Bottransplantatie: Soorten en procedure chirurgische ingreep
Een bottransplantatie is een chirurgische ingreep waarbij de arts nieuw bot in ruimten rond botdefecten plaatst om het beschadigde bot te herstellen of opnieuw op te bouwen. Een bottransplantatie komt uit het eigen gezonde bot van de patiënt (autograft). De arts neemt dan bot weg uit de heupen, de benen of de ribben zodat dit bot ook bijna overal in het lichaam hersteld kan worden. Soms is het bottransplantaat ook afkomstig uit bevroren, gedoneerd bot (allograft). In sommige gevallen gebruikt de arts een door de mens gemaakte (synthetische) bottransplantaat. Deze bottransplantaten kunnen een raamwerk vormen voor de groei van nieuw, levend bot.
Indicatie van bottransplantatie
De heupen, knieën en wervelkolom zijn veel voorkomende plaatsen voor een bottransplantatie, maar mogelijk is een bottransplantatie nodig voor een ander bot in het lichaam.
Bottransplantaties helpen bij de behandeling van:
- botdefecten zoals:
- fracturen, vooral als ze niet goed genezen (wat sneller gebeurt bij ouderen, rokers, patiënten met een zwak immuunsysteem en patiënten met suikerziekte): Wanneer patiënten een botbreuk ervaren, start het genezingsproces. Een kleine breuk kan nog wel hersteld worden door botcellen. Soms resulteert een fractuur in een groot botverlies, omdat een groot deel van het bot afbrokkelt. In deze gevallen kan het bot niet volledig genezen zonder een bottransplantaat.
- gewrichtsproblemen
- ontbrekende tanden (tandimplantatiechirurgie)
- spinale fusie (vastztten van de wervelkolom) of andere fusies
Soorten van bottransplantaat
Bottransplantatiemateriaal is afkomstig van verschillende bronnen.
Autograft
Autograftbot is materiaal dat van een andere plaats in het lichaam van de patiënt wordt weggenomen en op de gewenste plaats wordt getransplanteerd. Dit is een goed transplantaatmateriaal omdat het de eigen cellen van de patiënt bevat en geen risico op overdracht van ziekten met zich meebrengt. De belangrijkste nadelen zijn dat het een tweede chirurgische ingreep vereist en de chirurg voldoende goed bot nodig heeft dat mogelijk niet gemakkelijk verkrijgbaar is.
Allograft
Allograftbot is materiaal dat is weggenomen van een orgaandonor en is verwerkt en bewaard om later te gebruiken. De voordelen van allograftbot zijn dat het gemakkelijk beschikbaar is en geen tweede operatieplaats vereist.
Vóór de operatie
Voor de ingreep krijgt de patiënt
beeldvormende onderzoeken zoals een
CT-scan,
MRI-scan en
röntgenfoto’s. De chirurg moet op de hoogte zijn van het medicatiegebruik van de patiënt. Dit geldt ook voor vrij verkrijgbare
vitaminen, mineralen, supplementen of
kruiden. De patiënt krijgt voorts instructies inzake het stoppen van bepaalde
medicijnen die het moeilijker maken voor het bloed om te stollen. Deze verhogen namelijk bloedingen tijdens de operatie. Op de dag van de operatie mag de patiënt niets eten of drinken; hij krijgt hierover ook informatie mee van de chirurg. Hij moet mogelijk wel de dag van de chirurgische ingreep voorgeschreven medicijnen nemen met een klein slokje water.
Procedure
Tijdens de chirurgische ingreep slaapt de patiënt en voelt hij geen
pijn (algemene
anesthesie). Eerst maakt de chirurg een chirurgische snede op de plaats van het botdefect. Vervolgens vormt hij het bottransplantaat en plaatst hij dit in en rond het gebied. Het bottransplantaat blijft op zijn plaats zitten dankzij ingebrachte pennen, platen, draden of schroeven. Vervolgens sluit hij de wonde.
Na de procedure
De patiënt mag voor de postoperatieve pijn
pijnstillers nemen. De hersteltijd van de operatie hangt af van het letsel of defect dat de chirurg behandeld heeft en de grootte van het bottransplantaat. Het herstel neemt doorgaans twee weken tot drie maanden in beslag. De patiënt moet mogelijk extreme lichaamsbeweging vermijden gedurende maximaal zes maanden. De patiënt moet het bottransplantatiegebied schoon en droog houden. Ook moet de patiënt mogelijk nog andere adviezen opvolgen, bijvoorbeeld inzake douchen. Roken vertraagt of voorkomt botgenezing. Als de patiënt rookt, is de kans groter dat het transplantaat wordt afgestoten. Ook nicotinepleisters vertragen de genezing. De patiënt krijgt voorts mogelijk een verwijzing naar een fysiotherapeut zodat de spieren meer kracht en flexibiliteit krijgen. Tot slot krijgen sommige patiënten het advies om een voeding met veel calcium en vitamine D te eten terwijl het bot geneest.
Prognose
De meeste bottransplantaten helpen het botdefect te genezen waarbij weinig risico bestaat op een transplantaatafstoting.
Risico’s van de chirurgische ingreep
Anesthesie
Risico's van anesthesie en chirurgie in het algemeen omvatten:
Bottransplantatie
Risico's van deze operatie omvatten:
- chronische pijn
- cosmetische problemen
- een slechte botgenezing, zelfs met het een bottransplantaat
- een verminderde mobiliteit
- pijn op de plaats waar de arts het bot heeft verwijderd
- stijfheid van het gebied
- zenuwschade nabij het bottransplantatiegebied
Lees verder