Legius-syndroom: Symptomen aan huid, gezicht en hoofd
Het Legius-syndroom is een zeldzame erfelijke aandoening waarbij een patiënt voornamelijk te maken krijgt met afwijkingen aan de huid (donkere vlekken in de huid) en het gezicht in combinatie met gedragsafwijkingen, leerstoornissen en/of een ontwikkelingsachterstand. De ziekte wordt soms ook 'neurofibromatose 1-achtige aandoening' genoemd, omdat de symptomen sterk op elkaar lijken maar toch ook verschillen aanwezig zijn. Dit niet te genezen syndroom behandelt de arts ondersteunend. Voor de meeste patiënten met het Legius-syndroom zijn de vooruitzichten erg goed.
Epidemiologie
Wereldwijd lijden enkele honderden patiënten aan de ziekte, maar wellicht zijn er meer patiënten met het Legius-syndroom. Zij krijgen dan verkeerdelijk de diagnose van neurofibromatose type 1 omdat de symptomen gelijkaardig zijn. Jongens en meisjes zijn even vaak getroffen door deze erg zeldzame ziekte.
Oorzaken ziekte: Wijziging in gen
Genmutatie
Het Legius-syndroom is het gevolg van veranderingen in een gen (genmutatie), meer bepaald het Spred1-gen. Dit gen is verantwoordelijk voor het maken van het Spred-1 eiwit. Dit eiwit speelt een belangrijke rol in het regelen van de groei en celdeling van cellen, de celbeweging alsook de zelfvernietiging van cellen. Door de wijzigingen in het gen kan dit eiwit zijn taak niet meer uitvoeren, waardoor een overactieve signalering ontstaat.
Overerving
Als één van de ouders dit foute gen doorgeeft aan een kind, dan krijgt het kind al te maken met het Legius-syndroom; de overerving verloopt met andere woorden via een autosomaal dominant overervingspatroon. Elk kind heeft met andere woorden 50% kans om het Legius-syndroom te erven.
Symptomen aan huid, hoofd en gezicht
De patiënt komt ter wereld met de ziekte, maar soms gebeurt het enkele jaren voordat alle symptomen van het Legius-syndroom zichtbaar zijn. Erg veel symptomen zijn mogelijk, maar deze komen niet altijd allemaal tot uiting.
Achterstand
Leerproblemen en ontwikkelingsstoornissen zoals een motorische vertraging (houterige bewegingen) en een taal- en spraakachterstand, zijn kenmerkend voor deze ziekte.
Hoofd en gezicht
Bovendien heeft de patiënt doorgaans een abnormaal groot hoofd, hetgeen in medische termen gekend is als
macrocefalie. Het Legius-syndroom gaat tevens gepaard met ongewone gezichtskenmerken, zoals ver uit elkaar geplaatste ogen (
hypertelorisme) en andere
gezichtsafwijkingen die doen denken aan deze van het
Noonan-syndroom.
Huid
Bij het Legius-syndroom ontstaan wijzigingen in de huidskleur, meer bepaald in de vorm van
hyperpigmentatie (donkerdere huidskleur).
Café-au-lait-vlekken zijn typerend voor de meerderheid van de patiënten. Dit zijn vlakke huidvlekken die donkerder zijn dan het omliggende gebied en lijken op koffie met melk, de letterlijke vertaling van café-au-lait. Bovendien stijgt het aantal café-au-lait-vlekken met het verouderen in de kindertijd, wat ook optreedt bij
neurofibromatose type 1. Ook andere huidafwijkingen komen voor, namelijk
sproeten in de
oksels en liezen, al ervaren wel niet alle patiënten deze symptomen.
Mentaal
Mentale stoornissen komen sporadisch voor, al hebben de meeste patiënten wel een normale intelligentie. Zo lijden sommige patiënten aan het attention deficit disorder (ADD) of attention deficit hyperactivity disorder (
ADHD: moeite met aandacht en controleren van energie)).
Andere symptomen
Ook andere symptomen komen voor zoals:
Diagnose en onderzoeken: Lijkt op neurofibromatose
Lichamelijk en diagnostisch onderzoek
De arts bekijkt de huidvlekken grondig, want wanneer tumoren (zwellingen) aanwezig zijn op de huid, dan is sprake van neurofibromatose 1. Voor de bevestiging van de diagnose van het Legius-syndroom is een genetisch onderzoek nodig omdat de ziekte met andere erfelijke aandoeningen overlapt. Het Legius-syndroom valt prenataal ook op te sporen via een
vruchtwaterpunctie of een
vlokkentest.
Differentiële diagnose
Naast neurofibromatose 1, zijn het Noonan-syndroom en autosomaal dominante café-au-lait-vlekken de differentiële diagnoses van het Legius-syndroom.
Behandeling aandoening
De patiënt krijgt gedragstherapie en/of medicijnen voor de behandeling van de gedragsafwijkingen. Patiënten met een ontwikkelingsachterstand krijgen fysiotherapie, logopedie en/of ergotherapie. Bij
leerstoornissen zijn aanpassingen nodig in het onderwijs. De andere eventuele symptomen behandelt de arts eveneens ondersteunend, want dit syndroom is niet te genezen. Zo verwijdert hij bijvoorbeeld de vetbultjes chirurgisch, pakt hij hartproblemen aan via een operatie, of past hij correctieve chirurgie toe bij skeletafwijkingen. Voor epilepsie bestaan medicijnen, gekend als anti-epileptica.
Prognose Legius-syndroom is uitstekend
De vooruitzichten zijn voor de meeste patiënten zeer goed aangezien de hoofdsymptomen niet levensbedreigend zijn. Wel is de prognose afhankelijk van de eventuele bijkomende symptomen.