Tinea nigra: Donkere vlek in handpalmen door gist (schimmel)
Tinea nigra komt meestal voor in tropische gebieden van Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Afrika en Azië. Door de zeldzaamheid van de aandoening zijn in de geraadpleegde literatuur geen exacte prevalentie- of incidentiecijfers gevonden van de huidinfectie. Tinea nigra komt minder vaak voor bij mensen met een zwarte huidskleur. Vrouwen zijn drie keer vaker dan mannen aangetast door de huidaandoening. Mogelijk is iedereen getroffen door tinea nigra, maar kinderen en adolescenten lopen een verhoogd risico.
Epidemiologie van tinea nigra
Tinea nigra is een huidaandoening die voornamelijk voorkomt in tropische en subtropische gebieden van de wereld. De ziekte wordt vaker aangetroffen in Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Afrika en Azië, waar het klimaat en de omgevingsomstandigheden de groei van de veroorzakende schimmel bevorderen.
De prevalentie van tinea nigra is relatief laag, vooral omdat het een zeldzame aandoening is. Er zijn geen uitgebreide statistieken beschikbaar over de exacte prevalentie of incidentie van tinea nigra, voornamelijk door het beperkte aantal gevallen en de variabiliteit in rapportage. De ziekte komt minder vaak voor bij mensen met een donkere huidskleur.
Vrouwen hebben een hogere kans om door tinea nigra getroffen te worden dan mannen, met een verhouding van ongeveer drie op één. Hoewel de aandoening bij mensen van alle leeftijden kan optreden, lijkt het risico verhoogd te zijn bij kinderen en adolescenten. In sommige gevallen kunnen mensen de aandoening hebben zonder symptomen te vertonen, waardoor de diagnose en het rapportage van gevallen nog verder bemoeilijkt worden.
Oorzaken van donkere plek in handpalmen door gist
Tinea nigra resulteert uit een infectie met de bruine gist (ééncellige schimmel)
Exophiala phaeoannellomyces. Andere benamingen van dit organisme zijn onder meer:
- Cladosporium werneckii
- Exophiala werneckii
- Hortaea werneckii
- Phaeoannellomyces werneckii
Tinea nigra is af en toe het gevolg van een andere gist, namelijk
Stenella araguata, die in 1973 beschreven werd onder de schimmelnaam
Cladosporium castellanii.
Deze schimmel bevindt zich meestal op de bodem, maar ook in afvalwater, rottend hout of compost. Wanneer een patiënt een trauma heeft zoals een barstje (
gebarsten huid) of wonde in de handpalm of voetzool, en in contact komt met de schimmel, dringt deze het lichaam binnen en veroorzaakt dan de meestal milde klachten van de huidziekte. De oppervlakkige schimmelinfectie treft de hoornlaag (stratum corneum) van de huid maar dringt niet binnen in diepere huidlagen.
Strandbezoekers lopen meer risico op het krijgen van de huidinfectie /
Bron: Dimitrisvetsikas1969, Pixabay
Risicofactoren
Hyperhidrose (overmatig zweten) vormt een risicofactor voor tinea nigra. Verder lopen strandbezoekers meer kans op het krijgen van de huidziekte.
Symptomen
Incubatietijd
De incubatietijd (tijd tussen het oplopen van de besmetting en het tot uiting komen van de symptomen) bedraagt gemiddeld twee tot vier weken bij tinea nigra. In de medische literatuur is echter sprake van een patiënt waarbij de symptomen pas twintig jaar na de besmetting zijn opgetreden.
Locatie
Bij deze zeldzame huidziekte ontstaan op de huid van de handpalm(en) en/of voetzolen één of meer donkere vlekken. Af en toe presenteert deze vorm van
hyperpigmentatie (donkere vlekken in de huid) zich ook buiten de handpalmen en voetzolen, zoals aan de
vingers of tenen, en zelden in de nek, op de borstwand of op andere lichaamsdelen.
Donkere vlek
Meestal vormt zich één bruine tot zwarte vlek op de
handpalm en/of voetzool, al is het ook mogelijk dat hier meer vlekken voorkomen. Deze vlek jeukt, brandt of steekt doorgaans niet, maar
schilfering behoort af en toe wel tot de mogelijke symptomen. Roodheid, zwelling en verharding van de huid komen bij deze zeldzame huidaandoening vrijwel niet voor. De hardnekkige vlek groeit langzaam over weken of maanden. De vorm van het letsel varieert van ovaal, rond tot onregelmatig. Ook de grootte varieert van enkele millimeters tot enkele centimeters in diameter, afhankelijk van de duur van de infectie.
Alarmsymptomen
Hoewel tinea nigra meestal milde symptomen vertoont, zijn er enkele alarmsymptomen die kunnen wijzen op een ernstigere aandoening of complicatie. Deze alarmsymptomen zijn:
- Ongewone verandering in de kleur of grootte van de vlekken, zoals een aanzienlijke vergroting of verandering in kleur van de donkere vlekken.
- Aanwezigheid van nieuwe symptomen zoals jeuk, branderigheid of pijn in de vlekken, wat kan wijzen op een secundaire infectie of ontsteking.
- Ontwikkeling van symptomen buiten de gebruikelijke gebieden zoals de handpalmen en voetzolen, bijvoorbeeld op andere delen van het lichaam zoals de nek, borstwand of gezicht.
- Veranderingen in de huid, zoals het optreden van roodheid, zwelling, of verharding rond de vlekken, wat niet typisch is voor tinea nigra en kan duiden op een andere huidaandoening of complicatie.
- Verschijning van abcessen of andere ernstige huidinfecties, vooral bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem.
Het is belangrijk dat patiënten met deze alarmsymptomen medische hulp zoeken om een juiste diagnose te stellen en een adequate behandeling te ontvangen.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Omdat buiten de donkere vlekken vaak geen andere symptomen merkbaar zijn bij de patiënt, stelt hij vaak het bezoek aan de arts uit. Tinea nigra kenmerkt zich door de aanwezigheid van een pijnloze bruine tot zwarte vlek (macule).
Diagnostisch onderzoek
De arts schraapt wat weefsel van het huidletsel weg en dit onthult de aanwezigheid van de schimmel. Ook een
huidbiopsie is mogelijk daar het weefsel karakteristieke histopathologische kenmerken met zich meebrengt.
Differentiële diagnose
De infectie doet de arts soms denken aan andere huidaandoeningen zoals:
dermatologische symptomen van de ziekte van Addison
Behandeling
Tinea nigra verdwijnt meestal met
antimycotica (antischimmelmiddelen) die de patiënt topisch (op de huid) aanbrengt.
Prognose
Bij deze goedaardige aandoening zijn de vooruitzichten uitstekend. Alle patiënten herstellen twee tot vier weken na het nemen van de medicatie. Soms is een meer langdurige behandeling wel nodig om recidieven te voorkomen.
Complicaties
Complicaties zijn ongewoon bij de huidinfectie, maar in zeldzame gevallen ontstaan
abcessen op de huid en/of in het lichaam, vooral bij patiënten met een
verzwakt immuunsysteem.
Preventie
Om het risico op tinea nigra te verkleinen, zijn goede hygiënische maatregelen van groot belang. Dit omvat het vermijden van contact met besmette omgevingen en het zorgvuldig schoonhouden van de huid en de omgeving. Het dragen van beschermende kleding en het vermijden van overmatig zweten kunnen ook bijdragen aan het voorkomen van de infectie.
Lees verder