:
- een expectatief (afwachtend) beleid bij galblaaspoliepen met een screeningsinterval van 12 maanden;
- het verwijderen van de galblaas (cholecystectomie).
Afwachtend beleid
Bij kleine poliepen, dat wil zeggen poliepen die kleiner zijn dan 1 centimeter, hoeft de galblaas niet verwijderd te worden. In plaats daarvan kan regelmatig worden gecontroleerd middels beeldvormend onderzoek, waarbij gelet wordt op verdachte veranderingen die zouden kunnen wijzen op galblaaskanker. Vaak vindt jaarlijks controle plaats.
Verwijderen van de galblaas
Bij een galblaaspoliep die groter is dan 15 mm, zal normaal gesproken een open cholecystectomie verricht worden. Hierbij wordt door de chirurg een incisie (een snede) van ongeveer tien tot vijftien cm gemaakt, midden in de bovenbuik of ter rechterzijde onder de ribbenboog. Langs deze weg zal de galblaas verwijderd worden.
Bij een galblaaspoliep die kleiner is dan 15 mm zonder enige aanwijzing op kwaadaardigheid, kan door de chirurg laparoscopische cholecystectomie overwogen worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een videocamera en speciale instrumenten om de galblaas te verwijderen. Het voordeel van deze behandelmethode is dat er geen grote snee in de buik gemaakt hoeft te worden. Enkele kleine sneetjes volstaan. Via deze sneetjes zal de behandelend arts een laparoscoop (een lange dunne kijkbuis) en andere benodigde instrumenten in de buikholte brengen, waarmee de ingreep wordt uitgevoerd.
Prognose
Galblaaspoliepen komen vaak voor en 95 procent is niet kwaadaardig. De meeste galblaaspoliepen worden gediagnosticeerd tijdens een onderzoek dat wordt uitgevoerd voor een niet-gerelateerde ziekte. Als je galblaaspoliepen hebt, dan zal je waarschijnlijk geen symptomen vertonen.
Preventie
Naast het proberen van huismiddeltjes pleiten sommige mensen voor natuurlijke preventieve maatregelen om de kans op galblaaspoliepen te verminderen, waaronder:
- het vermijden van gefrituurd of vet voedsel
- het vermijden van voedingsmiddelen met een hoog cholesterolgehalte en kant-en-klaar voedsel
- vermijden van volle melkproducten
- vermijd koolzuurhoudende dranken
- meer groenten en fruit eten (bij voorkeur een plantaardig dieet volgen)
- verhoging van de inname van omega-3-vetzuren
- inname verhogen van gember en kurkuma
Lees verder