Decompressieziekte (duikersziekte): Oorzaken en behandeling
Decompressieziekte (aerobullose, caissonziekte, duikersziekte) verwijst naar letsels veroorzaakt door een snelle afname van de omgevingsdruk van lucht of water. Duikers zijn het vaakst aangetast door deze aandoening. Patiënten met bepaalde hartaandoeningen hebben het hoogste risico op het ontwikkelen van caissonziekte. Gewrichtspijn, hoofdpijn en duizeligheid zijn enkele gekende symptomen van decompressieziekte. De beste behandeling van deze ziekte bestaat uit hyperbare zuurstoftherapie. De prognose van deze aandoening is zeer goed indien de patiënt een behandeling krijgt, al houdt de gewrichtspijn soms wel enkele dagen tot weken aan. Enkele adviezen verlagen tot slot het risico op duikersziekte, zoals geen alcohol drinken voor het duiken en langzaam duiken en opstijgen in het water.
Epidemiologie
De incidentie van decompressieziekte is zeldzaam. Schattingen voor sportduikers zijn drie gevallen per 10.000 duiken. De incidentie bij commerciële duikers is mogelijk hoger, variërend van 1,5-10 per 10.000
duiken. De incidentie hangt af van de lengte en diepte van de duik.
Oorzaken van caissonziekte
Duikers die met perslucht duiken, nemen extra zuurstof en stikstof in. Het lichaam gebruikt de zuurstof, maar de stikstof wordt opgelost in het bloed, waar het blijft tijdens de duik. Als een duiker na een diepe duik terug naar de oppervlakte zwemt, neemt de waterdruk om de patiënt heen af. Als deze overgang te snel gebeurt, heeft de stikstof geen tijd om zich uit het bloed te verwijderen. De stikstof scheidt zich uit het bloed en vormt bubbels in de weefsels of het bloed. Deze stikstofbellen veroorzaken de duikerziekte.
Wat er in het lichaam gebeurt tijdens decompressieziekte is vergelijkbaar met wat er gebeurt bij het openen van een koolzuurhoudende drank. Bij het openen van het blikje of de fles, verlaagt de druk rondom de drank, waardoor het gas in de vorm van bellen uit de vloeistof komt. Als zich stikstofbellen in het bloed vormen, kunnen deze de bloedvaten beschadigen en de normale bloedtoevoer blokkeren.

Roken verhoogt de kans op caissonziekte /
Bron: Geralt, PixabayRisicofactoren van duikersziekte
Caissonziekte komt het meest voor bij duikers of diepzeeduikers, hoewel het ook optreedt tijdens
vliegreizen op grote hoogte of zonder druk. Decompressieziekte is echter zeldzaam in vliegtuigen met drukcabine, zoals vliegtuigen die voor commerciële vluchten worden gebruikt.
Andere factoren die het risico verhogen op decompressieziekte zijn:
Een patiënt met een abnormaal gat of opening in het
hart door een geboorteafwijking heeft een bijzonder hoog risico op het ontwikkelen van ernstige symptomen als gevolg van decompressieziekte. Omdat de bubbels een hoge bloeddruk in de longen (
pulmonale hypertensie) veroorzaken, kunnen bloed en luchtbellen uit je aderen gemakkelijker door de opening van het hart stromen. Dit betekent dat het bloed opnieuw in aderen kan circuleren zonder eerst zuurstof te krijgen. Een opening in het hart kan ook een relatief grote luchtbel (luchtembolie) in de bloedvaten laten circuleren. Een luchtembolie leidt mogelijk tot een beroerte.
Patiënten met
astma (chronische
ontsteking van luchtwegen in longen) of een andere longaandoening ervaren soms dunwandige luchtzakjes (bullae) in de longen. Deze zakjes worden niet snel geledigd wanneer de persoon uitademt. Als ze na een diepe duik naar de oppervlakte terugkeren, zet de lucht in de bullae mogelijk uit. Als een bulla scheurt, veroorzaakt dit een
ingeklapte long (pneumothorax) of anders dringt een grote luchtbel de aderen binnen (luchtembolie).

Hoofdpijn is één van de mogelijke tekenen van duikersziekte /
Bron: Geralt, PixabaySymptomen
Duikersziekte komt het vaakst tot stand aan de schouders, de ellebogen, de knieën en de enkels. Symptomen van decompressieziekte zijn onder andere:
Diagnose en onderzoeken
De duikgeschiedenis en symptomen zijn sleutelfactoren bij het diagnosticeren van caissonziekte. Een
bloedonderzoek en gewrichtsfoto's laten onthullen meestal geen tekenen van het probleem.
Behandeling via zuurstoftherapie
De behandeling van decompressieziekte bestaat uit het handhaven van de bloeddruk en het toedienen van zuurstof met hoge stroomsnelheid. Verder krijgt de patiënt mogelijk ook vloeistoffen toegediend. De patiënt moet met de linkerkant naar beneden en indien mogelijk het hoofdeinde van het bed naar beneden worden gekanteld. De optimale behandeling is het gebruik van een hyperbare zuurstoftoediening, die in een hogedrukkamer wordt gegeven waarin de patiënt 100% zuurstof ontvangt. Deze behandeling keert de drukveranderingen om die gasbelletjes in de bloedstroom vormen. De behandeling drijft stikstof terug in zijn vloeibare vorm zodat het gedurende een periode van uren geleidelijk uit het lichaam kan worden verwijderd.
Prognose van aandoening
Gewrichtspijn, het meest voorkomende symptoom van decompressieziekte, houdt dagen tot weken aan. De meeste patiënten met decompressieziekte reageren wel goed op een enkele behandeling met hyperbare zuurstof. De arts stelt mogelijk herhaalde behandelingen voor als de (neurologische) symptomen aanhouden.
Complicaties van snelle afname van de omgevingsdruk van lucht of water
Een botinfarct en een ruggenmerginfarct zijn enkele complicaties van caissonziekte.

Patiënten moeten voldoende vocht (maar geen alcohol) innemen voor het duiken /
Bron: Jarmoluk, PixabayPreventie van decompressieziekte
Om het risico op duikerziekte tijdens het duiken te minimaliseren, is het raadzaam om volgende adviezen op te volgen:
- geen alcohol drinken voor het duiken
- hot tubs, sauna's of hete baden na het duiken vermijden
- langzaam duiken en opstijgen in het water en niet langer op de diepste diepte blijven dan aanbevolen. Duikers gebruiken meestal duiktabellen die aangeven hoe lang ze op een bepaalde diepte kunnen blijven.
- niet binnen 24 uur na het duiken vliegen
- voldoende gehydrateerd zijn voor het duiken
- voldoende uitgerust zijn voor het duiken
- voldoende voorbereid zijn voor het duiken
Patiënten die onlangs een ernstige ziekte, verwonding of operatie hebben gehad, nemen het best contact op met de arts alvorens te gaan duiken.
Sommige patiënten mogen helemaal niet duiken of moeten speciale voorzorgen nemen. Voor patiënten met een hartafwijking is het niet veilig om te duiken. Patiënten met astma, een voorgeschiedenis van een gescheurde long of een andere longaandoening, praten het best over de duikveiligheid met een arts alvorens te gaan duiken. Patiënten die insuline nodig hebben om diabetes mellitus (suikerziekte) te behandelen, ervaren mogelijk grote schommelingen in de bloedglucosespiegels tijdens het duiken, en daarom is voorzichtigheid geboden. Duiken is voorts uit den boze bij patiënten met een onbehandelde liesbreuk, omdat het uitzetten van gas mogelijk leidt tot een verergering van de symptomen van een liesbreuk.
Lees verder