Sjögren-Larsson syndroom: Symptomen aan huid en hersenen
Het Sjögren-Larsson syndroom is een zeldzame erfelijke aandoening waarbij de patiënt ter wereld komt met een droge, schilferige huid. Neurologische stoornissen zijn ook kenmerkend, zoals spierstijfheid en een ontwikkelingsachterstand. Soms presenteert de patiënt zich ook met oogproblemen. De progressieve aandoening heeft de neiging om zich vanaf de puberteit te stabiliseren. Een ondersteunende behandeling bestaat uit medicijnen en crèmes voor de huidproblemen en diverse therapieën voor de ontwikkelingsachterstand en de andere neurologische afwijkingen. De prognose is voor deze ziekte nog onbekend. Het Sjögren-Larsson syndroom werd tot slot voor het eerst in de medische literatuur beschreven door de Zweedse artsen Sjögren en Larsson in 1957.
Synoniemen aandoening
Bekende synoniemen voor het Sjögren-Larsson syndroom omvatten:
- congenital icthyosis mental retardation spasticity syndrome
- FALDH-deficiëntie
- fatty aldehyde dehydrogenase deficiency
- Sjögren-Larsson syndrome
- vetzuren aldehyde dehydrogenase deficiëntie
'SLS' is de bekende afkorting voor het syndroom.
Het Sjögren-Larsson syndroom is een zeldzame aandoening die in Zweden bij ongeveer 1 op de 250.000 mensen voorkomt. Anno september 2024 is niet precies bekend hoe vaak deze aandoening elders voorkomt. De vetstofwisselingsziekte treft zowel jongens als meisjes in gelijke mate.
Oorzaken
Het Sjögren-Larsson syndroom is een autosomale recessieve stofwisselingsaandoening, veroorzaakt door mutaties (wijzigingen) in het ALDH3A2-gen. Meer dan zeventig mutaties in het ALDH3A2-gen zijn geïdentificeerd bij patiënten met het Sjögren-Larsson syndroom. De symptomen die gepaard gaan met het syndroom zijn een gevolg van een abnormale vetophoping in de membranen van de huid- en hersencellen.
Risicofactoren
De belangrijkste risicofactor voor het Sjögren-Larsson syndroom is het erfelijke karakter van de aandoening. Omdat het een autosomale recessieve aandoening is, moeten beide ouders drager zijn van de mutatie in het ALDH3A2-gen om de aandoening door te geven aan hun kinderen. Dit betekent dat beide ouders een genetische mutatie moeten hebben, zelfs als ze zelf geen symptomen vertonen.
Symptomen
De ziekte is gekenmerkt door een
huidafwijking en progressieve
neurologische stoornissen. Ook komen
oogafwijkingen tot stand. De symptomen zijn erg variabel en variëren tevens in ernst van mild tot zeer ernstig. Daarnaast zijn niet alle symptomen aanwezig bij patiënten met het Sjögren-Larsson syndroom.
Te vroeg geboren
Baby’s met deze ziekte worden vaak vroegtijdig geboren (
vroeggeboorte), met een gemiddelde zwangerschapsduur van 35 weken. Dit is het gevolg van een bepaalde stof die in de urine van baby’s met dit syndroom aanwezig is. Wanneer deze stof in het vruchtwater aanwezig is, kan dit een bevalling opwekken.
Hersenen
De benen en in mindere mate de armen zijn vaak verstijfd (
spasticiteit) bij patiënten met dit syndroom. Dit resulteert in een spastische
verlamming en een motorische achterstand. Zitten, kruipen en lopen verlopen bijgevolg moeilijker voor patiënten, waardoor loophulp of een rolstoel vereist is. De zenuwen in de
hersenen zijn tevens aangetast, wat kan leiden tot een milde tot ernstige verstandelijke handicap. Patiënten kunnen ook spraakproblemen hebben, waardoor ze vaak slechts korte zinnen met slecht gevormde woorden kunnen vormen. Bijna de helft van de patiënten krijgt tot slot te maken met
epileptische aanvallen.
Huid
Aanvankelijk worden baby’s met deze ziekte geboren met een
rode huid (erytheem). Ze lijden aan de huidziekte
ichthyosis, die de romp, armen, benen en hals vaak treft, terwijl het
gezicht meestal gespaard blijft. Bij de huidafwijking treedt in de kindertijd verhoorning van de epidermis (opperhuid) op. Dit betekent dat de patiënt een
droge huid,
ruwe huid en
jeukende huid krijgt, samen met fijne, visachtige gele tot bruine
schilfers.
Ogen
Sommige patiënten zijn bijziend (
myopie) of overgevoelig voor licht (
fotofobie). Verdere informatie over de status van het gezichtsvermogen is niet uitgebreid gedocumenteerd in de medische literatuur.
Andere symptomen
Microcefalie (een te klein hoofd) en een
kort gestalte zijn andere kenmerken van dit syndroom die af en toe optreden.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van het Sjögren-Larsson syndroom kunnen onder andere vroege tekenen van huidafwijkingen, neurologische problemen zoals spasticiteit en motorische achterstand omvatten. Deze symptomen kunnen wijzen op een noodzaak voor medische evaluatie en interventie.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk en diagnostisch onderzoek
De huidafwijkingen kunnen klinisch worden vastgesteld door een dermatoloog (huidarts). De oogarts kan typische glinsterende witte stippen (kristallen) in het netvlies (achterkant van het oog) waarnemen. Een speciale
MRI-scan van de hersenen, bekend als MRI-spectroscopie, kan afwijkende vetten in de hersencellen opsporen. Genetisch onderzoek bevestigt de diagnose.
Differentiële diagnose
Rond de geboorte lijkt de aandoening sterk op de volgende ziekten:
- lamellaire ichthyosis (huidaandoening met schubben aan de huid)
- niet-bulleuze aangeboren ichthyosiforme erytrodermie
- X-gebonden ichthyosis (steroïde sulfatase deficiëntie)
Heeft de patiënt reeds neurologische problemen, dan komen de volgende aandoeningen in aanmerking als differentiële diagnose:
- cerebrale parese (hersenverlamming) met een secundaire diagnose van ichthyosis (deze diagnose werd vaak gesteld voordat het syndroom officieel werd beschreven)
- infantiele vorm van de ziekte van Gaucher (type II) (ophoping van vetten in organen)
- multiple sulfatase deficiëntie
- neutraal lipiden stapelingsziekte (Dorfman Chanarin-syndroom)
- X-chromosoom aaneengesloten microdeleties van de steroïde sulfatase-gen en flankerende genen
- ziekte van Refsum (symptomen aan ogen, huid en zenuwen)
Behandeling van huidafwijking en neurologische stoornissen
De behandeling van het Sjögren-Larsson syndroom is ondersteunend, omdat er geen genezing beschikbaar is.
[IMAGE=191833948189=RIGHT]
Huidproblemen
De behandeling van huidproblemen omvat het gebruik van hydraterende crèmes, emolliënten (zalven of crèmes die de huid verzachten) en medicinale zalven om de huidklachten te verlichten. De jeuk kan worden verminderd door medicatie en crèmes met corticosteroïden.
Neurologische problemen
Het behandelen van de neurologische symptomen van het Sjögren-Larsson syndroom kan het gebruik van medicatie omvatten, zoals spierontspanners om spasticiteit te verminderen. Fysiotherapie, ergotherapie en logopedie zijn nuttige aanvullingen om motorische vaardigheden, communicatie en dagelijkse levensactiviteiten te verbeteren. In sommige gevallen kan epilepsie medicamenteus worden behandeld om aanvallen onder controle te krijgen.
Prognose
De prognose voor het Sjögren-Larsson syndroom is variabel en hangt af van de ernst van de symptomen. Ondanks de progressieve aard van de aandoening is de levensverwachting over het algemeen normaal. De huidafwijkingen en neurologische problemen kunnen verlicht worden met behandelingen, maar de aandoening blijft levenslang aanwezig. De progressie van symptomen kan variëren van mild tot ernstig, en de aandoening stabiliseert vaak rond de adolescentie.
Complicaties
De complicaties van het Sjögren-Larsson syndroom kunnen bestaan uit:
- schilferige en droge huid
- spasticiteit die kan leiden tot contracturen (aandoening waarbij spieren verkorten)
- motorische en ontwikkelingsachterstanden
- epileptische aanvallen
- visuele problemen
Door de gevarieerde symptomen kunnen complicaties aanzienlijk invloed hebben op de levenskwaliteit van de patiënt.
Preventie
Omdat het Sjögren-Larsson syndroom een genetische aandoening is, is er geen manier om de aandoening te voorkomen. Genetische expertise kan nuttig zijn voor families met een bekende erfelijke belasting om hen te informeren over de kans op het doorgeven van de aandoening aan toekomstige kinderen.