Clonus: Plotse, voorbijgaande samentrekkingen van spier(en)
Clonus is een aandoening waarbij een patiënt onvrijwillige spierspasmen (spierkrampen) heeft. Meestal verschijnen de symptomen aan de spieren die zich aan het uiteinde van een ledemaat bevinden zoals de enkels en polsen. Clonus komt geïsoleerd voor, maar soms wijst dit eveneens op een onderliggend neurologisch probleem. Voor de arts is het belangrijk om de precieze etiologie te identificeren, want zo weet hij welke behandelingstechniek de grootste effectiviteit oplevert. Wanneer een tijdelijk probleem clonus veroorzaakt, dan verdwijnen de symptomen maar in een aantal omstandigheden is clonus een langdurig probleem.
Terminologie: Clonus versus myoclonus
Clonus is niet hetzelfde als ‘myoclonus’. Bij clonus spelen enkel agonisten-spiergroepen een rol (spieren die samen dezelfde beweging maken) waardoor de beweging ritmisch en in één richting gebeurt. Bij een myoclonus zijn het zowel de agonisten als antagonisten (tegenovergestelde beweging) die
spiertrekkingen veroorzaken. Dit lokt een asymmetrische en bidirectionele beweging uit omdat beide spiergroepen willen werken (zowel de extensoren = strekkers als flexoren = buigers). Myoclonus maakt bijgevolg aritmische bewegingen terwijl clonus ritmische bewegingen maakt omdat hierbij maar één spiergroep betrokken is.
Oorzaken: Neurologische aandoening
Steeds gaat informatie van het centrale zenuwstelsel naar spieren. Bij clonus gebeurt een onderbreking van deze informatiestroom. Dit gebeurt spontaan (geïsoleerd) zonder de aanwezigheid van andere medische problemen. Soms echter ligt een neurologische aandoening aan de basis van clonus.
Voorbeelden van deze ziekten omvatten:
Symptomen: Plotse, voorbijgaande samentrekkingen van spier(en)
Clonus tast vooral de knieën, de enkels, de boven- en onderarmspieren en de kaak aan. Clonus veroorzaakt onvrijwillige
spierkrampen. Deze voorbijgaande spierkrampen treden plots, intensief en frequent op en lijken op schokkende bewegingen. Eén spier, meerdere spieren of meerdere spiergroepen zijn hierbij getroffen. Sporadisch zijn spraak- en bewegingsproblemen aanwezig.
Spasticiteit (verhoogde
spierstijfheid) komt vaak voor in combinatie met clonus. De onwillekeurige spiercontracties veroorzaken voorts vaak problemen met het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten. Daarnaast is
vermoeidheid een veel voorkomend probleem bij clonus.
Diagnose en onderzoeken
Clonus is het gevolg van diverse mogelijke neurologische aandoeningen. Een speciale clonustest bepaalt of clonus of een andere ziekte de spierkrampen veroorzaakt. De patiënt ligt op een onderzoekstafel met de voeten gewoon rechtop. De arts ondersteunt de voet net boven de enkel met één hand. Daarna neemt hij met de andere hand de voetrug op een licht gespannen manier vast en richt hij de tenen naar de patiënt toe. Als de arts de voet vervolgens loslaat en deze weer in een normale stand staat, ontstaat een clonusreactie bij patiënten met clonus. Wanneer deze minimaal vijf keer schokkerige bewegingen maakt, is de arts zeker van de diagnose ‘clonus’. Wanneer geen reactie optreedt bij de clonustest, dan is clonus afwezig. Deze test is ook mogelijk aan de pols. Een voorbeeld van een clonustest aan de voet is zichtbaar in een
Youtube-video.
Behandeling van spier, spieren of spiergroepen
Diverse behandelingsopties zijn beschikbaar voor patiënten met clonus.
Behandeling voor de onderliggende aandoening
De arts behandelt een eventueel andere
neurologische aandoening die verantwoordelijk is voor clonus. Meestal zet de arts een medicamenteuze behandeling in, bijvoorbeeld wanneer multiple sclerose of meningitis aanwezig is.
Botox
Een
botoxinjectie zorgt voor de vrijlating van chemicaliën in het lichaam. Deze chemicaliën blokkeren de spieren die clonus veroorzaken.
Chirurgie
Wanneer een letsel of tumor aanwezig is, dan zet de arts een chirurgische ingreep in om het letsel te repareren of de tumor te verwijderen.
Fysiotherapie
De patiënt krijgt oefeningen door een fysiotherapeut om de ernst van de symptomen te verminderen. Dit is thuis of in een speciale revalidatie-eenheid mogelijk.

Medicatie is beschikbaar /
Bron: Stevepb, Pixabay Geneesmiddelen
De arts zet
medicijnen in om clonus te behandelen. Veel voorgeschreven medicijnen omvatten
immunosuppressiva (geneesmiddelen die het immuunsysteem onderdrukken), anticonvulsiva (geneesmiddelen tegen schokken) en kalmerende middelen.
Hulpmiddelen
Bepaalde hulpmiddelen zijn inzetbaar voor het verbeteren van de stabiliteit. Daarnaast voorkomen deze hulpmiddelen dat een (nieuw) letsel optreedt.
Koude
In een wetenschappelijke publicatie uit 2015 die verscheen in ‘Med Glas (Zenica)’ blijkt dat het toepassen van koude eveneens nuttig is om de spiersamentrekkingen te verminderen.
Prognose
Bij acute letsels verdwijnen de symptomen van clonus meestal. Bij een chronische aandoening zijn in veel gevallen langdurige behandelingen nodig om de symptomen van clonus onder controle te houden. Wanneer deze aandoeningen verergeren, treedt vaak meer clonus op. Een snelle behandeling is altijd nodig.