Sclerale knik: Operatie bij netvliesloslating in het oog
Een sclerale knik is een vorm van oogchirurgie die plaatsvindt bij een netvliesloslating in het oog. Doordat het netvlies van het oog loskomt bij een netvliesloslating, verliest de patiënt zijn gezichtsvermogen. Een operatie zoals een vitrectomie, retinopexie of sclerale knik is dan nodig om het gezichtsvermogen van de patiënt te herstellen. Bij een sclerale knik plaatst de oogarts een bandje op de buitenkant van het oog waardoor het netvlies op zijn plaats blijft zitten en daar ook aanwezig blijft. Deze operatietechniek is vaak succesvol, al treden toch mogelijk wat complicaties op waardoor bij sommige patiënten een nieuwe operatie vereist is.
Symptomen netvliesloslating
Bij een netvliesloslating ziet de patiënt lichtflitsen (
fotopsie) in het oog, of hij ziet een gordijn over zijn gezichtsveld.
Floaters zijn kenmerkend voor de oogziekte die een medische noodsituatie is. Floaters zijn gekend als drijvers, wat betekent dat de patiënt in zijn gezichtsveld allerlei spinnenwebjes of kleine vlekjes ziet die lijken te zweven.
Gezichtsvelddefecten en een verminderde
gezichtsscherpte zijn andere symptomen die optreden bij netvliesdegeneratie. Een spoedoperatie of behandeling is nodig is nodig om het gezichtsvermogen van de patiënt te herstellen en verder verlies van de visus te voorkomen.
Andere operaties voor het herstellen van een netvliesloslating in het oog
Naast een sclerale knik gebeurt soms andere operatie, gekend als "
pneumatische retinopexie". De oogarts is bij deze minder invasieve operatie niet in staat om alle soorten scheuren van het netvlies te behandelen. Bij complexe scheuren is een
vitrectomie ook een mogelijke optie. Elke operatietechniek kent voor- en nadelen waarbij de oogarts voor het kiezen van het soort operatie goed kijkt naar het type netvliesloslating en de andere (oog)aandoeningen van de patiënt.
Indicatie en risicofactoren sclerale knik
Ogen
Patiënten met
bijziendheid (
medische term is "myopie"), patiënten met andere oogaandoeningen (zoals uveïtis) en patiënten die reeds cataractchirurgie (een staaroperatie) hebben ondergaan, lopen een hoger risico op een
netvliesloslating (ablatio retinae). Bij deze
netvliesaandoeningen is een sclerale knik nodig.
Andere factoren en aandoeningen
Daarnaast zijn oudere patiënten, patiënten met suikerziekte (
diabetes mellitus) en patiënten met bepaalde inflammatoire aandoeningen, zoals
reumatoïde artritis (ontsteking van gewrichten en organen), vaker getroffen door een netvliesloslating. Een trauma veroorzaakt soms eveneens een netvliesloslating, al treedt deze oogaandoening in de meeste gevallen spontaan op.
Voor de operatie
Voorbereidingen
De oogarts bespreekt met de patiënt het medicatiegebruik. Soms stopt de patiënt een tijdje met bepaalde
medicatie, of wijzigt hij de dosis, maar dit overlegt hij steeds in overleg met de oogarts. De oogarts voert verder nog een oogonderzoek uit voor de operatie. Hij schijnt hiervoor licht in het oog en onderzoekt het netvlies. Hiervoor verwijdt hij eerst de pupillen van de patiënt met verwijdende oogdruppels, gekend als "
mydriatica". Tot slot voert hij nog een
oogechografie uit voor de ingreep.
Praktisch
De patiënt komt nuchter naar het ziekenhuis. Hij mag met andere woorden niet eten of drinken na middernacht. De patiënt krijgt ofwel volledig
anesthesie waarbij hij volledig slaapt en gevoelloos is. Maar de operatie is ook mogelijk als de patiënt wakker. Hij krijgt dan eerst een kalmerend geneesmiddel alvorens de oogarts bij hem
oogverdoving (injecties en oogdruppels) gebruikt. De operatie kent een tijdsduur van tussen de één en twee uur. Bij een herhaalde operatie is deze tijdsduur vaak langer.
Tijdens de operatie
De oogarts verwijdt eerst de ogen met oogdruppels. Daarna maakt hij een incisie (snede) in de buitenste laag van het oog. De oogarts gebruikt een
oftalmoscoop om het netvlies te bekijken. Daarna gebruikt hij een apparaatje om het netvlies weer vast te hechten. Meestal "brandt" hij de lagen weer samen met behulp van een apparaat dat werkt met extreme koude (cryopexie) en soms met warmte (diathermie) of licht (fotocoagulatie). De oogarts naait vervolgens een soort bandje of gesp (knik) rond de buitenkant van het oogbol waardoor het netvlies op zijn plaats blijft zitten. Meestal blijft deze knik permanent aanwezig in het oog. Daarna voert de oogarts het vocht rond de ogen af. Na de operatie doet hij een antibioticumzalf op het oog om een infectie te voorkomen. Tot slot brengt de oogarts een verbandje aan op het oog.
Na de operatie
De patiënt mag meestal dezelfde dag naar huis, al moet hij misschien wel wat langer in het ziekenhuis blijven als hij een volledige narcose gehad heeft. Hij gaat sowieso naar huis met een begeleider omdat hij zelf niet met de auto mag rijden. Thuis neemt de patiënt via correcte
oogdruppelrichtlijnen antibiotica-
oogdruppels om een infectie te voorkomen. Dankzij gewone
pijnstillers is de
pijn (die gewoonlijk enkele dagen aanhoudt) te verlichten. De ogen zijn verder gezwollen, rood en gevoelig gedurende enkele weken. De patiënt draagt voorts gedurende ongeveer één dag een beschermend ooglapje. De dag na de operatie komt de patiënt weer op controle en later volgen nog meerdere controlebezoeken.
Prognose oogchirurgie
De meeste patiënten herstellen prima na de sclerale knik operatie. Indien echter de macula reeds meer dan één week voor de operatie losgescheurd was, is de kans dat de patiënt zijn volledig gezichtsvermogen terugkrijgt, iets kleiner. Slechtere resultaten treden ook vaker op bij zeventigplussers en wanneer tijdens de operatie een bloeding plaatsvond.
Risico's oogoperatie door de oogarts
Afhankelijk van de leeftijd, de medische omstandigheden en specifieke kenmerken van de netvliesscheuring ontstaan soms complicaties. Deze omvatten
dubbelzien (diplopie)), een bloeding in het oog, een
ooginfectie (waardoor de oogarts zeer af en toe de sclerale knik moet verwijderen), een retinale opsluiting, een verhoogde druk in het oog (gekend als de oogziekte "
glaucoom"), loslating van de ooglaag onder het netvlies, nieuwe netvliesscheuren, proliferatieve vitreoretinopathie (littekenvorming op het netvlies), staar (cataract) en verhoogde bijziendheid. In sommige omstandigheden moet de patiënt opnieuw onder het mes.
Lees verder