Osteonecrose: Afsterven bot door beperkte bloedtoevoer
Osteonecrose is een aandoening waarbij de bloedtoevoer naar de botten tijdelijk of permanent is belemmerd. Dit leidt tot het afsterven van de botcellen, meestal aan de heup. Vaak ligt een lokale verwonding (trauma) aan de basis van de botdood, maar ook andere aandoeningen en omgevingsfactoren zijn verantwoordelijk voor osteonecrose. Deze ernstige aandoening resulteert in een slechte functie van het bot dat uiteindelijk verzwakt en zijn draagkracht verliest. Osteonecrose leidt uiteindelijk tot de vernietiging van het gewricht naast het betreffende bot. Een snelle diagnose en behandeling zijn sleutelpunten in het voorkomen van deze ernstige complicaties. De behandeling verloopt via medicatie en/of via chirurgie. De vooruitzichten zijn tot slot afhankelijk van veel factoren, en ook afhankelijk van de snelheid van de diagnose en behandeling.
Synoniemen van osteonecrose
Osteonecrose is ook bekend als
- aseptische necrose
- avasculaire necrose
- ischemische botnecrose
- osteonecrose
Oorzaken: Door beperkte bloedtoevoer
Een tijdelijke of permanente onderbreking van de bloedtoevoer naar het aangetaste bot ligt aan de basis van de aandoening. Bij mensen met
gezonde botten vervangt nieuw bot altijd oud bot. Bij osteonecrose veroorzaakt een beperkte bloedtoevoer naar het bot een snellere botafbraak terwijl het lichaam in deze status onvoldoende nieuw bot kan aanmaken. Het bot begint hierdoor af te sterven en gaat dan in een laat stadium ook afbreken.
Risicofactoren van afsterven van botcellen
Aandoeningen
Diverse aandoeningen zorgen voor een belemmering van de bloedtoevoer naar het bot.

Roken verhoogt het risico op het ontwikkelen van avasculaire necrose /
Bron: Geralt, PixabayOmgevingsfactoren
Ook enkele omgevingsfactoren leiden sneller tot osteonecrose.
Symptomen: Pijn
De heup is de meest voorkomende gewricht dat aangetast is door avasculaire necrose, gevolgd door de knie, de schouder, de enkel, de elleboog en de pols. Bij een trauma is gewoonlijk maar één gewricht aangetast. Wanneer een trauma niet aan de basis ligt van osteonecrose, is het mogelijk dat meerdere gewrichten getroffen zijn. Verder ontwikkelen sommige patiënten aan beide zijden (bijvoorbeeld aan beide heupen of knieën) avasculaire necrose (bilateraal).
Aseptische necrose begint als een pijnloze botafwijking en mogelijk blijft de ziekte ook langdurig pijnloos. Pas in een later stadium ontstaat vaak
botpijn in het getroffen bot en dan vooral wanneer de patiënt dit in gebruik is.
Gewrichtspijn is meestal het eerste symptoom van avasculaire necrose. Wanneer knie en enkel getroffen zijn, leidt dit tot zwakte tijdens het lopen. Als de heup getroffen is, is liespijn vaak voorkomend, vooral tijdens het lopen. De heupkom stort langzaam in wat resulteert in aanhoudende
pijn (
heuppijn) na het draaien van de heup of gewichtdragende activiteiten, bijvoorbeeld bij het
wandelen.
Heupeffusie is een ander mogelijk symptoom van osteonecrose. Hierbij verschijnt vocht in de heup wat gepaard gaat met gewrichtspijn en
gewrichtsstijfheid.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van aseptische necrose gebeurt vaak, maar niet altijd, met behulp van
röntgenfoto's. De arts vergelijkt steeds oudere röntgenfoto’s met de nieuwere foto’s om snel veranderingen op te kunnen sporen. Ook een
botscan,
CT-scan en
MRI-scan onthullen tekenen van avasculaire necrose.
Behandeling van osteonecrose
Trauma voorkomen
De patiënt moet proberen om een verwonding aan het getroffen bot te vermijden. Hiervoor gebruikt de patiënt bijvoorbeeld krukken. De arts tracht namelijk om zo lang mogelijk een gewrichtsvervanging te voorkomen, zeker bij jonge patiënten.
Onderliggende problemen behandelen
Verder moet de patiënt stoppen met roken en het gebruik van alcohol en een zo gezond en gevarieerd mogelijke voeding consumeren. De arts behandelt op zijn beurt alle onderliggende ziekten van osteonecrose. Deze aanpak is nodig om de progressie van de ziekte te minimaliseren en om betrokkenheid van andere botten te voorkomen.

Bepaalde medicijnen verlichten de klachten /
Bron: Stevepb, PixabayMedicatie
Bepaalde bisfosfonaten verminderen de botpijn en verbeteren de botfunctie. Bovendien zijn medicijnen voor het verlagen van bloedvetten (lipiden, waaronder cholesterol en triglyceriden) en
bloedverdunnende medicijnen (anticoagulantia) effectief in bepaalde situaties.
Chirurgie
Ook chirurgische behandelingen zijn mogelijk bij avasculaire necrose. Deze zijn enerzijds in te delen in procedures voor gewrichtsbescherming en anderzijds in operaties met als doel om gewrichten te vervangen (artroplastiek). De arts probeert steeds om het gewricht zo lang mogelijk te behouden. In een vroege fase van de aandoening gaat hij daarom operatief de bloedtoevoer naar het aangetaste bot verbeteren. Pas in een latere fase zet hij een gewrichtsvervangende operatie in.
Prognose van aandoening
De prognose van osteonecrose is afhankelijk van de onderliggende oorzaak, evenals de ernst van de schade en de locatie van het aangetaste bot. Grotere gebieden van avasculaire necrose zijn vaak niet meer te herstellen door gewrichtsbeschermende maatregelen. Uiteindelijk is dan voor deze patiënten een gewrichtsvervanging noodzakelijk. Wanneer een onderliggende ziekte de oorzaak is en de arts behandelt deze succesvol, is het mogelijk dat avasculaire necrose niet meer verergert of de betrokkenheid van andere botgebieden vermindert.
Preventie van botdood
Het is voor de patiënt belangrijk om blessures zoals een
botbreuk en ontwrichting te voorkomen, want zo voorkomt hij de totstandkoming van traumagerelateerde avasculaire necrose. Wanneer de arts osteonecrose en het onderliggend probleem tijdig diagnosticeert en behandelt, is het tot slot mogelijk om de volledige vernietiging van het bot te verminderen of voorkomen.
Lees verder