Schildklierscan: Nucleair beeldvormend onderzoek
De schildklier is een klier in de hals van de patiënt die het metabolisme (stofwisseling) regelt, een chemisch proces dat de snelheid regelt waarmee het lichaam voedsel omzet in energie. Een schildklierscan is een nucleair beeldvormend onderzoek waarbij de patiënt een kleine hoeveelheid radioactieve stof (radiotracer) inneemt. Hierdoor is de arts in staat om de grootte, vorm, positie en functie van de schildklier te onderzoeken wat handig is bij mogelijke schildklierafwijkingen. Een speciale camera (gammacamera) maakt beelden van de schildklier vanuit drie verschillende hoeken. Een schildklierscan zelf is niet-invasief en niet pijnlijk voor de patiënt. Bovendien is dit onderzoek minder duur dan een kijkoperatie en geeft het de arts meer gedetailleerde informatie.
Synoniemen van een schildklierscan
Een schildklierscan is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- Nucleaire scan - schildklier
- Radioactief jodium opname en scanonderzoek - de schildklier
- Scan – schildklier
Indicatie onderzoek
De arts voert dit
beeldvormend onderzoek uit om te kijken of de patiënt
schildklierkanker heeft of niet. Hij is met dit de resultaten van een schildklierscan ook in staat om
schildklierknobbeltjes of een
struma (kropgezwel, schildkliervergroting) te evalueren. Tot slot zoekt hij door middel van een schildklierscan de oorzaak van een overactieve schildklier (
hyperthyreoïdie). Aan de hand van de bekomen resultaten is de arts in staat om een effectief behandelingsplan op te stellen.
Tegenindicatie onderzoek
De patiënt mag de afgelopen twee maanden geen onderzoeken hebben ondergaan waarbij hij gejodeerd contrastmiddel heeft gekregen. Contrastvloeistof met jodium krijgt de patiënt soms toegediend bij een röntgenfoto (
radiografisch onderzoek) of een
CT-scan, bij een operatie of een behandeling. Ook als de patiënt medicatie of andere stoffen neemt die jodium bevatten, gaat het onderzoek niet door. Patiënten die allergisch zijn tegen jodium, krijgen evenmin het onderzoek. Ook bij zwangere vrouwen of vrouwen die
borstvoeding geven, is het onderzoek niet aanbevolen.

Een patiënt moet zijn kunstgebit voor het onderzoek verwijderen /
Bron: Jim Sneddon, Flickr (CC BY-2.0)Voor het onderzoek
De patiënt meldt de arts een (eventuele) zwangerschap, en ook geeft hij de arts informatie over
allergieën (allergische reactie door contact met uitlokkende stof) en (onderliggende) aandoeningen. Mogelijk moet hij bepaalde voedingsmiddelen gedurende één week voor het onderzoek vermijden zoals
zeewier, sushi, schelpdieren, gejodeerd zout, zuivelproducten en kruiderijen die gejodeerd zout bevatten. Ook
hoestdrank,
visolietabletten, Betadine enzovoort zijn mogelijk te vermijden, maar dit bespreekt de patiënt best met de arts. Voorts meldt de patiënt ruim op voorhand welke vitaminen,
kruiden en andere supplementen hij neemt. Ook het medicatiegebruik meldt de patiënt aan de arts, want mogelijk moet hij in overleg de dosis aanpassen of tijdelijk stoppen met de medicijnen. Dit bepaalt de patiënt alleszins niet zelf en bespreekt hij grondig met de arts. Soms voert de arts enkele dagen voor het onderzoek nog een
bloedonderzoek uit waarbij hij het schildklierhormoongehalte in het bloed meet. Voorts mag de patiënt voor het onderzoek niet eten of drinken. Hij komt met andere woorden nuchter naar het onderzoek. Vlak voor het onderzoek verwijdert de patiënt sieraden, zijn
kunstgebit of andere metalen omdat deze interfereren met de beeldvormende apparatuur. De totale duurtijd van het onderzoek bedraagt gemiddeld vijf minuten of minder.
Tijdens het onderzoek: Patiënt neemt radioactief jodium of technetium in
Afhankelijk van het type onderzoek, moet de patiënt een tablet inslikken die radioactief jodium of technetium bevat, moet de patiënt het radioactieve gas inhaleren of injecteert de arts de radiotracer bij de patiënt. Vervolgens wacht de arts bij een tabletinname of gasinname vier tot zes uur alvorens hij in staat is om de eerste scan te nemen. Het jodium moet zich namelijk verspreiden naar de schildklier in dat tijdsbestek. Een andere scan gebeurt meestal vierentwintig uur later. Wanneer de patiënt een intraveneuze injectie met de radioactieve stof heeft gekregen, gebeurt de scan ongeveer dertig minuten later (bij technetium). Tijdens de scan ligt de patiënt op de rug op een beweegbare tafel. De arts plaatst de nek en borst van de patiënt onder de scanner. De patiënt moet blijven stilliggen zodat de scanner een duidelijk beeld krijgt van de patiënt. Sommige patiënten vinden het moeilijk om bij dit onderzoek stil te blijven liggen. De scanner detecteert de locatie en intensiteit van de straling afgegeven door de radioactieve stoffen. Een computer toont vervolgens de schildklierbeelden.
Na het onderzoek
De patiënt blijft nog even liggen op de onderzoekstafel terwijl de arts de beelden bekijkt. Soms zijn namelijk nieuwe beelden nodig of zijn huidige beelden te onduidelijk. Na het onderzoek mag de patiënt meteen naar huis. Hij mag zijn normale activiteiten hervatten en ook weer gewoon eten en drinken. De radiotracer verlaat het lichaam via de ontlasting of urine. De patiënt drinkt hiervoor best zoveel mogelijk water. Voorts moet hij het toilet twee keer doorspoelen en zijn handig grondig wassen na toiletgebruik.
Resultaten van een schildklierscan
De arts bespreekt na het onderzoek de onderzoeksresultaten met de patiënt en stelt zo nodig een gepaste behandeling voor.
Normale resultaten
De schildklier heeft de juiste grootte, vorm en bevindt zich op de juiste plaats. Op de computerbeelden zijn geen gebieden te zien die donkerder of lichter gekleurd zijn. Alles is met andere woorden gelijkmatig grijs van kleur, wat aangeeft dat de schildklier normaal werkt.
Abnormale resultaten
Abnormale resultaten omvatten een vergrote schildklier, of een schildklier die naar één kant geduwd is. Mogelijk wijst dit op een tumor.
Knobbeltjes absorberen meer of minder jodium en verkleuren op de scan. Meestal geeft een tumor een lichtere kleur weer op het beeld, maar een donkere kleur is ook mogelijk. Als een deel van de schildklier lichter verschijnt, heeft de patiënt wellicht een schildklierprobleem. Knobbeltjes die donkerder zijn, duiden mogelijk op een overactieve schildklier. De computer toont bovendien het jodiumpercentage dat zich in de schildklier bevindt. Als blijkt dat de schildklier te veel jodium opneemt, is dit mogelijk het resultaat van een overactieve schildklier. Als er te weinig jodium in de schildklier aanwezig is, is dit mogelijk het gevolg van een te traag werkende schildklier (
hypothyreoïdie).
Complicaties nucleair beeldvormend onderzoek
Bijwerkingen van een schildklierscan zijn gerelateerd aan de straling. Zwangere vrouwen krijgen dit onderzoek best niet daar het de foetus schaadt. De voordelen van het onderzoek zijn gewoonlijk groter dan de zeer kleine risico’s bij niet-zwangere patiënten. Cel- of weefselschade zijn complicaties die zeer zelden optreden na blootstelling aan straling met radioactieve stoffen.
Lees verder